1. Accu
Accu opladen
Het voertuig is uitgerust met een
onderhoudsvrije accu die volledig
is afgesloten. Er hoeft geen water
te worden bijgevuld om het elektro-
lytpeil aan te passen. Mogelijk
moet de accu worden opgeladen
als gedurende langer dan één
maand niet met het voertuig werd
gereden.
Laat de accu steeds vervangen
door een erkende Can-Am roadster
dealer.
WAARSCHUWING
Gebruik geen conventionele
loodaccu's. Uit de opening van
een conventionele loodaccu kan
lood lekken. Er kan ook zuur
uitlekken als de accubehuizing
is gebarsten of beschadigd. Dat
kan zware brandwonden veroor-
zaken.
De accu kan worden opgeladen
terwijl deze op het voertuig is geïn-
stalleerd.
OPMERKING
Volg de aanwijzin-
gen bij uw acculader. Een foute
oplaadprocedure kan de accu
beschadigen.
Om de accu op te laden gaat u als
volgt te werk:
1. Open het opbergvak vooraan.
2. Verwijder de mand Raadpleeg
CARROSSERIEPANELEN .
3. Sluit de RODE (+) kabel aan op
de overeenstemmende pool.
ONDERHOUDSPROCEDURES
4. Sluit de ZWARTE (-) kabel aan
op de overeenstemmende pool.
OPMERKING
Verbind altijd eerst
de RODE (+) kabel om schade
aan het elektrische systeem van
het voertuig te vermijden.
1. ZWARTE (-) pool
2. RODE (+) pool
5. Start de acculader. De oplaadtijd
hangt af van het laadvermogen.
Als de accu is opgeladen:
6. Sluit eerst de ZWARTE (-) kabel
aan.
7. Verwijder de RODE (+) kabel.
OPMERKING
eerst de ZWARTE (-) kabel om
schade aan het elektrische sys-
teem van het voertuig te vermij-
den.
8. Plaats de mand terug en sluit
het opbergvak vooraan.
Hiervoor mag een standaard accu-
lader worden gebruikt. Het aanbe-
volen laadvermogen is 2 A. Als de
accu leeg is kan deze met een
startkabel aan een autoaccu wor-
den gestart (zie het onderdeel RE-
PARATIE ONDERWEG ).
Om de accu thuis op te laden kan
deze traag worden opgeladen met
een "druppellader". Dat soort lader
kan gedurende langere tijd aange-
sloten blijven zonder de accu te
beschadigen. Houd u steeds aan
de laadtijd die is aanbevolen in de
aanwijzingen bij de lader.
Ontkoppel altijd
133