OPMERKING
▪ Wanneer
de
aanvoerwatertemperaturen aangepast worden, moeten
ook
alle
gewenste
aangepast worden, zodat ze binnen de grenswaarden
blijven.
▪ Zorg steeds voor een evenwicht tussen de gewenste
aanvoerwatertemperatuur
kamertemperatuur en/of de capaciteit (in functie van de
kenmerken van de geselecteerde warmteafgevers). De
gewenste aanvoerwatertemperatuur is het resultaat
van verschillende instellingen (voorgeprogrammeerde
waarden,
omschakelwaarden,
curven, aanpassing). Bijgevolg kunnen te hoge of te
lage aanvoerwatertemperaturen overtemperaturen of
gebrek aan capaciteit veroorzaken. Door het bereik van
de
aanvoerwatertemperaturen
geschikte waarden (afhankelijk van de warmteafgever)
kunnen dergelijke situaties vermeden worden.
Voorbeeld: Stel de minimumaanvoerwatertemperatuur in op 28°C
om te beletten dat de kamer NIET voldoende verwarmd kan worden:
de aanvoerwatertemperaturen MOETEN voldoende hoger zijn dan
de kamertemperaturen (in verwarming).
#
Code
Het bereik van de aanvoerwatertemperaturen van de primaire
aanvoerwatertemperatuurzone (= de
aanvoerwatertemperatuurzone met de laagste
aanvoerwatertemperatuur voor verwarming en de hoogste
aanvoerwatertemperatuur voor koeling)
[A.3.1.1.2.2] [900]
Maximumtemp (verwarm)
37~80°C (standaard: 80°C)
[A.3.1.1.2.1] [901]
Minimumtemp (verwarm)
15~37°C (standaard: 25°C)
[A.3.1.1.2.4] [902]
Maximumtemp (koelen)
18~22°C (standaard: 22°C)
[A.3.1.1.2.3] [903]
Minimumtemp (koelen)
5~18°C (standaard: 5°C)
Het bereik van de aanvoerwatertemperaturen van de secundaire
aanvoerwatertemperatuurzone (= de
aanvoerwatertemperatuurzone met de hoogste
aanvoerwatertemperatuur voor verwarming en de laagste
aanvoerwatertemperatuur voor koeling)
[A.3.1.2.2.2] [906]
Maximumtemp (verwarm)
37~80°C (standaard: 80°C)
[A.3.1.2.2.1] [905]
Minimumtemp (verwarm)
15~37°C (standaard: 25°C)
[A.3.1.2.2.4] [908]
Maximumtemp (koelen)
18~22°C (standaard: 22°C)
[A.3.1.2.2.3] [907]
Minimumtemp (koelen)
5~18°C (standaard: 5°C)
EVLQ05+08CAV4 + EHYHBH05AA + EHYHBH/X08AA +
EHYKOMB33AA
Daikin Altherma hybrid warmtepomp
4P3556341 – 2013.05
bereiken
voor
de
aanvoerwatertemperaturen
met
de
gewenste
weersafhankelijke
te
beperken
tot
Beschrijving
De aanvoerwatertemperatuur rond 0°C compenseren
Wanneer de buitentemperatuur ongeveer 0°C bedraagt, wordt
plaatselijk de gewenste aanvoerwatertemperatuur hoger tijdens het
verwarmen. Deze compensatie kan geselecteerd worden wanneer
een absolute of weersafhankelijke gewenste temperatuur gebruikt
wordt (zie de afbeelding hieronder). Gebruik deze instelling om
mogelijke warmteverliezen van het gebouw door de verdamping van
gesmolten ijs of sneeuw (bijv. in landen of streken waar het koud
kan zijn) te compenseren.
T
T
t
t
L
L
R
R
T
A
0°C
0°C
a
b
a
Absoluut gewenste aanvoerwatertemperatuur
b
Weersafhankelijke gewenste
aanvoerwatertemperatuur
#
Code
Nvt
[D03]
▪ 0 (uitgeschakeld) (standaard)
▪ 1 (geactiveerd) L=2°C,
R=4°C (−2°C<T
▪ 2 (geactiveerd) L=4°C,
R=4°C (−2°C<T
▪ 3 (geactiveerd) L=2°C,
R=8°C (−4°C<T
▪ 4 (geactiveerd) L=4°C,
R=8°C (−4°C<T
Maximummodulatie aanvoerwatertemperatuur
ALLEEN van toepassing in kamerthermostaatregeling en wanneer
modulatie is ingeschakeld. De maximummodulatie (= afwijking) van
bijv. 3°C voor de gewenste aanvoerwatertemperatuur bepaald op
basis van het verschil tussen de werkelijke kamertemperatuur en de
gewenste
kamertemperatuur
aanvoerwatertemperatuur met 3°C verhoogd of verlaagd kan
worden. Deze modulatie vergroten zorgt voor betere prestaties
(minder AAN/UIT, sneller verwarmen), maar er MOET ALTIJD,
afhankelijk van de warmteafgever, een evenwicht zijn (raadpleeg de
kenmerken van de geselecteerde warmteafgevers) tussen de
gewenste
aanvoerwatertemperatuur
kamertemperatuur.
#
Code
Nvt
[806]
0~10°C (standaard: 5°C)
De weersafhankelijke koeling beperken
ALLEEN van toepassing voor EHYHBX. De weersafhankelijke
koeling kan uitgeschakeld worden, wat betekent dat de gewenste
aanvoerwatertemperatuur
tijdens
buitenomgevingstemperatuur afhangt, ongeacht of weersafhankelijk
al dan NIET geselecteerd werd. Dit kan zowel voor de primaire
aanvoerwatertemperatuurzone
aanvoerwatertemperatuurzone afzonderlijk ingesteld worden.
#
Code
Nvt
[104]
De weersafhankelijke koeling van de
primaire aanvoerwatertemperatuurzone
is...
▪ 0 (uitgeschakeld)
▪ 1 (ingeschakeld) (standaard)
Uitgebreide handleiding voor de installateur
8 Configuratie
T
A
Beschrijving
<2°C)
A
<2°C)
A
<4°C)
A
<4°C)
A
betekent
dat
de
gewenste
en
de
gewenste
Beschrijving
koeling
NIET
van
als
voor
de
secundaire
Beschrijving
de
61