Opties voor multifunctie gebruiken (Multifunctie)
Wijs meerdere functies toe aan een enkele knop.
• Om de multifunctie te gebruiken, moet u eerst [Multifunctie] toewijzen aan een
camerabesturing met behulp van [Knopfuncties] (Blz. 116).
Een functie kiezen
1
Houd de knop ingedrukt waaraan [Multifunctie] is
2
toegewezen en draai aan de voorste of achterste
regelaar.
• Draai aan de regelaar totdat de gewenste functie is
gemarkeerd. Laat de regelaar los om de gemarkeerde
functie te selecteren.
2
Druk op de knop waaraan [Multifunctie] is
toegewezen.
3
Pas de instellingen aan.
De multifunctieknop kan worden gebruikt voor:
Controle
Licht&schaduw
Kleurenmaker
ISO
WB
Vergroting
Beeldverhouding
S-OVF
Pieken
• U kunt de weergegeven opties kiezen. g G Aangepast menu P > [Instellingen
multifunctie] (Blz. 188)
124 NL
Pas de helderheid aan met de voorste of achterste regelaar. Druk
op de INFO-knop om het toonbereik te kiezen (licht, schaduw of
middentonen).
Gebruik de voorste regelaar om de kleurschakering aan te passen en
de achterste regelaar om de verzadiging aan te passen.
Kies een instelling met behulp van de voorste of achterste regelaar.
Het zoomkader verschijnt.
Kies een instelling met behulp van de voorste of achterste regelaar.
Druk op de knop om de functie aan of uit te zetten.
Lichte/schaduwdelen