3.5
Buitenspiegels
De buitenspiegels (1) maken het zicht naar achteren mogelijk. De
buitenspiegels kunnen voor een optimaal zicht in de gewenste zones worden
afgesteld.
4.
Verwarmingen
De cabine is uitgerust met een instelbare verwarming. De hendel waarmee
de verwarming wordt ingesteld, bevindt zich rechts van de
bestuurdersstoel. De ventilator moet ingeschakeld zijn.
Om te verwarmen, moet de rechter schakelaar op zijn minst op "1" staan.
Schakelaar a: Ventilatie-instelling
Schakelaar B: Luchtstroom
Pagina 44/132
HE18 | Handleiding
Juni 2021