De controlelamp motoroliedruk brandt en gaat uit, nadat de motor is aangesprongen.
De controlelamp lading brandt en gaat uit, nadat de motor is aangesprongen.
Branden de controlelampen in startschakelaarstand RUN niet, dan sleutel eruit trekken en vakbekwaam personeel
inlichten.
Wanneer de controlelamp brandstofvoorraad geel knippert, bevindt zich slechts weinig brandstof in de tank en
moet de graafmachine afgetankt worden
•
Startschakelaar in stand START draaien en houden, totdat de motor aanspringt; vervolgens startschakelaar
loslaten.
•
Linker bedieningsconsole neerlaten, totdat de vergrendeling van de bedieningshendels vastklikt.
•
Motor met middelhoog toerental laten warmdraaien, totdat de bedrijfstemperatuur is bereikt.
Nadat de motor de bedrijfstemperatuur heeft bereikt het voor het werken vereiste motortoerental instellen:
•
Motortoerentalhendel in richting
displaykeuzeschakelaar kan tussen de indicatie tijd, motortoerental en bedrijfsuren op het display gewisseld
worden.
3.6
Uitschakelen van de motor
OPMERKING
Wanneer de motor moet worden uitgeschakeld om de graafmachine buiten bedrijf te stellen, moeten de
werkzaamheden voor de buiten bedrijf stelling worden uitgevoerd
Startschakelaar in stand STOP zetten en de contactsleutel verwijderen.
Pagina 60/132
HE18 | Handleiding
(pag.
86).
trekken, totdat het vereiste toerental is bereikt. Met de
(pag.
77).
Juni 2021