Functie
HDR (M)
2
BKT (N)
ISO
WB (witbalans)
Multifunctie
Pieken (PIEK)
Niv. weerg.
V (R)
u
Weergaveselectie
(weergaveselectie)
S-OVF (n)
AF-beperker
(AF-limiet)
120 NL
HDR inschakelen (Blz. 152). Druk eenmaal om HDR in te schakelen.
Druk nogmaals om uit te schakelen. Houd de knop ingedrukt en draai
aan de voorste of achterste regelaar om de HDR-instellingen aan te
passen, inclusief HDR-bracketing.
• Deze functie is alleen beschikbaar voor [K-knopfuncties].
Bracketing inschakelen (Blz. 146). Druk eenmaal om bracketing
in te schakelen. Druk nogmaals om uit te schakelen. Houd de knop
ingedrukt en draai aan de voorste of achterste regelaar om de
[Bracketing]-instellingen aan te passen.
• Deze functie is alleen beschikbaar voor [K-knopfuncties].
[ISO]-instellingen aanpassen (Blz. 75). Houd het bedieningselement
ingedrukt en draai aan de voorste of achterste regelaar. U kunt ook
op de knop drukken om de instellingen te activeren en dan aan de
regelaars draaien. Gebruik de voorste of achterste regelaar of HI
op de pendelknop om de instellingen aan te passen.
[WB]-instellingen aanpassen (Blz. 94). Houd het bedieningselement
ingedrukt en draai aan de voorste of achterste regelaar. U kunt ook
op de knop drukken om de instellingen te activeren en dan aan de
regelaars draaien. Gebruik de voorste of achterste regelaar of HI
op de pendelknop om de instellingen aan te passen.
Het bedieningselement configureren om te gebruiken als een
multifunctieknop (Blz. 124). Houd het bedieningselement ingedrukt
en draai aan de voorste of achterste regelaar om de uit te voeren
functie te kiezen. De geselecteerde functie kan worden uitgevoerd
door het bedieningselement in te drukken.
Wisselen tussen pieken van scherpstellen aan of uit (Blz. 216).
Druk het bedieningselement éénmaal in om pieken aan te zetten en
nogmaals om pieken uit te zetten. Wanneer pieken aan staat, kunt u
de piekopties (kleur, hoeveelheid) oproepen door op de INFO-knop
te drukken.
De digitale niveaumeter weergeven. De weergave van de belichtingsbalk
in de zoeker werkt als een niveaumeter. Druk nogmaals om te sluiten.
Deze optie is van toepassing wanneer [Stijl 1] of [Stijl 2] is geselecteerd
voor [Stijl voor zoeker] (Blz. 241) in G Aangepast menu a.
Wisselen tussen fotografie met viewfinder en live view. Als [Uit]
is geselecteerd voor [EVF autom. schakelen] (Blz. 197), wisselt
de weergave tussen de viewfinder en het scherm. Houd het
bedieningselement ingedrukt om de opties voor [EVF autom.
schakelen] weer te geven.
[S-OVF] inschakelen (Blz. 198). Druk éénmaal in om OVF-simulatie
aan te zetten. Druk nogmaals om uit te zetten.
• Deze functie is alleen beschikbaar voor [K-knopfuncties].
De AF-beperker inschakelen (Blz. 184). Druk éénmaal om [AF-beperker]
in te schakelen. Druk nogmaals om uit te schakelen. Houd de knop
ingedrukt en draai aan de voorste of achterste regelaar om te kiezen uit
drie opgeslagen instellingen.
• Deze functie is alleen beschikbaar voor [K-knopfuncties].
Functie