Pagina 1
België - Nederland Deutsche Anleitung für Belgien auf Anfrage erhältlich Installatie- en servicehandleiding Omkeerbare lucht/water-warmtepomp 'Split Inverter' WPR/E 4-8 MK3 WPR/H 4-8 MK3 WPR/E 11-16 MK3 WPR/H 11-16 MK3 WPR/E 22-27 MK3 WPR/H 22-27 MK3...
Pagina 2
Inhoudsopgave Inhoudsopgave Veiligheidsinstructies en aanbevelingen ..............5 Veiligheid .
Pagina 3
Inhoudsopgave Koelaansluitingen ................36 6.6.1 De koelverbindingen voorbereiden .
Pagina 4
Inhoudsopgave Menustructuur ................78 Beschrijving van de parameters .
Pagina 5
1 Veiligheidsinstructies en aanbevelingen Veiligheidsinstructies en aanbevelingen Veiligheid Werking Gevaar Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van acht jaar en ouder en mensen met lichamelijke, gevoelsmatige of geestelijke beperkingen of met gebrek aan er varing en kennis als ze begeleiding en instructie krijgen hoe het apparaat op een veilige manier te gebruiken en de eraan verbonden gevaren begrijpen.
Pagina 6
1 Veiligheidsinstructies en aanbevelingen Alleen een erkend installateur mag werkzaamheden aan het apparaat en de verwarmingsinstallatie verrichten. Deze moet zich houden aan de lokale en nationale voorschriften tijdens de montage, installatie en het onderhoud van de installatie. De inbedrijfstelling moet worden uitgevoerd door een erkend installateur. Elektrische veiligheid Leg het apparaat in overeenstemming met de geldende normen aan de aarde voordat elektrische aansluitingen worden aangebracht.
Pagina 7
1 Veiligheidsinstructies en aanbevelingen Veiligheid tapwater Overeenkomstig de veiligheidsvoorschriften is er een op 0,7 MPa (7 bar) geijkte veiligheidsklep op de sanitair koudwateringang van de boiler gemonteerd. Een drukregelaar (niet meegeleverd) is vereist wanneer de aanvoerdruk hoger is dan 80% van de kalibratie van de veiligheidsklep of veiligheidsgroep en deze zich moet stroomopwaarts van het apparaat bevinden.
Pagina 8
1 Veiligheidsinstructies en aanbevelingen Installeer de warmtepomp niet in een ruimte die blootgesteld is aan stoomdamp en verbrandingsgassen. Installeer de warmtepomp niet op een plaats die met sneeuw bedekt kan worden. Specifieke instructies voor service, onderhoud en storingen Onderhoudswerk moet door een erkend installateur worden uitgevoerd. Alleen een erkende professional mag de beveiligingsapparaten instellen, corrigeren of vervangen.
Pagina 9
2 Gebruikte symbolen Gebruikte symbolen In de handleiding gebruikte symbolen In deze handleiding worden verschillende gevarenniveaus gebruikt om aandacht op de bijzondere aanwijzingen te vestigen. Wij doen dit om de veiligheid van de gebruiker te verhogen, problemen te voorkomen en om de technische bedrijfszekerheid van het apparaat te waarborgen.
Pagina 10
3 Technische specificaties Technische specificaties Goedkeuringen 3.1.1 Richtlijnen Dit product voldoet aan de eisen van de volgende Europese richtlijnen en normen: Richtlijn drukapparatuur 2014/68/EU Laagspanningsrichtlijn 2014/35/EG Generieke norm: EN 60335-1 Relevante norm: EN 60335-2-40 EMC-richtlijn 2014/30/EU Generieke normen: EN 61000-6-3, EN 61000-6-1 Relevante norm: EN 55014 Dit product voldoet aan de eisen van Europese richtlijn 2009/125/EG inzake ecologisch ontwerp voor energiegerelateerde producten.
