Onderhoud
Brandstofsysteem ontluchten
A
B
afb. 70: Brandstofsysteem ontluchten
5-6
Gevaar
Wanneer brandstof op hete onderdelen van de motor of op de uitlaat
terechtkomt, bestaat er
☞
Brandstofsysteem nooit ontluchten als de motor warm is!
Het brandstofsysteem moet in de volgende gevallen ontlucht worden:
C
• Als het brandstoffilter of -voorfilter en de brandstofleidingen afgenomen en opnieuw
gemonteerd zijn of
• Als de brandstoftank leeg gereden is of
• De motor na lange periode van stilstand in bedrijf genomen wordt.
☞
Ga als volgt te werk om het brandstofsysteem te ontluchten:
☞
Voertuig op effen horizontale ondergrond plaatsen
☞
De motor afzetten
☞
Brandstoftank vullen
☞
Brandstoffilterkraan A openen door de hendel naar O te draaien (zie
☞
Aftapschroef van het brandstoffilter C losmaken
➥
tot de brandstof zonder luchtbelletjes uit het filter stroomt
☞
Schroef B met passend gereedschap opnieuw vastdraaien
☞
Aftapschroef C boven de brandstofinjectiepomp met behulp van geschikt gereed-
schap losmaken
➥
tot de brandstof zonder luchtbelletjes uit het voorfilter stroomt
☞
Schroef C met passend gereedschap weer sluiten
☞
De motor starten
➥
Loopt de motor korte tijd gelijkmatig, blijft de motor dan staan of loopt de motor ongelijk-
matig:
☞
De motor afzetten
☞
Eventueel een controle door geautoriseerd vakkundig personeel laten uitvoeren.
!
brandgevaar!
Afb.
69)
BA DT23 nl - Editie 1.0 ** dt23b510.fm