Stoppen met navigeren
1
Houd tijdens de activiteit MENU ingedrukt.
2
Selecteer Navigatie stoppen.
Kaart
geeft uw positie op de kaart aan. Namen en symbolen van
locaties worden weergegeven op de kaart. Als u naar een
bestemming navigeert, wordt de route met een lijn op de kaart
gemarkeerd.
• Kaartnavigatie
(Schuiven en zoomen op de kaart,
pagina
24)
• Kaartinstellingen
(Kaartinstellingen, pagina
Schuiven en zoomen op de kaart
1
Selecteer tijdens het navigeren UP of DOWN om de kaart te
bekijken.
2
Houd MENU ingedrukt.
3
Selecteer Pan/Zoom.
4
Selecteer een optie:
• Selecteer START om te schakelen tussen naar boven en
naar beneden schuiven, naar links en naar rechts
schuiven, of zoomen.
• Selecteer UP en DOWN om op de kaart te schuiven of te
zoomen.
• Selecteer BACK om af te sluiten.
Kompas
Het toestel is voorzien van een kompas met drie assen en
automatische kalibratie. De kompasfuncties en -weergave
veranderen op basis van uw activiteit, of GPS is ingeschakeld
en of u naar een bestemming navigeert. U kunt de
kompasinstellingen handmatig wijzigen
pagina
29). Als u de kompasinstellingen snel wilt openen,
selecteert u START in de kompaswidget.
Hoogtemeter en barometer
Het toestel is uitgerust met een ingebouwde hoogtemeter en
barometer. Het toestel verzamelt voortdurend hoogte- en
luchtdrukgegevens, ook in de lage-energiemodus. Op de
hoogtemeter wordt uw geschatte hoogte weergegeven op basis
van luchtdrukverschillen. Op de barometer worden gegevens
over omgevingsluchtdruk weergegeven op basis van de vaste
hoogte waarop de hoogtemeter voor het laatst is gekalibreerd
(Hoogtemeterinstellingen, pagina
barometerinstellingen snel wilt openen, selecteert u START in
de hoogtemeter- of barometer-widgets.
Geschiedenis
Tot de geschiedenisgegevens behoren tijd, afstand, calorieën,
gemiddeld tempo of gemiddelde snelheid, rondegegevens en
optionele sensorgegevens.
OPMERKING: Als het geheugen van toestel vol is, worden de
oudste gegevens overschreven.
Werken met de geschiedenis
De geschiedenis bevat voorgaande activiteiten die u op het
toestel hebt opgeslagen.
1
Houd MENU ingedrukt.
2
Selecteer Geschiedenis > Activiteiten.
3
Selecteer een activiteit.
4
Selecteer een optie:
• Selecteer Details om extra informatie over de activiteit
weer te geven.
24
30)
(Kompasinstellingen,
30). Als u de hoogtemeter- of
• Selecteer Ronden om een ronde te selecteren en extra
informatie weer te geven over elke ronde.
• Selecteer Intervallen om een interval te selecteren en
extra informatie weer te geven over elk interval.
• Selecteer Sets om een oefeningenset te selecteren en
extra informatie weer te geven over elke set.
• Selecteer Kaart om de activiteit op de kaart weer te
geven.
• Selecteer Training Effect
het effect van de activiteit op uw aerobe en anaerobe
fitness weer te geven.
• Selecteer Tijd in zone
weergeven, pagina
24) om uw tijd in elke hartslagzone
weer te geven.
• Selecteer Hoogteprofiel om een hoogtegrafiek van de
activiteit weer te geven.
• Selecteer Wis om de geselecteerde activiteit te
verwijderen.
Multisportgeschiedenis
Op uw toestel worden de algehele gegevens van uw
multisportactiviteiten opgeslagen, inclusief totale afstand, tijd,
calorieën en optionele aanvullende gegevens. Op uw toestel
worden ook per sportsegment en overgang de
activiteitgegevens gescheiden, zodat u soortgelijke
trainingsactiviteiten kunt vergelijken en kunt zien hoe snel u de
overgangen doorloopt. De overgangsgeschiedenis omvat
afstand, tijd, gemiddelde snelheid en calorieën.
Tijd in elke hartslagzone weergeven
Voordat u hartslagzonegegevens kunt weergeven, dient u een
activiteit met hartslag te voltooien en deze op te slaan.
Het bekijken van uw tijd in elke hartslagzone kan u helpen bij
het aanpassen van uw trainingsintensiteit.
1
Houd MENU ingedrukt.
2
Selecteer Geschiedenis > Activiteiten.
3
Selecteer een activiteit.
4
Selecteer Tijd in zone.
Gegevenstotalen weergeven
U kunt gegevens over de totaal afgelegde afstand en totaal
verstreken tijd weergeven die zijn opgeslagen op uw toestel.
1
Houd MENU ingedrukt.
2
Selecteer Geschiedenis > Totalen.
3
Selecteer indien nodig een activiteit.
4
Selecteer een optie om uw wekelijkse of maandelijkse totalen
weer te geven.
De afstandteller gebruiker
De afstandteller houdt automatisch de in totaal afgelegde
afstand, het bereikte hoogteverschil en de tijd bij tijdens
activiteiten.
1
Houd MENU ingedrukt.
2
Selecteer Geschiedenis > Totalen > Kilometerteller.
3
Selecteer UP of DOWN om de totalen van de afstandteller
weer te geven.
Geschiedenis verwijderen
1
Houd MENU ingedrukt.
2
Selecteer Geschiedenis > Opties.
3
Selecteer een optie:
• Selecteer Wis alle activiteiten om alle activiteiten uit de
geschiedenis te verwijderen.
(Training Effect, pagina
(Tijd in elke hartslagzone
Geschiedenis
16) om