2.
Eerste inbedrijfstelling
Voordat de graafmachine voor de eerste keer in bedrijf wordt gesteld, moet deze een visuele controle op
uitwendige beschadigingen door het transport ondergaan en moet de voltalligheid van de meegeleverde uitrusting
worden gecontroleerd.
•
Vloeistofniveaus volgens hoofdstuk
•
Uitvoeren van alle bedieningsfuncties, zie
Informeer ingeval van defecten s.v.p. onmiddellijk de bevoegde dealer.
OPMERKING
Wanneer de accu van het stroomcircuit wordt gescheiden, worden de gegevens van de klok gewist. Na
herinbedrijfstelling knippert de controlelamp "Klok instellen" en wordt u gevraagd de klok opnieuw in te stellen.
2.1
Inrijden van de graafmachine
Gedurende de eerste 50 bedrijfsuren moet in elk geval op de volgende punten worden gelet:
•
De graafmachine met middelhoog motortoerental en kleine belasting warm rijden, niet stationair warm laten
draaien.
•
De graafmachine niet meer dan noodzakelijk belasten.
2.2
Bijzondere onderhoudsaanwijzingen
•
De olie in de rijaandrijvingen moet na de eerste 50 bedrijfsuren worden ververst.
•
De retourfilter van het hydraulisch systeem moet na de eerste 250 bedrijfsuren worden vervangen.
Pagina 50/132
HE18 | Handleiding
"ONDERHOUD" (pag. 88)
"Gebruik van de graafmachine" (pag. 51)
controleren.
en navolgende paragrafen.
Juni 2021