– Voor hun eigen veiligheid en die van
anderen moeten alle personen die niet of
slech t kun nen zwemmen en kleine
kinderen te allen tijde een reddingsvest
dragen, of de boot nu stilligt of vaart.
– Controleer het reddingsvest regelmatig
om te verzekeren dat het niet gescheurd
is, dat de drijfkussens niet lek zijn en dat
alle zomen en naden intact zijn.
– Bij reddingsvesten die kapok bevatten
kunnen de kapok-vezels met water
v e r z a d i g d r a k e n e n h u n d r i j v e n d
vermogen verliezen, wanneer de vinyl-
inleggen worden geperforeerd. Als de
kapok hard wordt of doordrenkt is met
w a t e r m o e t u z e v e r v a n g e n . U w
reddingsvest kan immers dienst weigeren
wanneer u het nodig heeft.
Hypothermie
Hypothermie, het verlies van lichaamswarm-
te in het water, is een belangrijke oorzaak van
overlijden ten gevolge van een vaarongeluk.
Een persoon die onderkoeld raakt zal het be-
wustzijn verliezen en verdrinken.
Reddingsvesten kunnen de overlevingsduur
verlengen dankzij hun isolerend vermogen.
Natuurlijk heeft men minder nood aan isolatie
naarmate het water warmer is. Wanneer u in
koud water vaart (onder 4,4°C (40°F)) kunt u
overwegen om een reddingsjack te dragen in
plaats van een reddingsvest, omdat dit een
groter deel van het lichaam bedekt.
Wat u dient te weten over bescherming tegen
hypothermie:
1. Wanneer u in het water drijft probeert u be-
ter niet te zwemmen, tenzij om een vaar-
tuig in uw buurt te bereiken, een andere
overlevende of een drijvend voorwerp
waaraan u zich kunt vasthouden. Onnodig
zwemmen versnelt het verlies van li-
chaamswarmte. In koud water zijn overle-
vingsmethodes waarbij u uw hoofd in het
water moet leggen af te raden. Houd uw
hoofd uit het water. Zo verliest u veel min-
der lichaamswarmte en verhoogt uw over-
levingsduur.
2. Blijf optimistisch over uw overleving en
redding. Zo vergroot u uw kansen om
langer te overleven en gered te worden.
Uw wil om te overleven maakt wel degelijk
het verschil!
3. Wanneer er verschillende personen in het
water liggen, is het aan te raden zo dicht
mogelijk bij elkaar te kruipen totdat er hulp
komt. Zo beperkt u het verlies van
lich aa ms wa rmte e n ve rho o gt u u w
overlevingsduur.
4. Draag altijd uw reddingsvest. Het zal u niet
beschermen tegen hypothermie, als u het
niet draagt wanneer u in het water belandt.
Brandblusapparaten
Als eigenaar van de boot bent u ervoor ver-
antwoordelijk dat er een goedgekeurd brand-
blusapparaat aan boord is.
Alle Klasse 1 motorboten, 4,8 meter tot
7,9 meter (16 tot minder dan 26 feet), moeten
één (1) draagbaar brandblusapparaat type B-
1 aan boord hebben, tenzij de boot is
uitgerust met een vast brandblussysteem in
het motorcompartiment.
De draagbare brandblusapparaten moeten
w o r d e n g e m o n t e e r d o p m a k k e l i j k
toegankelijke plaatsen uit de buurt van het
motorcompartiment. Alle personen aan boord
moeten weten waar de brandblusapparaten
zich bevinden en hoe ze werken.
OPMERKING: Test brandblusapparaten niet
uit door er een beetje blusmiddel uit te
spuiten. Anders kan het brandblusapparaat
dienst weigeren wanneer u het echt nodig
heeft!
15