2. Trek de zekering uit.
3. Controleer of de gloeidraad is
gesmolten.
ZEKERING
1. Goede zekering
2. Kapotte zekering
3. Gesmolten gloeidraad
4. Vervang de zekering door een
met dezelfde specificatie. In de
zekeringenkast zitten in het
deksel van de zekeringsdoos.
WAARSCHUWING
Het gebruik van zekeringen met
zwaardere
specificaties
zware schade en brand veroor-
zaken.
5. Breng de deksels over zekerin-
gen en duw voorzichtig naar
beneden tot ze dichtklikken om
de deksels van de zekeringsdo-
zen te sluiten.
6. Breng de deksels boven de ze-
keringsdozen en druk voorzich-
tig naar beneden tot de deksels
van de zekeringsdozen dichtklik-
ken om de deksels te sluiten.
7. Plaats de mand en sluit het op-
bergvak vooraan.
Lichten
Als een licht op het voertuig niet
meer werkt, vervangt u de lamp
van het kapotte licht.
Als het licht nog niet werkt, laat het
voertuig dan nakijken door een er-
kende Can-Am roadster dealer.
HOE VERVANGT U DE ZEKERINGEN EN LAMPEN
LET OP Draai de contactscha-
kelaar altijd op UIT voordat u een
lamp vervangt om elektrische
schokken te vermijden.
Controleer na vervanging altijd of
het licht wel werkt.
TYPISCH - LOCATIE LICHTEN - VOOR-
KANT VAN HET VOERTUIG - NOORD-
AMERIKAANSE MODELLEN F3-BASIS EN
F3-S
1. Richtingaanwijzer
2. Koplamp
3. Mistlichten (optioneel)
4. Standlicht
kan
TYPISCH - LOCATIE LICHTEN - VOOR-
KANT VAN HET VOERTUIG - NOORD-
AMERIKAANSE MODELLEN F3-T EN F3
LIMITED
1. Richtingaanwijzer
2. Koplampen
3. Mistlichten (optioneel)
4. Standlicht
153