V Bel./ISO/BULB/p
Optie
Meting
AEL-meting
4
N Spotmeting
Belichtingsafst.
W #Aangepast
Optie
#X-Sync.
#Ondergrens
x+F
#+WB
#RC-modus
194 NL
Kies een lichtmeetmethode aan de hand van de scène.
Kies de meetmethode die wordt gebruikt om de belichting
te meten als de belichting is vergrendeld met de knop
AEL/AFL. Hierdoor kunt u de ene meetmethode gebruiken
als de belichting is vergrendeld door de ontspanknop half in
te drukken, en een andere als de belichting is vergrendeld
door de knop AEL/AFL in te drukken.
• Dit onderdeel is bedoeld voor fotografie.
[Auto]: de belichting wordt gemeten met de methode die is
geselecteerd voor [Meting] (Blz. 77).
Kies voor de meting van het geselecteerde AF-doel uit de
spotmetingsopties [Spot], [Spot licht] of [Spot schaduw].
• [I Gezichtsprioriteit] wordt automatisch ingesteld op
[Gezichtsprio. Uit].
• De geselecteerde optie werkt als M (enkel doel) of
o (klein doel) is geselecteerd als de AF-doelmodus
(Blz. 69).
• Tijdens focuszoom zoomt de camera in op het
geselecteerde AF-doel (Blz. 73).
• Dit onderdeel is bedoeld voor fotografie.
Pas de juiste belichting afzonderlijk aan voor elke
meetmethode.
Kies de snelste sluitertijd die beschikbaar is als er een flitser
wordt gebruikt.
Kies de langste sluitertijd die beschikbaar is als er een flits
wordt gebruikt.
Indien ingesteld op [Aan], wordt de waarde voor
belichtingscompensatie opgeteld bij de waarde voor
flitscompensatie.
Pas de witbalans aan voor gebruik met een flitser.
[Uit]: de camera gebruikt de waarde die op dit moment is
geselecteerd voor witbalans.
[W]: De camera gebruikt auto-witbalans ([Auto]).
[n]: De camera gebruikt flits-witbalans ([n]).
Draadloze op afstand bediende flitsereenheden kunnen
worden gebruikt met de flitsereenheid om draadloze op
afstand bediende flitseropnamen te maken.
Beschrijving
Beschrijving
MENU
G
V
g
77
—
—
236
MENU
G
W
g
237
237
68, 105
—
289