Externe stroombronnen gebruiken
Verbinden via USB
1
De batterij die in de camera is geplaatst, wordt opgeladen wanneer de camera via een
USB-kabel wordt aangesloten op een USB-apparaat zoals een computer of op een
optionele USB-lichtnetadapter zoals de F-5AC. De batterijen laden alleen op wanneer
de camera uit staat.
De camera kan tevens van stroom worden voorzien via apparaten die voldoen aan de
norm voor USB-vermogensafgifte (USB PD). g "De camera van stroom voorzien via
USB (USB-vermogensafgifte)" (Blz. 279)
Opladen via USB
1
Bevestig dat de camera uit staat.
2
Verbind de camera via USB met het externe
apparaat.
• De CHARGE-lampjes branden tijdens het opladen.
De laadtijden zijn afhankelijk van de uitvoer van het
USB-apparaat. De lamp gaat uit als de batterijen
volledig zijn opgeladen.
3
Het opladen stopt wanneer de camera wordt ingeschakeld.
• De batterijen kunnen niet via USB worden opgeladen wanneer de camera aan staat.
• Als er een laadfout optreedt, knippert het CHARGE-lampje. Koppel de USB-kabel los en
weer vast.
• Opladen via USB is beschikbaar als de batterijtemperatuur tussen 0 en 40 °C is.
• Batterijen die in optionele HLD-9 batterijhouders zijn geplaatst, worden niet opgeladen
(Blz. 24).
%
• De stroomtoevoer eindigt wanneer de batterij is opgeladen. Koppel de USB-kabel los en
opnieuw vast om het laden te hervatten.
• De batterij wordt niet opgeladen terwijl de camera is uitgeschakeld als foto's via Wi-Fi
naar een smartphone worden geüpload (auto-upload op de achtergrond).
g "Aansluiten wanneer de camera uit staat (Uitschakelen standby)" (Blz. 250)
22 NL