SNELHEIDSREGELAAR (1/4)
1
De snelheidsregelaar is een functie die u
helpt de door u gekozen rijsnelheid op een
constante waarde vast te houden, dit wordt
de ingestelde snelheid genoemd.
Vanaf 30 km/u kunt u de snelheid traploos
instellen.
De snelheidsregelaar heeft in
geen enkel geval invloed op
het remsysteem.
2.60
a
3
2
4
b
Bedieningsknoppen
1 Hoofdschakelaar Aan/Uit.
2 Schakelaars voor:
a Inschakelen, in het geheugen opslaan
en verhogen van de ingestelde snel-
heid (+) ;
b Verlagen van de ingestelde snelheid
(-).
3 Inschakelen met oproepen van de inge-
stelde snelheid (R).
4 Uitschakelen van de functie (de inge-
stelde snelheid blijft in het geheugen)
(O).
Deze functie is een extra hulp
tijdens het rijden. Deze functie
neemt niet de taak van de be-
stuurder over. U moet zich ten
allen tijde houden aan de voorgeschre-
ven snelheid en blijven opletten (u moet
altijd klaar zijn om te remmen in alle
omstandigheden), de snelheidsrege-
laar ontslaat de bestuurder niet van zijn
verantwoordelijkheid. De snelheidsrege-
laar moet niet gebruikt worden in druk
verkeer, op een bochtige of gladde weg
(ijzel, aquaplaning, kiezelsteentjes) en
als de weersomstandigheden ongunstig
zijn (mist, regen, zijwind, enz.).
Kans op ongevallen.