Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Installaties Met Sip-Systemen; Starten - Johnson Pump SPX Flow TopWing Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

2.3.2

Installaties met SIP-systemen

TopWing pompen kunnen volgens de SIP-methode (ter plaatse steriliseren) worden gereinigd.
Neem contact op met uw lokale distributeur voor informatie over de temperatuur die nodig is voor dit
proces, omdat de temperatuur invloed heeft op de speling in de pomp.
Het is eventueel nodig installatie-onderdelen te steriliseren, d.w.z. tot hoge temperaturen (max.
140°C) te verwarmen, om organismen die zich nog op het oppervlak van de installatie bevinden te
doden. Steriliseren wordt gedaan met behulp van stoom of onder druk staand warm water.
2.4

Starten

Zorg dat alle aangesloten apparatuur schoon en vrij van vuil is en dat alle pijpleidingen goed
aangesloten en afgedicht zijn.
Controleer bij pompen die voorzien zijn van gespoelde afdichtingen of alle benodigde voor
zieningen voor het spoelen aangebracht en aangesloten zijn. Deze moeten voor voldoende
stroming en druk zorgen voor spoeldoeleinden. Raadpleeg uw leverancier voor meer informatie.
Voor plan van dichtingen, zie hoofdstuk 10.0.
Controleer de smering van de pomp en de aandrijving. De TopWing pompen worden zonder olie
geleverd en moeten tot de markering op het oliepeilglas worden gevuld. Zie "Sectie 3.3" voor de
hoeveelheid en soort olie.
Controleer, wanneer het systeem een externe ontlastklep bevat, of deze goed is ingesteld.
Geadviseerd wordt de ontlastklep lager in te stellen dan de systeemdruk. Na de inbedrijfstelling
moet de ontlastklep weer op de voor de toepassing vereiste instelling worden gezet. De vereiste
instelling mag nooit hoger zijn dan de maximumdruk van de pomp of de
systeemdruk, afhankelijk van welke de laagste is.
Controleer of de kleppen bij de inlaat en uitlaat volledig geopend zijn en of de pijpleidingen
niet geblokkeerd zijn. De TopWing pompen zijn verdringerpompen en mogen daarom niet met
een gesloten klep worden gebruikt, omdat dit tot overdruk, schade aan de pomp en mogelijk tot
schade aan het pompsysteem leidt.
Controleer of de aandrijfas de juiste draairichting voor de gewenste stroming heeft.
Controleer voordat u de pomp start, of er vloeistof aan de zuigzijde staat. Dit is uiterst belangrijk
bij pompen waarbij de productafdichtingen niet gespoeld worden, omdat deze afdichtingen nooit
droog mogen lopen.
Geadviseerd wordt de pomp voor het in bedrijf stellen kort te starten en stop te zetten om
de draairichting te controleren en om te controleren of er geen enkele belemmering voor de
werking is. Hierna kan de pomp worden gebruikt. Blijf de drukmeters voor de zuig- en afvoerzijde
controleren en controleer waar mogelijk de temperatuur van de pomp en het stroomverbruik.
24
Draairichting
Zuiging
Draairichting
Afvoer
Draairichting
Zuiging
A.0500.302 – IM-TW/16.00 NL (06/2019)

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave