3.
Gebruik van de graafmachine
3.1
Werkzaamheden vóór het dagelijks in bedrijf stellen
OPMERKING
Voor het uitvoeren van de werkzaamheden moet de graafmachine op een vlakke ondergrond staan; contactsleutel
is verwijderd.
•
Motorkap openen
•
Zijklep openen. Zijklep na beëindigen van de werkzaamheden sluiten.
Visuele controle
De graafmachine op zichtbare beschadigingen, losse boutverbindingen en lekkages controleren.
Controleren van het motoroliepeil
•
Oliepeilstok (1) eruit trekken en met een schone doek afvegen.
•
Oliepeilstok weer helemaal terugplaatsen en opnieuw eruit trekken. Het
oliepeil moet zich in het bereik "A" bevinden. Bij een te laag oliepeil
motorolie via de olievulopening bijvullen
LET OP
Het bedrijf met een te laag of te hoog oliepeil kan tot motorschade leiden.
Controleren van het koelvloeistofpeil
Koelvloeistofpeil in het koelvloeistofexpansiereservoir (1) controleren; het
vloeistofpeil moet zich tussen FULL en LOW bevinden.
GEVAAR
Niet de sluiting van de radiateur openen.
Pagina 51/132
HE18 | Handleiding
(pag.
87). De motorkap na beëindigen van werkzaamheden sluiten.
(pag.
97).
Juni 2021