3.12 Bediening van de ruitenreinigingsinstallatie (cabine-uitvoering)
Een ruitenreinigingsinstallatie is in alle uitvoeringen met cabine aanwezig.
GEVAAR
Verwondingsgevaar! Wanneer de ruitenwisser bij geopende voorruit ingeschakeld wordt, glijdt deze uit de houder
aan het cabineframe en kan naar de binnenzijde van de cabine slaan.
Bij geopende voorruit de ruitenwisserschakelaar niet inschakelen.
Inschakelen van de ruitenwisser
•
Startschakelaar staat in stand RUN.
•
Schakelaar (1) in stand RUITENWISSEN/SPROEIEN drukken. De
ruitenwisser werkt, zolang de schakelaar in deze stand blijft.
•
Om uit te schakelen schakelaar (1) in stand OFF drukken.
OPMERKING
In de winter moet vóór het gebruik van de ruitenwisser worden gecontroleerd, of het ruitenwisserblad vastgevroren
is. In dit geval kan het ruitenwisserblad of de ruitenwissermotor worden beschadigd.
OPMERKING
De ruitenwisser alléén in werking stellen wanneer de ruit nat genoeg is. Zo nodig de ruitensproeiinstallatie van
tevoren inschakelen.
Inschakelen van de ruitensproei-installatie
De ruitensproei-installatie kan bediend worden wanneer de ruitenwisser in-
of uitgeschakeld is.
•
Is de ruitenwisser ingeschakeld: schakelaar (1) opnieuw in stand
RUITENWISSEN/SPROEIEN drukken en vasthouden.
•
Is de ruitenwisser uitgeschakeld: schakelaar (1) in stand OFF drukken
en vasthouden.
De ruitensproei-installatie werkt, zolang de schakelaar ingedrukt blijft.
Pagina 79/132
HE18 | Handleiding
Juni 2021