Advertenties
5
Kies een waarde voor fijnafstelling met de FG-knoppen en druk op de
knop Q.
• De geselecteerde waarde wordt opgeslagen. Als u [Std. data] kiest, worden de opties
van stap 2 weergegeven.
• Als u [Lensdata] kiest, wordt het dialoogvenster van stap 3 weergegeven. In
het display wordt de naam van de lens weergegeven, waarvoor de waarde voor
fijninstelling is opgeslagen.
• Draai de voorste draaiknop om in te zoomen en de scherpstelling te controleren.
• Druk op de ontspanknop, voordat u op de knop Q drukt, om een testopname te
maken en de scherpstelling te controleren.
• Druk op de I knop en herhaal het proces vanaf stap 4 om voor de huidige lens een
andere waarde voor fijnafstelling op te slaan.
4
6
Als u de scherpstelling voor dezelfde lens fijn
wilt afstellen voor een ander gebied in het kader,
markeert u de lensnaam met de FG-knoppen en
drukt u op de knop I.
• Herhaal het proces vanaf stap 4.
Als het proces is voltooid, drukt u meerdere keren op de knop MENU om de
7
menu's af te sluiten.
Opgeslagen waarden verwijderen
1
Markeer [AF-focusaanp.] in G Aangepast menu L
en druk op I op de pendelknop.
2
Markeer [Lensdata] met behulp van de FG-
knoppen en druk op de knop I.
3
Markeer de naam van de lens die u uit de lijst
fijnafstelling wilt verwijderen, met de FG-knoppen
en druk daarna op de knop I.
214 NL
Datalijst
Lensdataset creëren
Terug
Instellen
A3. AF/MF
AF-doelgebied
A1
1
A2
AF-beperker
2
A3
A3
AF hulpverl.
A4
Gezichtsprio.
B1
AF-focusaanp.
B2
C1
C2
Terug
Instellen
A3. AF/MF
AF-doelgebied
A1
1
A2
AF-beperker
2
A3
A3
AF hulpverl.
A4
Gezichtsprio.
B1
Uit
AF-focusaanp.
B2
Std. data
C1
C2
Lensdata
Terug
Instellen
Datalijst
Lensdataset creëren
Terug
Instellen
Uit
Uit
Aan
Uit
Uit
Uit
Uit
Aan
Uit
Advertenties
