CONTROLE VOOR GEBRUIK
De inspectie van uw vaartuig voor elke tocht is erg belangrijk. Controleer voor u vertrekt
altijd of alle bedieningselementen, veiligheidsvoorzieningen en mechanische
onderdelen goed werken. Als dit niet gebeurt, loopt u risico op ernstige of zelfs dodelijke
verwondingen. Neem alle wettelijk voorgeschreven veiligheidsuitrusting mee.
Een aantal van de volgende punten kwam nog niet eerder aan bod in deze handleiding. Deze
worden echter beschreven in het hoofdstuk ONDERHOUD of SPECIALE PROCEDURES. Meer
gedetailleerde informatie vindt u in deze hoofdstukken.
Schakel de motor uit en verwijder het veiligheidskoord altijd uit het contact, alvorens de
volgende punten na te kijken. Start het vaartuig pas nadat alle onderdelen werden
nagekeken en correct werken.
ONDERDEEL
Romp
Waterinlaat jetpomp
Ruim
Accu
Brandstoftank
Motorcompartiment
Motoroliepeil
Motor-koelvloeistofpeil
Stuursysteem en zijvinnen (O.P.A.S.)
Gassysteem
Schakelsysteem
VTS (indien geïnstalleerd)
Deksels bergvakken en zitting
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
DOEN
Inspecteren.
Inspecteren/reinigen.
Water aflaten. Nakijken of pluggen goed dicht zijn.
Inspecteren op goede bevestiging van kabels en
bevestigingriemen.
Hervullen.
Controleren of brandstofleiding goed is
aangekoppeld. Controleren op brandstoflekkage/
-geur en op olie- en koelmiddel-lekkage.
Controleren/bijvullen.
Controleren/bijvullen.
Werking controleren.
Werking controleren.
Werking controleren.
Werking controleren.
Controleren of ze gesloten en vergrendeld zijn.
!
65