TIPS VOOR HET RIJDEN, ZUINIG RIJDEN
ECO-modus
De ECO-modus is een functie die het brand-
stofverbruik zo laag mogelijk houdt. Deze
werkt op bepaalde stroomverbruikende sys-
temen in de auto (verwarming, airconditio-
ning, stuurbekrachtiging, enz.) en op be-
paalde rij-activiteiten (versnellen, vertragen,
schakelen, gebruik van snelheidsregelaar,
enz.).
Doordat de versnelling wordt beperkt, wordt
gezorgd voor een rijstijl die geschikt is voor
in de stad of de periferie waarbij weinig
brandstof wordt verbruikt. Als de ECO-
modus wordt gebruikt, is het normaal dat het
verwarmingsniveau verandert.
2.22
(3/5)
4
Vrijloop in de ECO-modus
Afhankelijk van de auto wordt, bij auto's met
een automatische transmissie, in de rem-
fasen (met de voet volledig van het gas-
pedaal), de vrijloop ingeschakeld (automa-
tisch neutraal) om afremmen op de motor
te verminderen zodat u verder komt zonder
gas te geven, om brandstof te besparen.
Raadpleeg "Menu voor het personaliseren
van de instellingen van de auto" in hoofd-
stuk 1 om de vrijloopstand te activeren of te
deactiveren.
Activeren van de functie
De functie kan worden ingeschakeld:
– door op de schakelaar 4 te drukken;
– met de centrale bediening 5 (raadpleeg
de paragraaf "Multi-Sense" in hoofdstuk
3);
– afhankelijk van de auto, vanuit het na-
vigatiemenu van het multimediascherm
(raadpleeg het instructieboekje van het
5
multimediasysteem).
Het controlelampje
instrumentenpaneel om de inschakeling te
bevestigen.
Tijdens het rijden kan de ECO-modus tijde-
lijk worden verlaten om de motor weer op
volle kracht te laten werken.
Druk daartoe het gaspedaal diep in.
De ECO-modus wordt weer ingeschakeld
zodra u de druk op het gaspedaal vermin-
dert.
Uitschakelen van de functie
Druk op de schakelaar 4.
Het controlelampje
mentenpaneel gaat uit om de uitschakeling
te bevestigen.
verschijnt op het
op het instru-