Download Print deze pagina

Can-Am SPYDER F3 ROADSTER 2018 Series Gebruikershandleiding pagina 132

Advertenties

ONDERHOUDSPROCEDURES
Inspectie van de luchtfilter
Inspecteer de luchtfilter op proper-
heid en schade.
OPMERKING
papieren filter blazen is niet aan
te raden. Dit kan de papiervezels
beschadigen en het filtervermo-
gen verminderen in een stoffige
omgeving.
OPMERKING
wasmiddel om de papierfilter te
wassen.
OPMERKING
luchtinlaatdemper en verwijder
alle stof en vuil, waarbij u erop
let dat u niets in het schone deel
van de motorluchtinlaat blaast of
verplaatst (na de luchtfilter).
OPMERKING
Verwijder alle stof
en vuil die in het schone deel van
de motorluchtinlaat kan zijn ge-
blazen of verplaatst (na de lucht-
filter). Reinig door aan het stof te
trekken, en niet door het naar
binnen te duwen.
Vervang waar nodig de luchtfilter
volgens het aanbevolen onder-
houdsschema en specifiek gebruik
(vooral in stoffige omgevingen).
Installatie luchtfilter
Voor de montage gaat u omge-
keerd te werk als voor de verwijde-
ring. Let echter op het volgende:
Zorg ervoor dat de ring waarop de
luchtfilter ligt, plat is en goed is
geplaatst, voordat u de luchtfilter
plaatst.
Zorg ervoor dat het luchtfilter in de
juiste richting is geplaatst.
OPMERKING: Er is een speciaal
gebied op de filter voor het opschrij-
ven van de datum en kilometer-
stand waarop de nieuwe filter is
geplaatst.
Plaats het luchtfilterdeksel op de
luchtinlaatdemper.
130
Perslucht op de
Gebruik
geen
Inspecteer
de
Draai de schroeven in een sterpa-
troon aan.
AANDRAAIMOMENT
Borgschroeven
luchtfilterdeksel
Motorkoelvloeistof
Controle motorkoelvloeistofpeil
WAARSCHUWING
Als het reservoir wordt geopend
kan de koelvloeistof zeer heet
zijn en uit de motor spatten als
die heet is. Controleer het peil
van de koelvloeistof als de mo-
tor koud is om brandwonden te
vermijden.
Het koelsysteem moet worden
gevuld met gedistilleerd water en
een antivriesoplossing (50% gedis-
tilleerd water, 50% antivriesmid-
del).
Gebruik voor de beste prestaties
(Stuknr. 219 702 685) of gelijkwaar-
dig.
Controleer bij een koude motor het
peil van de koelvloeistof als volgt:
1. Parkeer het voertuig op een
stevige, vlakke ondergrond.
2. Open het opbergvak vooraan.
3. Verwijder de onderhoudsdeksel
aan de voorkant Zie CARROSSE-
RIE .
4. Controleer het koelvloeistofpeil
aan de rechterkant. De koelvloei-
stof moet enigszins zichtbaar
zijn maar mag het peil van het
KOUD-merkteken niet overschrij-
den.
OPMERKING: Als de motor heet
is, moet de koelvloeistof zichtbaar
zijn maar mag het peil van het
HEET-merkteken niet overschrij-
den.
3 N•m ± 0,5 N•m

Advertenties

loading