Verantwoordelijkheid van de
eigenaar
De eigenaar/gebruiker dient zijn motor goed
t e
l a t e n
o n d e r h o u d e n ,
emissiewaarden aan de voorgeschreven
certificatienormen blijven voldoen.
De eigenaar/gebruiker mag niemand toelaten
of opdracht geven om aanpassingen aan een
motor aan te brengen, die het vermogen
zouden wijzigen of de emissiewaarden boven
de vastgelegde fabrieksspecificaties zouden
doen stijgen.
EPA-emissievoorschriften
Alle nieuwe Sea-Doo-sportboten uit 1999 of
recenter, geproduceerd door BRP, werden
gecertificeerd door de EPA en voldoen aan de
vereisten uit de voorschriften ter beperking van
d e
l u c h t v e r v u i l i n g
sportbootmotoren. Deze certificatie is
voorwaardelijk voor bepaalde aanpassingen
van de fabrieksnormen. Daarom moet de
fabrieksprocedure voor het onderhoud van dit
product strikt worden gevolgd en moet er, zo
veel mogelijk, worden teruggekeerd naar de
oorspronkelijke bedoeling van het ontwerp.
De hierboven beschreven verantwoordelijk-
heden zijn algemeen en vormen geen limita-
tieve opsomming van alle regels en voor-
schriften met betrekking tot de door de EPA
gestelde eisen aan vaartuigen die uitlaatgas-
sen produceren. Meer uitgebreide informatie
kunt u verkrijgen bij de volgende instanties:
PER POST (IN DE V.S.)
Office of Mobile Sources
Engine Programs and Compliance
Division
Engine Compliance Programs
Group (6403J)
401 M St. NW
Washington, DC 20460
VIA EXPRESPOST OF COURIERDIENST
Office of Mobile Sources
Engine Programs and Compliance
Division
Engine Compliance Programs
Group (6403J)
501 3rd St. NW
Washington, DC 20001
o p d a t
d e
d o o r
n i e u w e
EPA INTERNET-WEBSITE:
www.epa.gov
WAARSCHUWING
Voer enkel werkzaamheden uit die in deze
handleiding worden beschreven. Het
v e r d i e n t
a a n b e v e l i n g
onderdelen/systemen, die niet in deze
handleiding worden behandeld, regelmatig
te laten nakijken door een erkend Sea-Doo-
dealer. Tenzij anders vermeld, mag de
m o t o r
n i e t
d r a a i e n ,
veiligheidskoord uit het contact worden
v e rw i j d e r d e n m o e t d e h o o f d a c c u -
verbreker worden uitgeschakeld voor alle
onderhoudswerken. Hef de sportboot nooit
op aan onderdelen van de jetpomp.
S o m m i g e
o n d e r d e l e n
motorcompartiment kunnen erg heet zijn.
R e c h t s t r e e k s e a a n r a k i n g k a n t o t
brandwonden leiden. Wanneer u de motor
laat draaien terwijl de sportboot uit het
water is, kunnen de warmtewisselaars erg
heet worden. Vermijd elke aanraking van de
warmtewisselaars om brandwonden te
voorkomen.
OPMERKING: De inspectie geldt voor beide
motoren, indien van toepassing.
Smering
BELANGRIJK: Smeer het veiligheids-
koord/DESS-contact NIET. Dit zou een goed
elektrisch contact verhinderen.
d e
a n d e r e
m o e t
h e t
i n
h e t
83