7.8.13
De AAN/UIToutput van de ruimtekoeling/
verwarming aansluiten
1 Sluit de kabel van de AAN/UIToutput van de ruimtekoeling/
verwarming aan op de juiste aansluitklemmen zoals hieronder
afgebeeld.
a
Y2
A4P
A8P
a
De EKRP1HB dient verplicht geplaatst te worden.
2 Bevestig
de
kabel
kabelbinderbevestigingen.
7.8.14
De digitale inputs voor het
energieverbruik aansluiten
1 Sluit de kabel van de digitale inputs voor het energieverbruik
aan op de juiste aansluitklemmen zoals hieronder afgebeeld.
A4P
a
A8P
a
De EKRP1AHTA dient verplicht geplaatst te
worden.
2 Bevestig
de
kabel
kabelbinderbevestigingen.
EVLQ05+08CAV4 + EHYHBH05AA + EHYHBH/X08AA +
EHYKOMB33AA
Daikin Altherma hybrid warmtepomp
4P3556341 – 2013.05
29
X2M
X1M
X5M
met
kabelbinders
op
X2M
X1M
X5M
met
kabelbinders
op
7.9
De gasleidingen aansluiten
7.9.1
De gasleiding aansluiten
1 Sluit een gasklep aan op de gasaansluiting van 15 mm van de
gasboiler en sluit deze afsluiter aan op de lokale buis en houd
hierbij de lokale voorschriften in acht.
2 Installeer een gasmaasfilter in de gasaansluiting als het gas
mogelijk verontreinigd is.
3 Sluit de gasboiler aan op de gasaanvoer.
4 Controleer andere onderdelen op gaslekken bij een druk van
maximum 50 mbar (500 mm H
op de gasaanvoeraansluiting.
7.10
De ketel aansluiten op het
schoorsteengassysteem
de
De gasboiler is ENKEL ontworpen om onafhankelijk van kamerlucht
te werken.
De gasboiler wordt geleverd met een 60/100 concentrische
schoorsteengas/luchtinlaataansluiting. Een adapterstuk 80/125
concentrische aansluiting is ook beschikbaar.
Het concentrisch adapterstuk heeft een meetpunt voor de gasuitlaat
en een meetpunt voor de luchtinlaat.
a
a
Meetpunt gasuitlaat
b
Meetpunt luchtinlaat
De luchttoevoer en de rookafvoerbuis kunnen ook apart worden
aangesloten als een dubbele pijpaansluiting. Een optie om de
gasboiler te voorzien van een concentrische in plaats van een
dubbele pijpaansluiting, is beschikbaar.
OPMERKING
Wanneer u de gasuitlaat installeert, houd dan rekening met
de installatie van de buitenunit. Zorg dat de uitlaatgassen
niet in de verdamper worden gezogen.
Houd bij het plaatsen van de gasuitlaat en de luchtinlaat
rekening met het feit dat het onderhoud aan de binnenunit
steeds gemakkelijk moet kunnen worden uitgevoerd.
Wanneer de gasuitlaat/luchtinlaat achter de binnenunit
lopen, kan men niet aan het expansievat en zal het zo
nodig vanaf de buitenkant van de unit moeten worden
vervangen.
de
7 Installatie
O). Er mag geen belasting zijn
2
b
Uitgebreide handleiding voor de installateur
41