Pagina 22
3 Technische specificaties 3.3.6 Binnenmodule Afb.11 Met verwarmingselement 1 Driewegklep - retourleidingcircuit (optioneel) - G1” 2 Driewegklep - aanvoerleidingcircuit (optioneel) - G1” 3 Direct circuitretour - G1" 457.5 4 Direct circuitdebiet - G1" 5 5/8" aansluiting voor koelmiddel - vloeistofleiding - 4,5 tot 16 kW model 3/4"...
Pagina 23
3 Technische specificaties Elektrisch schema 7705849 MW-1001139-2 Tab.15 Legenda elektrisch schema 230V~ Voeding DHW 3 WAY VALVE DHW Driewegklep sanitair-warmwaterboiler BL1 MULTIFUNCTION BL1 multifunctie BL2 MULTIFUNCTION BL2 multifunctie CONDENSATE SENSOR Condensatiesensor voor vloerverwarming CB04 Automatische vulset EHC–05 Centrale besturingsprinteenheid warmtepompsysteem DISCONNECTOR Terugstroombeveiliging ELECTRICAL BACKUP...
Pagina 24
4 Beschrijving van het product Beschrijving van het product Werkingsprincipe De buitenunit produceert warmte of koude en geeft deze door aan de binnenmodule via het koudemiddel in de platenwarmtewisselaar. De binnenmodule is voorzien van een speciale regelaar waarmee de temperatuur van het verwarmingswater aangepast kan worden aan de behoeften in de woning.
Pagina 25
4 Beschrijving van het product Afb.15 Posi Besturingsprint Functie tienr. CB04 optionele bestu Vulset ringsprint SCB-10 Besturingsprint Extra verwarmings- en sanitair- warmwatercircuits EHC–05 centrale unit be Controlesysteem voor de warmte sturingsprint pomp, het eerste verwarmingscir cuit en sanitair warm water HPC–01 Besturingsprint Interfacebesturingsprint voor de buitenunit...
Pagina 26
5 Aansluitschema's en configuratie Aansluitschema's en configuratie Installatie met hydraulische bijverwarming, twee circuits en een sanitair-warmwaterboiler Afb.16 Sluit CIRC A0 aan op EHC–05 en CIRC B1 op SCB-10 CIRCB1 CIRCA0 230V 50Hz 230V - 400V 50Hz MW-1001264-1 1 Buitenunit 7 Binnenmodule zonder verwarmingselement 2 Gas- of oliegestookte ketel 8 Veiligheidsthermostaat 3 HK21: Interne driewegklepset...
Pagina 27
5 Aansluitschema's en configuratie CIRCB1 CIRCA0 SCB-10 X23 X19 X5 X4 EHC-05 MW-1001269-1 1 X5 : Hydraulische bijverwarming aan/uit-contact, 5 Debietsensor - circuit B1 regelt de brander voor de bijverwarmingsketel 6 Driewegklep - circuit B1 2 X4 : Regeling van de bijverwarmingsketelpomp 7 Voeding voor de circuitpomp B1 3 X19 : Regelsignaal voor het verwarmingselement, 8 Recirculatiepomp sanitair warm water...
Pagina 28
5 Aansluitschema's en configuratie 4. Configureer de parameters voor circuit B1. Tab.18 Toegang Parameter Aanpassing vereist CIRCB1 > Parameters, Taanv setp max groep (CP000) Instelling maximale aanvoertemperatuur voor deze 19.8 tellers, signalen > Parameters groep: 40 °C Stel de temperatuur naar behoefte in Groep,functie (CP020) Type groep (menggroep, directe groep etc.): Menggroep 5.
Pagina 29
5 Aansluitschema's en configuratie Afb.18 Een zwembad is elektrisch aangesloten op het CIRCA1, CIRCB1 of CIRCC1 circuit. 1. Sluit de secundaire pomp van het zwembad aan op de klemmenstrook van de driewegklep voor het CIRCA1, CIRCB1 of CIRCC1 circuit. Klemmenstrook van de drieweg De pomp aansluiten klep Aardstekker...
