• Foto's die zijn genomen met [RAW] voor beeldkwaliteit worden opgeslagen in RAW +
JPEG-formaat.
• De volgende functies kunnen niet worden gebruikt:
live composiet-fotografie, burst-fotografie, bracketing, HDR, meervoudige belichting, het
live ND-filter, fisheye-correctie, de digitale televoorzetlens, opnemen van films, [C-AF]-,
[C-AFb]-, [C-AF+TR]- en [C-AF+TRb]-AF-modi, [e-Portret]- en creatieve filter-
fotomodi, de aangepaste zelfontspanner en opnamen op hoge resolutie.
• Met voorzetlenzen kunt u mogelijk niet de gewenste resultaten realiseren.
• Geef [K Beeldstabilisatie]-gegevens voor lenzen die geen deel uitmaken van de Four
Thirds- of Micro Four Thirds-familie (Blz. 97).
• Trapeziumcorrectie zal indien van toepassing worden uitgevoerd met de
brandpuntsafstand die is opgegeven voor [K Beeldstabilisatie] (Blz. 97) of
[Instellingen lensinfo] (Blz. 240).
%
• [Trapeziumcorrectie] kan worden toegewezen aan een knop. U hoeft dan alleen die
knop in te drukken om trapeziumcorrectie in te schakelen. g "Functies aan knoppen
toewijzen (Knopfuncties)" (Blz. 116)
Anti-schok/stil opnemen instellen
Door anti-schok (Blz. 80)/stil opnemen (Blz. 81) in te stellen, kunt u anti-schok of stil
opnemen selecteren tijdens sequentiële opnamen of opnemen met de zelfontspanner
(Blz. 78).
1
Selecteer [Anti-schok r/Stil s] in X Opnamemenu 2 en druk op de knop Q.
2
Gebruik FG om het item te selecteren en druk op I.
• Gebruik FG om de instelling te selecteren en druk op de knop Q.
Anti-Shock r
Stil s
Ruisonderdrukking
s
Stille s-modusin-
stellingen
Kies de vertraging tussen het volledig indrukken van de ontspanknop
en het ontspannen van de sluiter in de anti-schokmodus. Gebruik
deze modus om kleine trillingen te onderdrukken als gevolg van het
indrukken van de sluiter. De modus Anti-schok is zowel beschikbaar
voor de modus sequentiële opnamen als de modus zelfontspanner
(Blz. 78). Selecteer [Uit] om de anti-schokmodus uit te schakelen
wanneer deze niet in gebruik is.
Kies de vertraging tussen het volledig indrukken van de ontspanknop
en het ontspannen van de sluiter in de stille modus. Gebruik deze
optie bij instellingen waarbij het geluid van de sluiter niet gewenst
is. De stille modus ondersteunt zowel sequentieel opnemen als
opnemen met de zelfontspanner (Blz. 78). Selecteer [Uit] om de
stille modus uit te schakelen wanneer deze niet in gebruik is.
Selecteer [Auto] om tijdens stil fotograferen de "beeldruis" bij lange
belichtingstijden te verminderen. Het geluid van de sluiter kan
hoorbaar zijn wanneer ruisonderdrukking is ingeschakeld.
Kies of u [8], [AF hulpverl.] of [Flitsmodus] wilt inschakelen in de
stille modus.
Selecteer [Toestaan] om de huidige instellingen te gebruiken voor
het geselecteerde item, [Niet toestaan] om de huidige instellingen
te negeren en het geselecteerde item uit te schakelen.
(Anti-schok r/Stil s)
4
NL
157