5.6.3
Vullen van motorolie
Vulhoeveelheid: 3,6 l
•
Draai de olievuldop (2) open en vul motorolie volgens paragraaf
"Onderhoudsmiddelen" (pag. 118)
•
Olievuldop vastdraaien.
•
Motor starten
(pag.
onmiddellijk na het aanspringen van de motor uitgaan. Zo niet, motor
direct uitschakelen en geschoold personeel inlichten.
•
Motor laten warmdraaien en vervolgens uitschakelen
wachttijd van 5 min oliepeil controleren.
•
Oliepeilstok (1) eruit trekken en met een schone doek afvegen.
•
Oliepeilstok weer helemaal terugplaatsen en opnieuw eruit trekken. Het oliepeil moet zich in het bereik "A"
bevinden. Bij een te laag oliepeil; motorolie bijvullen.
GEVAAR
Het bedrijf met een te laag of te hoog oliepeil kan tot motorschade leiden.
•
Bij het verversen van de olie moet de motorolie tot het "MAX"-merkstreepje worden gevuld.
•
Motorkap sluiten.
5.7
Luchtfilter controleren, reinigen, vervangen
GEVAAR
Gevaar voor beschadiging van de motor!
Het binnenste filterelement (1) moet tijdens het schoonmaken van de
luchtfilterbehuizing (6) ingebouwd blijven. Anders kunnen tijdens het
schoonmaken vuildeeltjes in de luchtinlaat terechtkomen en delen van het
injectiesysteem en de motor beschadigen.
•
Motorkap openen
•
Klemmen (3) openen en deksel (4) verwijderen.
•
Buitenste filterelement (2) uit de luchtfilterkast (6) trekken en op verontreiniging controleren.
•
Luchtfilterkast en deksel reinigen; hierbij het binnenste filterelement (1) niet verwijderen. Binnenste
filterelement alleen verwijderen om het te vervangen.
•
Stofventiel (5) reinigen.
•
Als het buitenste filterelement beschadigd of te vuil is, moet het worden vervangen.
•
Voor het vervangen van het binnenste filterelement, dient u het eruit te trekken en onmiddellijk een nieuw
filterelement te plaatsen. Het vervangen van het binnenste filterelement mag alleen door gekwalificeerd
personeel binnen de desbetreffende onderhoudsinterval plaatsvinden.
Pagina 97/132
HE18 | Handleiding
in.
59), de controlelamp motoroliedruk moet
(pag.
87).
(pag.
60). Na een
Juni 2021