Diafragma en sluitertijd kiezen
In deze modus kiest u zelf het diafragma en de sluitertijd. U kunt de instellingen
aanpassen aan uw eigen voorkeuren, bijvoorbeeld door het combineren van korte
sluitertijden met kleine diafragma's (hoge f/-getallen) voor een grotere scherptediepte.
1
Draai de functieknop naar M.
2
2
Stel diafragma en sluitertijd in.
• Bij standaardinstellingen wordt het diafragma met de
voorste draaiknop geselecteerd en de sluitertijd met de
achterste draaiknop.
• Kies uit sluitertijden van 1/8000–60 s.
• Sluitertijden tot 1/32000 s zijn beschikbaar in de stille
modus. g "Opnemen zonder sluitergeluid (Stil s)"
(Blz. 81)
• Het display geeft het verschil weer tussen de belichting
die met het geselecteerde diafragma en de geselecteerde
sluitertijd wordt bereikt, en de optimale belichting zoals
door de camera wordt gemeten. Het display knippert als
het verschil groter wordt dan ±3 EV.
• Als [AUTO] is geselecteerd voor [K ISO], wordt de ISO-gevoeligheid automatisch
aangepast voor een optimale belichting bij de gekozen belichtingsinstellingen. [K ISO]
staat standaard op [AUTO]. g "ISO-gevoeligheid aanpassen (ISO)" (Blz. 75, 91)
3
Maak foto's.
Onderwerp te donker of te helder
Als de camera geen optimale belichting kan bereiken als [AUTO] is geselecteerd voor
[K ISO], gaat het display voor ISO-gevoeligheid knipperen zoals is weergegeven.
Weergave
ISO-A
ISO-A
LAAG
LAAG
ISO-A
ISO-A
6400
6400
50 NL
Probleem/oplossing
Overbelichting.
• Kies een hogere diafragmawaarde of een kortere sluitertijd.
Onderbelichting.
• Kies een lagere diafragmawaarde of een langere sluitertijd.
• Als de waarschuwing niet uit het display verdwijnt, kunt u een
hogere waarde voor ISO-gevoeligheid kiezen.
g "ISO-gevoeligheid aanpassen (ISO)" (Blz. 75, 91),
G Aangepast menu T > [K ISO-auto set] (Blz. 192)
(M: Handmatige belichting)
100
%
ISO
200
M
250 F5.6 -2.0
Verschil ten opzichte van
optimale belichting
S-IS AUTO
S-IS AUTO
YF
YF
YF
YF
4K
30 p
30 p
1:02:03
1023