5.10 Algemene verzorgings- en onderhoudswerkzaamheden
Reinigen
Algemene aanwijzingen voor alle gedeelten van het voertuig
BA DT23 nl - Editie 1.0 * dt23b530.fm
Bij het reinigen van het voertuig worden twee gebieden onderscheiden:
• Volledig voertuig buiten
• Motorruimte
De verkeerde keuze van reinigingsapparaten en -middelen kan enerzijds de bedrijfszeker-
heid van het voertuig beïnvloeden en anderzijds de gezondheid van het reinigingsperso-
neel in gevaar brengen. Daarom moet u onderstaande instructies beslist opvolgen.
Bij gebruik van reinigingsoplossingen
• Voor voldoende ventilatie van de ruimte zorgen.
• Geschikte beschermende kleding dragen.
• Geen brandbare vloeistoffen, zoals bijv. benzine of diesel gebruiken
Bij gebruik van perslucht
• Voorzichtig werken.
• Oogbescherming en beschermende kleding dragen.
• Perslucht niet op de huid of op andere personen richten.
• Perslucht niet gebruiken voor het reinigen van de kleding.
Bij gebruik van een hogedrukreiniger of een stoomspuit
• Elektrische onderdelen en isolatiemateriaal afdekken en niet aan de directe straal
blootstellen.
• Ventilatiefilter op de hydraulische olietank en deksel van brandstof- en hydraulische
tank etc. afdekken.
• De volgende componenten beschermen tegen vocht:
• Motor
• Elektrische onderdelen zoals bijv. de draaistroomgenerator enz.
• Besturingsinrichtingen en afdichtingen
• Luchtinlaatfilters etc.
Bij gebruik van instabiele en licht ontvlambare roestwerende middelen en
sprays:
• Voor voldoende ventilatie van de ruimte zorgen.
• Geen open licht of vuur gebruiken.
• Niet roken!
Onderhoud
5-31