Pagina 30
6 Installatie Installatie Installatievoorschriften Waarschuwing De componenten die worden gebruikt voor het aansluiten van de koudwatertoevoer moeten voldoen aan de normen en voorschriften van het land van de installatie. Opgelet De installatie van de warmtepomp moet door een erkende vakman worden uitgevoerd volgens de geldende plaatselijke en nationale voorschriften.
Pagina 31
6 Installatie Afb.21 1. Houd de voorgeschreven afstand aan tussen de binnenmodule 1 en de binnenmodule 2. Alleen voor AWHP 22 TR–2 en AWHP 27 TR–2-modellen: Als de lengte van de buizen minder dan 20 m is, kan voor de gasbuis een uitgegloeide buis met een diameter van 3/4"...
Pagina 32
6 Installatie 6.3.2 De montagerail inbouwen Afb.23 1. Boor 2 gaten van Ø 6 mm. Belangrijk De extra gaten zijn bedoeld voor het geval dat één van beide bevestigingsgaten een goede bevestiging van een plug onmogelijk maakt. 2. Plaats de pluggen. 3.
Pagina 33
6 Installatie Afb.25 1. Houd de minimale afstanden aan tussen de buitenunit en de wand. Tab.23 AWHP 4.5 MR 1000 AWHP 6 MR-3 1000 AWHP 8 MR-2 1000 AWHP 11 MR-2 1000 1500 AWHP 11 TR-2 AWHP 16 MR-2 1000 1500 AWHP 16 TR-2 AWHP 22 TR–2...
Pagina 34
6 Installatie 4. Zorg ervoor dat de steun aan de volgende specificaties voldoet: Specificaties Voorbeelden Plat oppervlak dat het gewicht van Betonnen voetstuk, de buitenunit en de bijbehorende ac Drempel, cessoires kan dragen Betonnen blokken, Geen stijve verbinding met het gebouw om de overdracht van trillingen te voorkomen Voldoende vrije ruimte ten opzichte Voetstuk met een metalen frame om het condenswater op de juiste wijze te kunnen van de grond (100 tot 500 mm) om...
Pagina 35
6 Installatie 2. Zorg ervoor dat het voetstuk aan de volgende specificaties voldoet: Specificaties Reden Maximale breedte komt overeen met de breedte van de bui tenunit. Hoogte minimaal 200 mm groter dan de gemiddelde diepte Deze maatregel helpt om de wisselaar te beschermen tegen van het sneeuwdek.
Pagina 36
6 Installatie 2. Installeer een automatische ontluchter op het hoogste punt van het verwarmingscircuit. 3. Bereken het watervolume in het verwarmingscircuit en controleer het volume van het geselecteerde expansievat aan de hand van DTU65– 11. Gebruik de maximumtemperatuur van het circuit in verwarmingsbedrijf of, als dat niet kan, een minimumtemperatuur van 55 °C.
Pagina 37
6 Installatie 6. Als u de leidingen niet onmiddellijk aansluit, moet u ze voorzien van een stop, zodat er geen vocht in de leidingen komt. Voor meer informatie, zie Houd de voorgeschreven afstand aan tussen de binnenmodule en de buitenunit., pagina 30 6.6.2 Koppel de koudemiddelleidingen vast op de binnenmodules...
Pagina 38
6 Installatie Tab.24 Koppelen met een bui Gasleidingkoppeling binnenmodule Vloeisftofleidingkoppeling binnenmodule tenunit A: 4,5 en 6 kW 5/8" <=> 5/8" tot 1/2" adapter van collo EH146 3/8" <=> 3/8" tot 1/4" adapter van collo EH146 <=> 1/2" moer van collo EH146 <=>...
