Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Inbedrijfstelling; Overzicht: Inbedrijfstelling; Checklist Vooraleer Proef Te Draaien - Daikin Altherma EVLQ05+08CA Handleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Altherma EVLQ05+08CA:
Inhoudsopgave

Advertenties

10 Inbedrijfstelling
 Ontsteking
Wanneer  de  ventilator  zijn  startsnelheid  heeft  bereikt,  wordt  de
brander  ontstoken  door  middel  van  elektrische  vonken.  Tijdens
ontsteking  zal  de  code  zichtbaar  zijn  op  het  servicedisplay.  Als  de
brander  NIET  ontsteekt,  gebeurt  een  nieuwe  ontstekingspoging
plaats  na  15  seconden.  Als  de  brander  na  4  ontstekingspogingen
nog steeds NIET brandt, gaat de ketel naar de storingsstand.
 Warm tapwater
De aanvoer van warm tapwater heeft voorrang op ruimteverwarming
uitgevoerd  door  de  gasboiler.  Als  de  flowsensor  een  verzoek  voor
warm  tapwater  van  meer  dan  2  l/min  detecteert,  wordt
ruimteverwarming  door  de  gasboiler  onderbroken.  Nadat  de
ventilator  de  snelheidscode  heeft  bereikt  en  de  ontsteking  is
gebeurd, gaat de ketelcontroller naar de warm tapwaterstand.
Tijdens  gebruik  van  warm  tapwater  wordt  de  ventilatorsnelheid  en
dus  het  apparaatvermogen  geregeld  door  de  gasboilercontroller
zodat  de  warm  tapwatertemperatuur  de  gewenste  instelling  voor
warm tapwatertemperatuur bereikt.
De  temperatuur  van  het  afgeleverd  warm  tapwater  moet  op  de
gebruikersinterface  van  de  hybridmodule  worden  ingesteld.  Zie  de
uitgebreide handleiding voor de gebruiker voor meer informatie.
 Comfortfunctie warm tapwater/Vorstbeveiliging/
Warmhoudfunctie
  verschijnt  op  het  display  wanneer  of  de  comfortfunctie  warm
tapwater,  of  de  vorstbeveiliging  of  de  warmhoudfunctie  is
ingeschakeld.
 ruimteverwarming
Wanneer een verzoek voor ruimteverwarming wordt ontvangen van
de  binnenmodule,  wordt  de  ventilator  gestart,  gevolgd  door  de
ontsteking  en  de  modus  voor  ruimteverwarming.  Tijdens  de
ruimteverwarming  wordt  de  ventilatorsnelheid  en  dus  het
apparaatvermogen  geregeld  door  de  gasboilercontroller  zodat  de
watertemperatuur 
voor 
ruimteverwarming 
aanvoertemperatuur  voor  ruimteverwarming  bereikt.  Tijdens  de
ruimteverwarming  wordt  de  gewenste  aanvoertemperatuur  voor
ruimteverwarming weergegeven op het bedieningspaneel.
De  aanvoertemperatuur  voor  de  ruimteverwarming  moet  worden
ingesteld  op  de  gebruikersinterface  van  de  hybridmodule.  Zie  de
uitgebreide handleiding voor de gebruiker voor meer informatie.
10

Inbedrijfstelling

INFORMATIE
▪ Gedurende  de  eerste  bedrijfsperiode  van  de  unit  kan
het  nodige  opgenomen  vermogen  hoger  zijn  dan  dat
vermeld op het typeplaatje van deze unit. Dit fenomeen
wordt  veroorzaakt  door  de  compressor,  die  een
continue  looptijd  van  50  uur  nodig  heeft  voordat  een
vlotte  werking  en  stabiel  stroomverbruik  wordt
gerealiseerd.
▪ Vooraleer  op  te  starten  moet  de  installatie  gedurende
minstens  2  uur  onder  spanning  staan  om  de
carterverwarming te laten werken.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
78
10.1
Het in bedrijf stellen houdt typisch volgende stappen in:
1
De "Checklist vooraleer te testen" controleren.
2
Ontluchten.
3
Het systeem testen.
4
Indien nodig, een of meerdere stelmotoren testen.
5
Indien nodig, de dekvloer van de vloerverwarming drogen.
6
Een ontluchting van de gastoevoer uitvoeren.
7
De gasboiler testen.
10.2
Laat het systeem NIET werken vooraleer de volgende controles OK
zijn:
De binnenunit moet juist gemonteerd zijn.
De buitenunit moet juist gemonteerd zijn.
De gasboiler is juist gemonteerd.
De  volgende  ter  plaatse  te  voorziene  bedradingen
werden  gelegd  conform  dit  document  en  de  geldende
wetgeving:
de 
gewenste
De  communicatiekabel  tussen  de  gasboiler  en  de
binnenunit is juist gemonteerd.
Het systeem is goed en op de juiste manier geaard en de
aardingsklemmen zijn goed aangehaald.
De 
veiligheidsapparaten  voldoen  aan  dit  document  en
werden niet overbrugd.
De voedingsspanning komt overeen met de spanning op
het identificatieplaatje van de unit.
Er  zijn  GEEN  losse  aansluitingen  of  verbindingen  of
beschadigde elektrische onderdelen in de schakelkast.
Er  zijn  GEEN  beschadigde  onderdelen  of  buizen  die
tegen de binnenkant van de binnen­ of buitenunit gedrukt
worden.
Er zijn GEEN koelmiddellekkages.
De koelmiddelleidingen (gas en vloeistof) zijn thermisch
geïsoleerd.
De  juiste  buismaten  werden  geplaatst  en  de  leidingen
zijn goed en op de juiste manier geïsoleerd.
Er zijn GEEN waterlekkages in de binnenunit.
Er zijn GEEN waterlekkages in de gasboiler.
Er  zijn  GEEN  waterlekkages  in  de  verbinding  tussen  de
gasboiler en de binnenunit.
De  afsluiters  zijn  op  de  juiste  manier  gemonteerd  en
staan volledig open (ter plaatse te voorzien).
Overzicht: Inbedrijfstelling
Checklist vooraleer proef te
draaien
▪ Tussen het lokaal voedingsbord en de binnenunit
▪ Tussen de binnenunit en de kranen en kleppen (indien
van toepassing)
▪ Tussen de binnenunit en de kamerthermostaat (indien
van toepassing)
▪ Tussen de binnenunit en de tank voor warm tapwater
(indien van toepassing)
▪ Tussen  de  gasboiler  en  het  lokaal  voedingsbord
(alleen van toepassing in geval van hybridsysteem)
zekeringen 
of 
de 
EVLQ05+08CAV4 + EHYHBH05AA + EHYHBH/X08AA +
Daikin Altherma hybrid warmtepomp
lokaal 
geplaatste
EHYKOMB33AA
4P355634­1 – 2013.05

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Altherma ehyhbh05aaAltherma ehyhbh/x08aaAltherma ehykomb33aa

Inhoudsopgave