ONDERHOUDSPROCEDURES
1. Oliefilterdeksel
2. O-ringen
3. Oliefilter
13. Laat voldoende tijd toe om het
koppelingsdeksel volledig leeg
te laten lopen.
14. Controleer de oliefilterruimte op
vuil en verontreinigingen en rei-
nig deze.
15. Reinig de magneet op de mag-
netische aftapplug.
16. Plaats de beide aftappluggen
terug met NIEUWE dichtingsrin-
gen en O-ringen.
OPMERKING
Dichtingsringen en
o-ringen van aftappluggen nooit
hergebruiken. Altijd vervangen
door nieuwe.
17. Draai de aftappluggen vast zoals
aangegeven.
AANDRAAIMOMENT
Aftapplug
(oliecarterpaneel)
AANDRAAIMOMENT
Magnetische
aftapplug
(koppelingsdeksel)
18. Plaast een NIEUW motoroliefil-
ter.
19. Plaats NIEUWE o-ringen op het
oliefilterdeksel.
20. Plaats het oliefilterdeksel en
draai volgens specificatie aan.
128
28 N•m ± 2 N•m
20 N•m ± 2 N•m
AANDRAAIMOMENT
Oliefilterdeksel
21. Schenk de volgende hoeveel-
heid van de aanbevolen olie bij
in de olietank.
INHOUD OLIETANK
ALS U DIT
MODEL
DOET...
De motorolie en
het motoroliefilter
vervangen
De motorolie, de
SE6
motoroliefilter en
de
HCM-oppervlakte-
filter vervangen
De motorolie en
SM6
het motoroliefilter
vervangen
22. Plaats de peilstok terug en draai
hem er helemaal in.
23. Controleer het motoroliepeil. Zie
CONTROLE MOTORKOEL-
VLOEISTOFPEIL in dit hoofd-
stuk.
OPMERKING
Kijk na of het olie-
druklichtje uitgaat binnen de
5 seconden nadat de motor
wordt gestart. LEG DE MOTOR
STIL als het oliedruklampje lan-
ger dan 5 seconden blijft bran-
den, en controleer het oliepeil
nogmaals.
24. Verzeker u ervan dat het motor-
oliefilterpaneel, de magnetische
aftapplug (koppelingsdeksel) en
de aftapplug (oliecarterpaneel)
niet lekken.
25 N•m ± 3 N•m
AANTAL
4,7 L
4,9 L
4,5 L