Advertenties
%
• F (belichtingscorrectie) kan worden toegewezen aan andere bedieningselementen.
g "Functies aan knoppen toewijzen (Knopfuncties)" (Blz. 116)
Een AF-doelmodus kiezen
1
Houd de multiselector ingedrukt terwijl
u aan de voorste of achterste draaiknop
draait.
• De camera wisselt tussen de modi AF-doel zoals weergegeven.
100
%
q
100
%
s
• Bij standaardinstellingen worden aangepaste doelmodi (Blz. 71) niet weergegeven.
Weergave kan worden ingeschakeld door naar [KNModusinstellingen] te gaan
(Blz. 183) in G Aangepast menu K en vinkjes te plaatsen (v) bij de gewenste
opties.
2
Laat de multi-selector los wanneer de gewenste modus wordt weergegeven.
• De opties voor AF-doelmodus worden niet langer weergegeven.
• Het volgende vermindert het aantal beschikbare AF-doelen:
- [Aan] selecteren voor [Digitale televoorzetlens] (Blz. 143)
- Een optie selecteren anders dan [4:3] voor [Verhouding] (Blz. 98)
%
• Instellingen kunnen worden aangepast door eerst op een knop te drukken en dan de
voorste of achterste regelaar te gebruiken. U krijgt toegang tot de AF-doelweergave door
op het bedieningselement te drukken, waaraan [N] is toegewezen via [Knopfuncties].
(Blz. 116). U kunt vervolgens de instellingen aanpassen door aan de voorste of achterste
regelaar te draaien. Bij standaardinstellingen wordt [N] toegewezen aan de pendelknop.
• De AF-doelweergave kan worden geopend door op de multiselector te drukken.
De multiselector kan worden geconfigureerd met de [S Middenknop] (Blz. 218) in
G Aangepast menu J.
• Afzonderlijke AF-doelmodi kunnen worden geselecteerd op basis van de camerarichting.
g G Aangepast menu K > [K Oriëntatie verb. met N] (Blz. 211)
Multiselector
100
%
M
100
%
r
(AF-doelmodus)
+
100
%
o
100
%
n
2
NL
69
Advertenties
