Instelling in menu
Slagpuls** (taktgeefrelais)
Pulshoeveelheid** (taktgeefre‐
lais)
Dosering / charge
Ontluchting***
Relais-polariteit
Instelling in menu
Verbreekcontact
Maakcontact
9.3.5.2
Uitgang "Storingsmeldrelais" (identcode 1)
P_SI_0043
Afb. 24: Toewijzing bij kabel
Werking
Het relais schakelt bij elke slag.
Het relais schakelt altijd bij het bereiken van de ingestelde pulshoeveel‐
heid.
Het relais schakelt z'n toestand, zolang een charge wordt afgewerkt.
Het relais opent een optioneel geïnstalleerd ontluchtingsventiel, zodra
de besturing het aanstuurt.
* Zie hoofdstuk "Storingen verhelpen"
** Voor dit relaistype kan alleen
geleiderrelais).
*** Voor dit relaistype kan alleen
Hier kan worden ingesteld hoe een relais moet schakelen.
Resultaat
Het relais is bij normaal bedrijf gesloten en opent bij de activerende gebeur‐
tenis. (NC)
Het relais is bij normaal bedrijf geopend en sluit bij de activerende gebeur‐
tenis. (NO)
Een storingsmeldrelais is optioneel bestelbaar - zie bestelinfor‐
matie in de bijlage. Dit wordt voor het geven van een signaal bij
een storing in de pomp en bij de waarschuwingsmeldingen "Vloei‐
stofpeil laag 1e niveau" en "Vloeistofpeil laag 2e niveau" gebruikt.
Het storingsmeldrelais kan naderhand worden ingebouwd en werkt
na het plaatsen van de relaiskaart - zie de aanvullende handleiding
"Relaisuitbreiding".
Het gedrag is vanuit de fabriek geprogrammeerd. Is een andere
schakelfunctie gewenst, kan de pomp in het menu
omgeprogrammeerd.
Het relais kan naderhand worden ingebouwd en werkt na het
plaatsen van de relaiskaart.
Installeren, elektrisch
„Relais 2" worden gebruikt (half‐
„Relais 1" worden gebruikt.
„Relais" worden
47