Veiligheidsaanwijzingen
Personeelkeuze en -kwalificatie, fundamentele plichten
2-4
• Vervang hydraulische slangleidingen met de aangegeven of passende tussentijden, ook
wanneer er geen gebreken zichtbaar zijn die van invloed kunnen zijn op de veiligheid.
• Bij werkzaamheden aan of met het voertuig dient u sieraden zoals ringen, horloges,
armbanden etc. af te doen. Bovendien mag lang haar niet los worden gedragen en mag
kleding, zoals bijv. open jassen, dassen of sjaals, niet loshangen.
Er bestaat gevaar voor letsel door te blijven hangen of ingetrokken te worden!
• Houd het voertuig schoon. U verlaagt hierdoor:
• Brandgevaar, bijv. door rondslingerende in olie gedrenkte doeken
• Verwondingsgevaar bijvoorbeeld vanwege vervuilde treeplanken, waardoor u kunt
vallen, alsook
• Gevaar voor ongelukken door bijvoorbeeld vervuilde bedieningselementen.
• Neem alle veiligheids-, waarschuwings- en aanwijzingsbordjes op het voertuig in acht.
• Houd u aan de voorgeschreven of in de gebruiksaanwijzing genoemde termijnen voor
de herhaaldelijke controles/inspecties en onderhoudswerkzaamheden!
• Om instandhoudingsmaatregelen, inspectie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden te
kunnen uitvoeren is een geschikte werkplaatsuitrusting in elk geval noodzakelijk
• Werkzaamheden aan/met het voertuig mogen uitsluitend door betrouwbaar personeel
worden uitgevoerd. Laat geen onbevoegde personen met het voertuig rijden of werken!
Houd de wettelijk toegestane minimumleeftijd aan!
• De machine mag uitsluitend door behoorlijk opgeleid of vakkundig personeel gebruikt
worden. De competenties van het personeel voor de bediening, montage, onderhoud
en reparatie van het voertuig moeten eenduidig vastgelegd worden!
• Geef de bestuurder van de machine instructies over zijn verantwoordelijkheden – ook
met het oog op de bepalingen van het wegenverkeersreglement. De bestuurder de
mogelijkheid bieden om aanwijzingen van derden die de veiligheid in gevaar brengen
af te wijzen.
• Laat personeel dat wordt geschoold, in opleiding is of bezig is met een algemene
opleiding, uitsluitend onder voortdurend toezicht van een ervaren persoon aan het
voertuig werken!
• Werkzaamheden aan de elektrische uitrusting, aan het onderstel, aan het remsysteem
of aan de stuurinrichting mogen uitsluitend door hiertoe opgeleid vakpersoneel worden
uitgevoerd.
Aan de hydraulische inrichting van het voertuig mag uitsluitend personeel werken dat
speciale kennis en ervaring heeft op het gebied van hydraulica!
• Zet de gevarenzone af wanneer het niet mogelijk is de veiligheidsafstand in acht te
nemen.
Werk stilleggen, als personen ondanks waarschuwing de gevarenzone betreden resp.
niet verlaten! Het verblijf in het gevarenzone is verboden!
Gevarenzone:
De gevarenzone is dat gebied, waarin personen door de bewegingen gevaar lopen:
• Voertuig
• De werkinrichtingen
• Extra gereedschappen of
• Lading
• Hierbij hoort ook het gebied waar naar beneden vallende laadgoed, een omlaagval-
lende inrichting of weggeslingerde onderdelen terecht kunnen komen.
De gevarenzone wordt 0,5 m groter wanneer het voertuig zich in de onmiddellijke
nabijheid bevindt van.
• Bouwconstructies
• Steigers of
• Andere vaststaande onderdelen
BA DT23 nl - Editie 1.0 ** dt23b210.fm