„Menu"
Instellen /
Proc. vulniveau
Configureren
11.2.9
Ontluchting
82
6.
Controleer of de niveaumeting werkt zoals verwacht.
„Proc. vulniveau" de niveaumeting opnieuw
In dit submenu kan via
worden gekalibreerd, als met een ander maximaal vulniveau moet
worden gewerkt.
1.
Bij
„Kalibreren" het gewenste „Proc. vulniveau" selecteren.
„Kalib. "vulniveau"" verschijnt.
ð De weergave
2.
De niveaumeter in het doseermedium dompelen.
[draaiknop] het gewenste percentage voor dit niveau
3.
Met de
[draaiknop] drukken.
instellen en op de
ð De toepassing springt terug naar het begin van het
menu.
4.
Controleer of de niveaumeting werkt zoals verwacht.
„Configureren" moeten de waarschuwingsdrem‐
In het submenu
pels worden ingevoerd voor de continue niveaumeting evenals de
gewenste eenheid.
„Waarsch.-drempel niveau" in % invoeren en op de
1.
Het
[draaiknop] drukken.
„Foutdrempel niveau" in % invoeren en op de
2.
Het
[draaiknop] drukken.
„Eenheid vulniveau" voor de nevenweergave "Continu
3.
De
niveau" selecteren:
indrukken.
„Menu / Informatie è Instellingen è Ontluchting è ..."
„Ontluchting" is bedoeld voor het aangestuurd ont‐
De functie
luchten van de doseereenheid.
De software-oplossing bevindt zich altijd in de pompbesturing.
Voor het ontluchten roept de pomp de functie
kan de pomp de gasbellen - afhankelijk van de tegendruk - ook
zonder ontluchtingsventiel (magneetventiel) uit de doseereenheid
pompen.
Beschikt de pomp over de identcode-optie "Relais"-"met automati‐
sche ontluchting" (naderhand in te bouwen), kan de pomp via een
ontluchtingsrelais worden ontlucht.
Er zijn 2 manieren om de perszijde automatisch te ontluchten via
de hardware:
via de ontluchtingsmodule van ProMinent in de doseereenheid.
n
via een door de klant uitgevoerde ontluchtingsmogelijkheid in
n
de persleiding.
Gedurende de aanzuigperiode wijzigt de schakel‐
toestand van het relais - optie "Relais" - "Met auto‐
matische ontluchting".
„Procent" of „Liter" en de [draaiknop]
„Aanzuigen" op. Zo