Inspecteer het volgende voordat u het voertuig
start:
STUK
Banden
Wielen en
wielmoeren
Aandrijfriem
Lekkage
Alle deksels van
opbergvakken
Spiegels
Rempedaal
Gashendel
Koppelingshendel
(model SM6)
Versnellings-
schakelaar
(model SE6)
Gewicht
Pneumatische
ophanging
(alleen
F3-T-modellen)
Controleer op schade. Inspecteer bandenspanning en slijtage
van het bandprofiel. Raadpleeg de
ONDERHOUDSPROCEDURES .
Controleer op schade. Draai elke wielmoer op het voorwiel
met de hand aan om zeker te zijn dat ze niet los zit. Kijk na
of de moer van de wielas achteraan nog op zijn plaats zit.
Controleer op uitrafelen, scheuren, perforaties of ontbrekende
tanden. Controleer de uitlijning. Raadpleeg
ONDERHOUDSPROCEDURES voor meer informatie
Kijk onder het voertuig of er geen lekken zijn.
Trekken om te zien of het goed vastzit.
Reinigen en afstellen: (zie SPIEGELS in APPARATUUR ).
Indrukken en controleren of u voldoende weerstand voelt. Het
pedaal moet helemaal terugkomen als het wordt losgelaten.
Meermaals ronddraaien. Het moet vrij te bedienen zijn en na
het loslaten terugkeren in ruststand.
Pas aan naar wens (zie ELEMENTAIRE
BEDIENINGSELEMENTEN ). Indrukken om zeker te zijn dat het
normaal functioneert en terugkomt als het wordt losgelaten.
Kijk na of de versnellingsschakelaar in beide richtingen
normaal functioneert en bij loslaten naar het midden
terugkeert.
Zorg ervoor dat het totale gewicht van het voertuig (inclusief
bestuurder, passagier, lading en extra accessoires) niet meer
dan de aanbevolen belasting in het hoofdstuk TECHNISCHE
SPECIFICATIES bedraagt.
Inspecteer spanning, raadpleeg BASISPROCEDURES .
PROCEDURE
CHECKLIST VOOR HET VERTREK
113