NODIGE RIJVAARDIGHEID EN PRAKTIJKOEFENINGEN
8c) Lager schakelen van tweede
naar eerste
Oefen als er voldoende ruimte is
met schakelen van tweede naar
eerste.
Verminder op de rechte strook uw
snelheid tot ongeveer 16 km/h.
-
Neem gas terug en trek de
koppelingshendel in.
-
Trap de schakelhendel in om
naar eerste versnelling te scha-
kelen.
-
Ontkoppel rustig.
-
Plaats uw voet terug op de
voetsteun.
8d) Overige versnellingen
Als er voldoende ruimte voor is
kunt u ook naar en uit hogere ver-
snellingen schakelen. Volg dezelfde
procedure en schakel telkens één
versnelling hoger of lager.
Tips voor extra oefeningen
Naargelang u meer ervaring op-
doet, kunt u uw schakelvaardigheid
verder verfijnen en aanwenden om
het voertuig beter in de hand te
houden.
-
Als u een beetje gas bijgeeft
terwijl u lager schakelt en tege-
lijk vlot ontkoppelt kunt u de
motor sneller een toerental la-
ten bereiken dat past bij de
snelheid van het voertuig en
ook vlotter lager schakelen zon-
der dat het achterwiel gaat slip-
pen.
74
-
Door lager te schakelen ver-
traagt het voertuig als u geen
gas geeft. Men spreekt ook wel
van "remmen op de motor". Om
op de motor te remmen, scha-
kelt u versnelling per versnelling
lager en ontkoppelt u telkens u
schakelt. Houd de koppeling in
de frictiezone tot het toerental
stabiel is en ontkoppel de hen-
del dan helemaal tot u klaar
bent om nog een versnelling la-
ger te schakelen.
-
Gewoonlijk schakelt u versnel-
ling per versnelling lager, maar
versnellingen overslaan gaat
ook door de koppeling ingedrukt
te houden en de schakelhendel
zoveel keer in te trappen of op
te trekken als u versnellingen
wilt schakelen.
Denk eraan dat het remmen op de
motor niet door VSS wordt gere-
geld. Door aan een hoge snelheid
in een te lage versnelling te schake-
len, kan het achterwiel slippen en
kunt u, zeker in bochten, de contro-
le verliezen, tollen, omslaan of
overkop gaan.
9) Zwenken
Doel
-
Vertrouwd raken met de bestu-
ring van het voertuig bij snelle
manoeuvres.
-
Probeer verschillende varianten
van remmen en uitwijken.
Aanwijzingen
Stel de bakens op zoals in het on-
derstaande schema. Gebruik voor
deze oefening als bakens geen
vaste of harde, zware voorwerpen.
-
Nader de dubbele kegels met
ongeveer 8 km/h en behoud de
snelheid gedurende de oefe-
ning.
-
Stuur rond de lijn van de kegels.