GEMOTORISEERDE ACHTERKLEP
Voorzorgsmaatregelen voor het
gebruik
– Controleer voor het openen/sluiten van
de achterklep dat er voldoende ruimte is
om het uitvouwen mogelijk te maken. Als
dit niet het geval is, stopt u de beweging
van de achterklep met de bediening voor
de achterklep en houdt u de achterklep
met de hand op zijn plaats (de achterklep
kan nog steeds met de hand worden ge-
opend).
– Als de achterklep in beweging is en de
motor wordt gestart, wordt de beweging
enkele seconden gestopt en vervolgens
hervat.
– Voorkom herhaaldelijk handmatig stilleg-
gen van de automatische beweging van
de achterklep (risico op beschadiging van
het systeem van de achterklep).
– Het systeem kan tijdelijk problemen
ondervinden als één van de opname-
elementen in de achterkant van de
bumper is bedekt (vuil, modder, sneeuw,
Strooiwagens zout, enz.). Reinig de sen-
soren. Als het probleem aanhoudt, moet
u een merkdealer raadplegen.
3.42
(5/5)
Storingen
Als u de gemotoriseerde achterklep voort-
durend beweegt gedurende ongeveer een
minuut (herhaaldelijk openen en sluiten),
wordt ze geblokkeerd om oververhitting te
voorkomen en wordt de normale werking
hersteld na ongeveer een minuut.
De gemotoriseerde achterklep werkt niet als
de accu niet genoeg geladen is. In dat geval
dient u de gemotoriseerde achterklep te be-
dienen terwijl de motor draait.
Schakel de handsfree-functie
uit als u het volgende wilt doen:
– rijden door een wasstraat;
– de auto met de hand wassen;
– de trekhaak gebruiken;
– ...
Risico van onbedoeld openen of slui-
ten van de achterklep waardoor letsel
kan worden veroorzaakt.
Opmerking: Bij zeer koud weer werkt het
automatisch openen mogelijk niet als de af-
dichtrubbers van de achterklep vastgevro-
ren zijn.
Verantwoordelijkheid van de
bestuurder tijdens het parke-
ren of stoppen van de auto
Laat nooit een kind, een niet-
autonome volwassene of een dier achter
de achterklep van de auto staan en laat
ze nooit alleen achter in de auto, zelfs
niet voor eventjes.
Zij kunnen zichzelf of anderen in gevaar
brengen door bijvoorbeeld de motor te
starten, door apparatuur te bedienen,
zoals bijvoorbeeld de ruitbediening en
de gemotoriseerde achterklep of door de
portieren te vergrendelen.
LEVENSGEVAAR OF GEVAAR VAN
ERNSTIG LETSEL.