6
Voorbereiding
6.1
De installatieplaats voorbereiden
Installeer de unit NIET op een plaats die vaak als werkplaats wordt
gebruikt. Wanneer bouwwerken (bijv. slijpwerk) worden uitgevoerd
waarbij veel stof wordt geproduceerd, moet de unit worden afgedekt.
Kies een installatieplaats met voldoende ruimte om de unit in en uit
de site te kunnen dragen.
6.1.1
Vereisten inzake de plaats waar de
buitenunit geïnstalleerd wordt
Houd rekening met de volgende richtlijnen inzake de benodigde
ruimte:
>250
>350
b
a
(mm)
a
Luchtuitlaat
b
Luchtinlaat
Zie
"16.1 Afmetingen en ruimte voor service" op pagina
meer gedetailleerde informatie over de richtlijnen inzake de
benodigde ruimte.
OPMERKING
▪ Stapel de units NIET op elkaar op.
▪ Hang de unit NIET aan een plafond.
Indien
de
buitenunit
aan
omgevingstemperaturen blootgesteld kan zijn, houd rekening met de
volgende richtlijnen:
Grote windstoten en hevige wind (≥18 km/u) die tegen de luchtuitlaat
van
de
buitenunit
blazen,
(luchtaanzuiging of uitblaas). Dit kan de volgende gevolgen met
zich meebrengen:
▪ een vermindering van de capaciteit in bedrijf;
▪ een snellere en meer regelmatige ijsvorming tijdens het
verwarmen;
▪ stilvallen door een te lage druk;
▪ een gebroken ventilator (als hevige wind constant tegen de
ventilator blaast, kan deze beginnen zeer snel te draaien en na
een tijdje breken).
Er wordt geadviseerd een stootplaat te monteren wanneer de
luchtuitlaat aan wind blootgesteld is.
Installeer bij voorkeur de buitenunit met de luchtuitlaat naar de muur
gericht en NIET rechtstreeks aan wind blootgesteld.
EVLQ05+08CAV4 + EHYHBH05AA + EHYHBH/X08AA +
EHYKOMB33AA
Daikin Altherma hybrid warmtepomp
4P3556341 – 2013.05
b
>250
a
>250
(mm)
93 voor
veel
wind
en/of
lage
veroorzaken
kortsluitingen
b
a
Stootplaat
b
Belangrijkste windrichting
c
Luchtuitlaat
▪ Kies een plaats waar de warme/koude lucht uit de unit of het
lawaai ervan NIEMAND stoort.
▪ De lamellen van de warmtewisselaar zijn scherp en kunnen
iemand verwonden. Kies een installatieplaats waar er geen risico
is dat iemand zich kan verwonden (in het bijzonder in omgevingen
waar kinderen spelen).
▪ Geluidsgevoelige zones (zoals naast een slaapkamer en
dergelijke), zodat het geproduceerd geluid in bedrijf geen overlast
veroorzaakt.
Opmerking: Als het geproduceerd geluid in reële omstandigheden
wordt gemeten, zal de gemeten waarde omwille van het geluid
van de omgeving en de geluidsreflecties groter zijn dan het in de
specificaties onder Geluidspectrum vermeld geluidsdrukniveau.
Het is NIET aangewezen de unit op de volgende plaatsen te
installeren, omdat deze plaatsen de levensduur van de unit kunnen
verkorten:
▪ in kuststreken of plaatsen waar de lucht veel zout bevat. Corrosie
kan optreden,
▪ wanneer de spanning veel schommelt,
▪ In voertuigen of schepen,
▪ in de aanwezigheid van zuur of alkalinedampen.
6.1.2
Bijkomende vereisten inzake de
installatieplaats van de buitenunit in
koude klimaten
Bescherm de buitenunit tegen directe sneeuwval en zorg ervoor dat
de buitenunit NOOIT ingesneeuwd raakt.
c
Uitgebreide handleiding voor de installateur
6 Voorbereiding
b
a
a
c
b
15