PRIMAIRE BESTURINGSELEMENTEN
Als de bestuurder bij het vertragen
niet lager schakelt en als het toeren-
tal onder een bepaalde drempel
valt, schakelt de versnellingsbak
automatisch één versnelling lager.
Als de motor in een versnelling
wordt gestart, wordt automatisch
naar neutraal geschakeld.
6) Rempedaal
Het rempedaal bevindt zich voor
de rechtse voetsteun. Druk dit in
om te remmen. Met dit pedaal
remt u op de drie wielen.
1. Rempedaal
2. Voetsteun
OPMERKING: Zorg ervoor dat uw
voet tijdens het rijden niet tegen
het rempedaal leunt. Anders zal het
motorbeheer het motor manage-
ment noodprogramma activeren
om het remsysteem te bescher-
men.
7) Parkeerremknop
De parkeerremknop bevindt zich
links op het stuur. Hiermee kunt u
de elektrische parkeerrem in- of
uitschakelen.
Op SE6-modellen hoort u een piep
van 20 seconden als u de motor
stopt terwijl de parkeerrem niet is
ingeschakeld.
18
F3 EN F3 S
1. Parkeerremknop
F3 T EN LIMITED
1. Parkeerremknop
OPMERKING: Om de parkeerrem
in of uit te schakelen moet de con-
tactsleutel op AAN gedraaid zijn.
OPMERKING: Het accuvoltage
moet minimaal 11 V bedragen om
de parkeerrem in te schakelen. Het
indicatorlichtje voor de parkeerrem
schakelt AAN als het voltage onder
de 11 V bedraagt.
Om de parkeerrem te activeren,
drukt u in stilstand op de parkeer-
knop. Het remlichtje gaat knippe-
ren.
OPMERKING: De parkeerrem kan
niet worden ingeschakeld als het
voertuig sneller rijdt dan 10 km/h.
Zorg dat de parkeerrem helemaal
is ingeschakeld. Houd de koppeling
(op model SM6) ingedrukt en be-
weeg het voertuig naar voor en
naar achter.