INFORMATIE
Indien
de
storingscode
desinfectiefunctie niet onderbroken wordt omdat er warm
tapwater genomen wordt, wordt geadviseerd het volgende
te doen:
▪ Wanneer de Warmtapwater > Instelpuntstand >
Warmhouden of Warmh + gprog wordt geselecteerd,
wordt geadviseerd het starten van de desinfectiefunctie
te programmeren minstens 4 uur na een voorzien
verbruik van veel warm tapwater. Deze start kan via de
installateurinstellingen
worden.
▪ Wanneer de Warmtapwater > Instelpuntstand > Uitsl
geprog geselecteerd wordt, wordt geadviseerd een
Opslag economisch? te programmeren 3 uur vóór de
geplande start van de desinfectiefunctie om de tank al
voor te verwarmen.
Storingscodes van de gasketel
De controller op de gasboiler detecteert storingen en geeft deze
weer op het display aan de hand van storingscodes.
Als de LED knippert heeft de controller een probleem gedetecteerd.
Zodra het probleem is opgelost, kan de controller opnieuw worden
opgestart door de knop in te drukken.
De volgende tabel toont een lijst van storingscodes en de mogelijke
oplossingen.
Storings
Oorzaak
Mogelijke oplossing
code
10, 11,
Sensorstoring S1
▪ Controleer de bedrading
12, 13,
▪ Vervang S1
14
20, 21,
Sensorstoring S2
▪ Controleer de bedrading
22, 23,
▪ Vervang S2
24
0
Sensorstoring na
Vervang sensor S1 en/of S2
zelfcontrole
1
Temperatuur te
▪ Lucht in installatie
hoog
▪ Pomp werkt NIET
▪ Onvoldoende
▪ Radiatoren zijn gesloten
▪ Pompinstelling is te laag
2
S1 en S2
▪ Controleer kabelset
verwisseld
▪ Vervang S1 en S2
4
Geen vlamsignaal
▪ Gastap is gesloten
▪ Geen
▪ Gasaanvoerdruk is te laag of
▪ Gasklep of ontstekingseenheid is
5
Zwak vlamsignaal
▪ Condensatieafvoer geblokkeerd
▪ Controleer regeling van gasklep
EVLQ05+08CAV4 + EHYHBH05AA + EHYHBH/X08AA +
EHYKOMB33AA
Daikin Altherma hybrid warmtepomp
4P3556341 – 2013.05
AH
verschijnt
en
de
(desinfectiefunctie)
ingesteld
stroming
installatie
of
onjuiste
ontstekingsspeling
afwezig
NIET geactiveerd
Storings
Oorzaak
code
6
Vlamdetectiestorin
g
8
Onjuist
ventilatortoerental
29, 30
Storing
gaskleprelais
14
Als afval verwijderen
14.1
Het koelmiddel verwijderen
Om het milieu te beschermen, verwijder het koelmiddel enkel in de
volgende gevallen:
▪ wanneer de unit verplaatst of weggegooid moet worden,
▪ na onderhouds of servicewerkzaamheden op de koelmiddelkant
van het systeem.
OPMERKING
Om het koelmiddel te verwijderen (door leeg te pompen),
stop de compressor vooraleer de koelmiddelleidingen te
verwijderen. Indien de compressor nog steeds werkt en de
afsluiter open staat tijdens het verwijderen van het
koelmiddel, zal lucht in het systeem gezogen worden.
Hierdoor zal de compressor beschadigd worden en kunnen
mensen verwondingen oplopen als gevolg van de
abnormale druk in de koelmiddelcyclus.
Het leegpompen verwijdert al het koelmiddel uit het systeem en zelfs
uit de buitenunit.
1 Verwijder de deksels van de vloeistofafsluiter en de
gasafsluiter.
2 Voer een gedrongen koeling uit.
3 Wacht 5 tot 10 minuten (of slechts 1 of 2 minuten bij zeer lage
omgevingstemperaturen (<−10°C)) en sluit daarna de
vloeistofafsluiter met een zeskantsleutel.
in
4 Controleer met het verdeelstuk of vacuüm werd bereikt.
5 Wacht 2 tot 3 minuten en sluit daarna de gasafsluiter en stop de
gedwongen koeling.
b
c
a
d
e
d
a
Gasafsluiter
b
Richting om te sluiten
c
Zeskantsleutel
d
Afsluiterdeksel
e
Vloeistofafsluiter
14 Als afval verwijderen
Mogelijke oplossing
▪ Vervang
ontstekingskabel
bougiedop
▪ Vervang ontstekingseenheid
▪ Vervang ketelcontroller
▪ Ventilator raakt behuizing
▪ Bedrading tussen ventilator en
behuizing
▪ Controleer bedrading op slecht
contact
▪ Vervang ventilator
Vervang ketelcontroller
Uitgebreide handleiding voor de installateur
en
91