a
Momentsleutel
b
Moersleutel
c
Verbinding van de leidingen
d
Voor verbrede uiteinden bedoelde moer
Leidingmaat
Aanhaalmome
(mm)
nt (N•m)
Ø6,4
15~17
Ø15,9
63~75
7.6.1
Richtlijnen voor het buigen van leidingen
Gebruik een buisbuiger om bochten te maken. Alle buisbochten
moeten zo zacht mogelijk zijn (de bochtstraal moet 30~40 mm
bedragen of meer zelfs).
7.6.2
Het uiteinde van een buis verbreden
VOORZICHTIG
▪ Een onvolledige verbreding kan lekken van koelgas
veroorzaken.
▪ Gebruik getrompte buizen NIET opnieuw. Gebruik
nieuwe getrompte buizen om ervoor te zorgen dat geen
koelgas kan lekken.
▪ Gebruik de getrompte moeren die bij de unit werden
meegeleverd. Andere getrompte moeren gebruiken
kunnen koelgaslekken veroorzaken.
1 Snijd de uiteinden van de buizen af met een buissnijder.
2 Verwijder de bramen en houd daarbij het afgesneden uiteinde
naar beneden, zodat er geen bramen in de buis terecht kunnen
komen.
a
b
a
Snijd exact af in rechte hoeken.
b
Verwijder de bramen.
3 Verwijder de getrompte moer van de afsluiter en zet de
getrompte moer op de buis.
4 Verbreed de buis. Verbreed exact op de plaats zoals getoond
op de volgende afbeelding.
A
Normaal verbredingsgereedschap
Verbredingsgeree
Koppelingstype
dschap voor
(Ridgidtype)
R410A
(koppelingstype)
A
0~0,5 mm
1,0~1,5 mm
5 Controleer of de verbreding goed werd uitgevoerd.
a
b
c
a
De binnenkant van de verbreding mag geen
barsten of gebreken vertonen.
b
Het uiteinde van de buis moet gelijkmatig en
volgens een perfecte cirkel verbreed zijn.
c
Zorg ervoor dat de getrompte moer opgehoffen
wordt.
EVLQ05+08CAV4 + EHYHBH05AA + EHYHBH/X08AA +
EHYKOMB33AA
Daikin Altherma hybrid warmtepomp
4P3556341 – 2013.05
Afmetingen
Vorm van de
(mm) van de
verbreding
verbreding
(mm)
90° ±2
8,7~9,1
19,3~19,7
A
R=0.4~0.8
Vleugelmoertype
(Imperialtype)
1,5~2,0 mm
7.6.3
Het uiteinde van een buis solderen
De binnenunit en de buitenunit hebben getrompte verbindingen.
Verbind beide uiteinden zonder te solderen. Indien solderen nodig
zou zijn, houd dan rekening met het volgende:
▪ Tijdens het solderen, blaas stikstof erdoorheen om te beletten dat
er zich een grote geoxideerde film zouden vormen langs de
binnenzijde van de buizen. Deze film heeft een negatief effect op
de kleppen en compressoren in het koelsysteem en zorgt dat de
installatie slecht gaat werken.
▪ Stel met de drukregelaar de stikstofdruk in op 20 kPa (juist
genoeg opdat dit op de huid voelbaar is).
a
b
f
a
Koelmiddelleidingen
b
Te solderen gedeelte
c
Kleefband
d
Handmatige klep
e
Drukregelaar
f
Stikstof
▪ Gebruik GEEN antioxidanten om de buizen samen te solderen.
▪ Gebruik GEEN vloeimiddel wanneer u koelmiddelleidingen koper
op koper soldeert. Gebruik fosforkopersoldeervulstof (BCuP),
zodat er geen vloeimiddel nodig is.
7.6.4
Omgaan met de afsluiter
Houd rekening met de volgende richtlijnen:
▪ De afsluiters zijn standaard gesloten.
▪ De volgende afbeelding illustreert elk onderdeel nodig voor de
afsluiter.
a
b
c
d
a
Servicepoort en dop van de servicepoort
b
Klepsteel
c
Aansluiting voor buis te plaatse
d
Steeldop
▪ Houd beide afsluiters open tijdens de bewerking.
▪ Oefen NIET teveel kracht uit op de klepsteel. Anders kan de
behuizing van de afsluiter breken.
▪ Open of sluit altijd de afsluiter eerste met een moersleutel en los
schroef dan de getrompte moer los of span deze aan met een
momentsleutel. Zet de moersleutel NIET op de steeldop, omdat dit
anders voor koelmiddellekken kan zorgen.
a
Moersleutel
b
Momentsleutel
▪ Wanneer verwacht wordt dat de werkdruk laag zal zijn (tijdens het
koelen bij lage buitenluchttemperaturen, bijv.), sluit dan de
getrompte moer in de afsluiter op de gasleiding voldoende af met
een siliconendichting als maatregel tegen het bevriezen.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
7 Installatie
c
d
e
f
a
b
29