Pagina 39
6 Installatie 6.6.3 De koelmiddelverbindingen aansluiten op de buitenunit Opgelet Houd de koelmiddelaansluiting op zijn plaats op de buitenunit met behulp van een sleutel, zodat de binnenbuis zich niet verdraait. Afb.35 1 Gebruik voor dit deel van de klep geen moersleutel, er bestaat gevaar voor lekken van het koudemiddel.
Pagina 40
6 Installatie Opgelet Vermijd olie-sifon situaties. Als u de leidingen niet onmiddellijk aansluit, moet u ze voorzien van een stop, zodat er geen vocht in de leidingen komt. Tab.28 Voor AWHP 4.5 MR Lengte van kou 10 m 15 m 20 m 30 m Yg/m...
Pagina 41
6 Installatie 6.6.6 Vacuüm trekken Afb.38 1. Controleer of de A en B / C afsluitkleppen zijn gesloten. 2. Sluit de vacuümmeter en de vacuümpomp aan op het servicekoppelstuk op afsluiter A . 3. Zorg voor een vacuüm in de interne module en de koelverbindingsleidingen 4.
Pagina 42
6 Installatie Voer de elektrische aansluitingen op het apparaat uit overeenkomstig de informatie die op de elektrische schema's is aangegeven die bij het apparaat zijn meegeleverd. Voer de elektrische aansluitingen op het apparaat uit overeenkomstig de aanbevelingen van deze handleiding. Belangrijk Alle landen: De aarding dient te voldoen aan de geldende installatievoorschriften.
Pagina 43
6 Installatie Voedingskabeltype Doorsnede van de Uitschakelautomaat Maximale stroom grafiek C (A) sterkte (A) kabel (mm AWHP 22 TR–2 Driefasen 5 x 4 AWHP 27 TR–2 Driefasen 5 x 6 Tab.33 Binnenmodule Grafiek uitschakelautomaat C mm² 2 x 0,75 BUS-kabeldoorsnede (1) Verbindingskabel tussen de buitenunit en de binnenmodule Tab.34 Elektrische bijverwarming aansluiten...
Pagina 44
6 Installatie Opgelet Houd de sensorkabels gescheiden van de 230 - 400 V circuitkabels. Afb.41 Zonder verwarmingselement 1 230 V circuitkabels 2 0 - 40 V sensorkabels MW-1001202-1 6.7.4 Beschrijving van de aansluitklemmenstrook Beschrijving van de EHC–05-besturingsprint Afb.42 X1 Hoofdvoeding voor de binnenmodule van 230 V - 50 Hz Hydraulische versie: Pomp van hydraulische bijverwarming Elektrische versie: Elektrische bijverwarming - fase 1 Hydraulische versie: Hydraulische bijverwarming ON/OFF-...
Pagina 45
6 Installatie T dhw 1: Temperatuursensor aan de onderkant van de sanitair- warmwaterboiler DHW (optioneel) T dhw 2: Temperatuursensor aan de bovenkant van de DHW boiler T out: niet gebruikt Beschrijving van de SCB-10-besturingsprint Er kunnen verschillende verwarmingszones worden aangesloten op de SCB-10 besturingsprint.
Pagina 46
6 Installatie Tab.35 Mogelijke verbindingen Circuits CIRCA1 CIRCB1 CIRCC1 CIRCAUX1 DHW1 (met AD249 (met AD249 optie) optie) Convectieventilator Vloerverwarming Radiator 365-dagen radiator Continue verwarming Klokprogramma Zwembad Sanitair-warmwaterproductie Sanitair-warmwaterproductie, alleen elektrisch Gelaagde tank (2 sensoren) Deactiveren Beschrijving van de AD249-besturingsprint Afb.44 C002457-A 1 CIRC C1driewegklep 4 CIRC AUX1 hulppomp...
