NODIGE RIJVAARDIGHEID EN PRAKTIJKOEFENINGEN
-
Stop aan het einde van de
rechte lijn, draai het stuur hele-
maal naar rechts, en keer om.
Let op dat u geen gas geeft
terwijl u draait. Stop als u omge-
keerd staat in de richting van de
rechte lijn.
-
Herhaal deze oefening tot u het
gevoel hebt dat het vlot gaat.
Tips voor extra oefeningen
-
Naarmate u de frictiezone beter
aanvoelt, kunt u om de 12 m
(om de 2 bakens) proberen te
stoppen zodat u de koppeling
helemaal kunt loslaten.
3) De motor stoppen tijdens het
rijden
Doel
-
Vertrouwd raken met het ge-
bruik van de motorstopschake-
laar tijdens het rijden, zodat u
weet hoe uw voertuig gaat rea-
geren als u die later moet gebrui-
ken.
Aanwijzingen
-
Een beetje verder op de rechte
lijn schakelt u, terwijl u in de
frictiezone rijdt, de motorstop-
schakelaar op UIT en laat u het
voertuig vrijlopend tot stilstand
komen.
-
Start de motor opnieuw en her-
haal de oefening. Probeer de
koppeling verder los te laten en
een beetje sneller vooruit te
gaan voordat u de motorstop-
schakelaar gebruikt.
68
1. Start
2. Druk de motorstopschakelaar in
3. Ga door tot het einde van de rechte lijn,
stop en draai zoals de vorige keer
4. Stop
5. Druk de motorstopschakelaar in
Start de motor opnieuw en ga door
naar de volgende oefening.
4) De gashendel en koppeling
gebruiken
Doel
-
Leer de gashendel gebruiken.
-
Leer de gashendel en de koppe-
lingshendel op mekaar afstem-
men.
Aanwijzingen
Deze oefening lijkt sterk op de oe-
fening over de frictiezone, maar
deze keer geeft u wel wat gas.
Gebruik de volledige rechte lijn en
stop alleen aan het einde ervan.
-
Start deze oefening in stilstand
in eerste versnelling, aan het
begin van een rechte lijn.