13 Opsporen en verhelpen van storingen
17 Plaats de behuizing, draai de 2 schroeven aan de linker en
rechterzijde van het display vast.
18 Sluit het deksel van het display.
19 Controleer de verwarming en de warmwateraanvoer.
13
Opsporen en verhelpen van
storingen
13.1
Overzicht: storingen opsporen en
verhelpen
13.2
Algemene richtlijnen
Vooraleer met de procedure voor het oplossen van problemen te
beginnen, moet de unit grondig visueel gecontroleerd worden,
waarbij gekeken wordt naar zichtbare defecten, zoals losse
aansluitingen of kapotte bedrading.
WAARSCHUWING
▪ Controleer steeds of de spanning op de unit is
afgesloten vooraleer de schakelkast van de unit te
controleren.
Schakel
stroomonderbreker uit.
▪ Als een veiligheidstoestel geactiveerd werd, moet u de
unit uitschakelen en controleren waarom het
veiligheidstoestel werd geactiveerd vooraleer deze te
resetten. Overbrug NOOIT een veiligheidstoestel of
wijzig zijn waarde niet in een waarde verschillend van
de standaardinstelling. Indien u de oorzaak van het
probleem niet kunt vinden, neem dan contact op met
uw dealer.
GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE
WAARSCHUWING
Om gevaar als gevolg van het per ongeluk resetten van de
thermische beveiliging te voorkomen, mag dit toestel NIET
worden gevoed via een externe schakelinrichting zoals een
timer of zijn aangesloten op een circuit dat regelmatig IN
en UITgeschakeld wordt door de voorziening.
GEVAAR: RISICO OM ZICH TE VERBRANDEN
Uitgebreide handleiding voor de installateur
86
13.3
13.3.1
De temperatuurinstelling is NIET
juist
Het waterdebiet is te laag
de
respectievelijk
Het watervolume in de installatie
is te laag
Problemen op basis van
symptomen oplossen
Symptoom: De unit verwarmt of koelt
NIET zoals verwacht
Mogelijke oorzaken
Controleer de
temperatuurinstelling op de
afstandsbediening. Raadpleeg
de gebruiksaanwijzing.
Controleer de volgende zaken:
▪ Alle
watercircuit
open.
▪ De waterfilter is schoon.
Reinig deze indien nodig.
▪ Er zit geen lucht in het
systeem.
nodig. U kunt handmatig
ontluchten
"10.3.1
ontluchten" op pagina
de functie voor automatisch
ontluchten
"10.3.2
ontluchten" op pagina 79).
▪ De waterdruk is >1 bar.
▪ Het expansievat is NIET
gebarsten of defect.
▪ De
watercircuit is NIET te hoog is
voor de pomp (zie
curve" op pagina 117).
Indien het probleem nog steeds
aanwezig is nadat u alle
hierboven beschreven punten
hebt gecontroleerd, neem dan
contact op met uw dealer. In
sommige gevallen is het normaal
dat de unit beslist om een laag
waterdebiet te gebruiken.
Controleer of het watervolume in
de installatie boven de vereiste
minimumwaarde is (zie
"6.3.3 Het watervolume
controleren" op pagina 18).
EVLQ05+08CAV4 + EHYHBH05AA + EHYHBH/X08AA +
Daikin Altherma hybrid warmtepomp
Wat te doen
afsluiters
van
het
staan
volledig
Ontlucht
indien
(zie
Handmatig
79) of
gebruiken
(zie
Automatisch
weerstand
in
het
"16.7 ESP
EHYKOMB33AA
4P3556341 – 2013.05