Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Veiligheidsbepalingen Bij Het Transport; Bergen - Eurotrac HE18 Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

3.

Veiligheidsbepalingen bij het transport

De gebruikte laadperrons moeten een voldoende draagvermogen bezitten, om het gewicht van de
graafmachine te kunnen opnemen. Zij moeten veilig op het transportvoertuig worden geplaatst en bevestigd.
Het laadvlak aan de achterzijde van het transportvoertuig met voldoende grote steunen ondersteunen.
De laadperrons moeten breder zijn dan de rupsband van de graafmachine en zijdelings zijn voorzien van
dwarsverbindingen.
Het transportvoertuig moet voor de last van de graafmachine zijn uitgevoerd.
Het linker en rechter laadperron zodanig plaatsen, dat de middenlijn van het transportvoertuig op de
middenlijn van de te laden graafmachine komt te liggen.
Het oprijden van de graafmachine op het transportvoertuig zonder oprit met gebruikmaking van de boom is
verboden.
De parkeerrem van het transportvoertuig aantrekken en alle wielen van het transportvoertuig aan voor- en
achterzijde met wiggen borgen.
De graafmachine moet met wiggen of kettingen of geschikte spanriemen op het transportvoertuig tegen
wegglijden worden geborgd. De wiggen moeten met geschikte materialen aan de rupsbanden van de
graafmachine en aan het transportvoertuig worden geborgd. De bestuurder van het transportvoertuig is
verantwoordelijk voor de veilige bevestiging van de graafmachine op het voertuig.
Voor het op- en afrijden van het transportvoertuig moet een begeleider worden ingedeeld. Deze begeleider is
verantwoordelijk voor het veilig laden en lossen. De graafmachine mag hierbij alleen op de tekens van de
begeleider worden verplaatst; de bestuurder en begeleider moeten constant oogcontact hebben. Wanneer het
oogcontact verloren gaat, moet de bestuurder de graafmachine onmiddellijk stoppen.
Tijdens het rijden met geladen graafmachine moet altijd een afstand van 1,0 m tot bovenleidingen worden
aangehouden. Het geldende verkeersreglement moet worden opgevolgd.
4.

Bergen

LET OP
Hoofdstuk
"VEILIGHEIDSBEPALINGEN" (pag. 10)
acht nemen.
LET OP
Het bergen mag alleen over een kleine afstand en stapvoets (0,5 m/s ~ 1,0 m/s) plaatsvinden.
Sleepstang of sleepkabel aan het bevestigingspunt van de graafmachine en aan
het trekvoertuig bevestigen.
Als het bevestigingspunt aan de graafmachine niet bereikbaar is, dan kan ter
bevestiging ook een sleepkabel om het midden van het dozerblad worden
geslagen.
Bij het bergen bevindt zich de gebruiker op de bestuurdersplaats.
Met het trekvoertuig langzaam wegrijden, om een plotselinge belasting te
voorkomen.
Pagina 27/132
HE18 | Handleiding
en paragraaf
"Veiligheidsbepalingen bij het bergen" (pag. 26)
in
Juni 2021

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

He18-c

Inhoudsopgave