EEN PASSAGIER OF LADING VERVOEREN
Gewichtsbeperkingen
Respecteer altijd de gewichtsbeper-
kingen voor bestuurders en lading.
Gewichtsbeperkingen
Gewichtsbeperking
van het voertuig
(inclusief
bestuurder,
passagier, lading en
extra accessoires)
Opbergvak vooraan
Elke zadeltas
Bovenste opbergvak
Door overgewicht:
-
kunt u minder goed versnellen,
remmen of draaien.
-
werkt het VSS minder efficiënt.
-
neemt het risico op omslaan toe
als de last hoog is of achteraan
zit.
-
zit het voertuig lager bij de
grond en vergroot het risico om
op lage obstakels te rijden of
over een oneven wegoppervlak
te rijden.
-
stijgt het risico op kapotte ban-
den.
Besturing met extra be-
lasting
Een passagier of een zware lading
vervoeren beïnvloedt de handelbaar-
heid van het voertuig omdat het
zwaarder wordt en omdat het ge-
wicht anders verdeeld is.
1. U zult niet zo snel kunnen op-
trekken. Laat meer ruimte en
tijd toe om in te halen.
2. U zult niet zo snel kunnen stop-
pen. Houd meer afstand, min-
stens drie seconden, op uw
voorligger. Houd zelfs nog meer
94
Alle
modellen
behalve F3
199 kg
Limited-
modellen
F3 Limited-
209 kg
modellen
6,8 kg
6,8 kg
6,8 kg
afstand als de rijomstandighe-
den niet ideaal zijn (bv. beperkte
zichtbaarheid, wegdek in slech-
te staat).
3. U zult niet zo scherp of zo snel
kunnen draaien. Vertraag voor
de bocht nog meer dan anders
en vermijd scherpe bochten.
4. De Spyder roadster is minder
stabiel. Het risico dat u bij extre-
me manoeuvres overkop gaat
of omslaat is groter bij lasten
die hoger zijn of verder achter-
aan zitten (zoals een passagier).
OPMERKING: De effectiviteit van
de VSS neemt af bij gebruik boven
de maximaal toegestane belasting.
Een passagier vervoeren
De Spyder roadster is ontworpen
voor slechts één passagier die
achter de bestuurder zit. Vervoer
nooit meerdere passagiers.
Neem pas een passagier mee als
u voldoende rijervaring hebt opge-
daan in diverse omstandigheden
en uw voertuig perfect kunt bestu-
ren.
De passagier moet mentaal fris en
waakzaam zijn, met de voeten aan
de voetsteunen en de handvatten
kunnen raken, zodat hij het even-
wicht kan bewaren en zich bij plot-
se manoeuvres kan vasthouden.
Hij mag de bestuurder niet afleiden.
WAARSCHUWING
Neem nooit een passagier mee
als er geen passagiersgrepen
op het voertuig zijn gemon-
teerd.
Let erop dat de passagier een ge-
paste beschermende rijuitrusting
draagt. De passagier moet dezelfde
beschermende uitrusting dragen
als de bestuurder, in het bijzonder
een helm. Een integraalhelm is
aanbevolen. Bij een noodstop kan