Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Vereisten Inzake De Plaats Waar De Binnenunit Geïnstalleerd Wordt; De Koelmiddelleidingen Voorbereiden; De Koelleidingen Isoleren; Vereisten Voor De Koelmiddelleidingen - Daikin Altherma EVLQ05+08CA Handleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Altherma EVLQ05+08CA:
Inhoudsopgave

Advertenties

6 Voorbereiding
a
Afdakje tegen de sneeuw
b
Voetstuk
c
Belangrijkste windrichting
d
Luchtuitlaat
▪ De  unit  moet  zodanig  geplaatst  worden  dat  er  onder  de
bodemplaat  van  de  unit  steeds  een  vrije  ruimte  van  minimum
15  cm  aanwezig  is,  ongeacht  de  weersomstandigheden  (bijv.
zware  sneeuwval).  Het  is  raadzaam  de  unit  op  een  hoogte  van
minimum 30 cm te plaatsen. Zie "7.2 De buitenunit monteren" op
pagina 23 voor meer informatie.
▪ In  streken  met  heftige  sneeuwval  is  het  belangrijk  om  een
installatieplaats  te  selecteren  waar  de  sneeuw  GEEN  invloed
heeft  op  de  unit.  Wanneer  de  sneeuw  zijwaarts  kan  vallen,  zorg
ervoor  dat  de  spoel  van  de  warmtewisselaar  NIET  door  de
sneeuw gehinderd kan worden. Indien nodig, monteer een afdakje
tegen de sneeuw en een voetstukje.
6.1.3
Vereisten inzake de plaats waar de
binnenunit geïnstalleerd wordt
▪ Houd rekening met de volgende richtlijnen:
Maximum toegestane lengte voor de
koelmiddelleidingen tussen de binnenunit en de
buitenunit
Minimum toegestane lengte voor de
koelmiddelleidingen tussen de binnenunit en de
buitenunit
Maximum toegestaan hoogteverschil tussen de
binnenunit en de buitenunit
Maximale equivalente leidinglengte tussen de 3­
wegklep en de binnenunit (voor installaties met
warmtapwatertank)
Maximale equivalente leidinglengte tussen de
warmtapwatertank en de binnenunit (voor
installaties met warmtapwatertank)
(a)
Raadpleeg de installatiehandleiding van de buitenunit.
(b)
Leidingdiameter 0,75".
▪ Houd  rekening  met  de  volgende  richtlijnen  inzake  de  benodigde
ruimte:
10
350
(mm)
Installeer de unit NIET in een van de volgende plaatsen:
▪ In de aanwezigheid van dampen van minerale olie, oliespray of ­
dampen.
De  kwaliteit  van  de  onderdelen  in  kunststof  kan  verminderen  en
ze kunnen van het toestel vallen of waterlekken veroorzaken.
▪ Geluidsgevoelige  zones  (zoals  naast  een  slaapkamer  en
dergelijke), zodat het geproduceerd geluid in bedrijf geen overlast
veroorzaakt.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
16
(a)
20 m
3 m
20 m
(b)
3 m
(b)
10 m
500
▪ De ondergrond moet sterk genoeg zijn om het gewicht van de unit
te dragen. Neem als gewicht het gewicht van de unit met een volle
tank voor warm tapwater.
Zorg  ervoor  dat  in  het  geval  van  een  waterlek,  het  water  geen
schade kan berokkenen aan de installatieruimte en de omgeving.
▪ Op  zeer  vochtige  plaatsen  (rel.  vochtigheid=max.  85%),  bijv.  een
badkamer.
▪ Op  plaatsen  onderhevig  aan  vorst.  De  omgevingstemperatuur
rond de binnenunit moet >5°C bedragen.
▪ De  binnenunit  is  ontworpen  om  alleen  binnen  geïnstalleerd  te
worden  bij  omgevingstemperaturen  van  5~35°C  in  de  koelstand
en van 5~30°C in de verwarmingstand.
6.2
De koelmiddelleidingen
voorbereiden
6.2.1
De koelleidingen isoleren
▪ Neem polyethyleenschuim als isolatiemateriaal:
▪ met  een  warmteoverdrachtsfactor  begrepen  tussen  0,041  en
0,052 W/mK (0,035 en 0,045 kcal/mh°C)
▪ bestand tegen minstens 110°C
▪ Dikte van de isolatie
Buitendiameter van
Binnendiameter van
de buizen (Ø
)
de isolatie (Ø
p
6,4 mm (1/4")
8~10 mm
15,9 mm (5/8")
16~20 mm
Ø
Ø
i
i
Ø
Ø
p
p
t
6.2.2
Vereisten voor de koelmiddelleidingen
▪ Gebruik uitgegloeide buizen, in functie van de buisdiameter.
▪ De  minimumbuisdikte  dient  te  voldoen  aan  de  geldende
wetgeving.  De  minimumbuisdikte  voor  R410A­leidingen  moet
voldoen aan de waarden in de volgende tabel.
Leiding voor...
Buitendiameter
(Ø)
Vloeistof
6,4 mm (1/4")
Gas
15,9 mm (5/8")
6.3
De waterleidingen voorbereiden
6.3.1
Vereisten voor de watercircuits
▪ Gebruik de binnenunit ALLEEN in een gesloten waterinstallatie.
Het  systeem  in  een  open  waterinstallatie  gebruiken  zou
overmatige corrosie als gevolg hebben.
▪ De maximumwaterdruk bedraagt 3 bar.
Voorzie  gepaste  veiligheden  in  het  watercircuit  om  ervoor  te
zorgen dat de maximumdruk NIET overschreden wordt.
▪ Indien  warmtepompconvectoren  worden  aangesloten,  mag  de
temperatuur van het water in de convectoren NIET hoger worden
dan 65°C. Plaats zo nodig een thermostatisch geregelde klep.
▪ Indien  vloerverwarmingslussen  worden  aangesloten,  plaats  een
mengstation  om  te  beletten  dat  het  water  te  warm  in  het
vloerverwarmingcircuit binnen zou komen.
EVLQ05+08CAV4 + EHYHBH05AA + EHYHBH/X08AA +
Isolatiedikte (t)
)
i
10 mm
13 mm
Buisdikte (t)
≥0,8 mm
Ø
t
≥1,0 mm
EHYKOMB33AA
Daikin Altherma hybrid warmtepomp
4P355634­1 – 2013.05

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Altherma ehyhbh05aaAltherma ehyhbh/x08aaAltherma ehykomb33aa

Inhoudsopgave