Pagina 47
6 Installatie 6.7.5 Toegang verkrijgen tot de besturingsprinten en aansluitklemmenstrook Afb.45 1. Draai de twee schroeven onder het voorpaneel een kwart slag los. 2. Verwijder het voorpaneel. MW-1001203-1 Afb.46 3. Open de bevestigingsclips aan de zijkanten. 4. Kantel het bedieningspaneel naar voren. MW-1001204-1 7684556 - V03 - 22052018...
Pagina 48
6 Installatie Afb.47 5. Verwijder de schroef en het bedieningspaneel. 6. Klik de beschermplaat van de printplaat los. MW-1001205-1 6.7.6 Kabels aansluiten op de printkaarten. Afb.48 Aangesloten connectoren zijn standaard aanwezig op verschillende klemmenstroken. Gebruik deze om de kabels op de besturingsprinten aan te sluiten Als er geen connectoren op het aansluitblok kunnen worden gebruikt maakt u gebruik van de bij de set meegeleverde connector.
Pagina 50
6 Installatie Afb.50 D AWHP 4.5 MR E AWHP 6 MR-3 F AWHP 8 MR-2 / AWHP 11 MR-2 / AWHP 16 MR-2 AWHP 11 TR-2 / AWHP 16 TR-2 / AWHP 22 TR–2 / AWHP 27 TR–2 1. Verwijder het onderhoudspaneel. 2.
Pagina 51
6 Installatie 6.7.8 Bus van buitenunit aansluiten Afb.51 1. Sluit de bus van de buitenunit aan op de X23 connector op de EHC– 05 CPU-besturingsprint in de binnenmodule. 2. Zet de SW8–3 schakelaar (behalve met de AWHP 4.5 MR) voor de buitenunit besturingsprint op ON.
Pagina 52
6 Installatie Afb.53 1/2 Z 1/2 H (min. 2,5 m) MW-8800N001-3 1/2 H (min. 2,5 m) 1 Optimale locatie H Bewoonde hoogte gecontroleerd door de sensor 2 Mogelijke locatie Z Bewoond oppervlak gecontroleerd door de sensor Afgeraden locaties Plaats de buitensensor liever niet op een locatie met de volgende kenmerken: Afgeschermd door een deel van het gebouw (balkon, dak, enz.).
Pagina 53
6 Installatie 1. Sluit de bijverwarmingsketelpomp (fase / nul / aarde) aan op de X4 connector op de EHC–05 centrale besturingsprint in de binnenmodule. 2. Sluit het spanningsvrije ON/OFF contact in de bijverwarmingsketel aan op de X5 connector in de EHC–05 centrale besturingsprint in de binnenmodule.
Pagina 54
6 Installatie Afb.58 Driefase aansluiting A Draadbrug B Voeding Druk de oranje knop in om de draad correct in de connector te steken en 4-8 kW te blokkeren. 400V 3N~ 4-12 kW 400V 3N~ 8-12 kW 400V 3N~ Configureren van het vermogen voor het verwarmingselement Tab.36 Voeding Instellen van de pa...
Pagina 55
6 Installatie Aansluitmogelijkheden Afb.59 1. Sluit de opties aan volgens de configuratie van de installatie op de X12 of X28-connector op de EHC–05 besturingsprint in de binnenmodule. Tab.38 Opties aansluiten op X28 T dhw 1 T dhw 2 Connector X28 Beschrijving T out T dhw 1...
Pagina 56
6 Installatie Waarde van de parameter Waarde van de parameter Verwarming indien het contact Koeling indien het contact OT Logica niv. contact (CP640, Omg.OT. voor koeling OT is CP641, CP643) (CP690, CP691, CP693) Gesloten Gesloten Open Open Open Gesloten 6.8.2 Een thermostaat aansluiten op de verwarming/koeling Belangrijk De thermostaat AC is verbonden met de klemmen R-Bus en BL1...
Pagina 57
6 Installatie Tab.45 Configuratie B Waarde van de Waarde van de Bl De BL1 multifuncti Bedieningsmodus Als het contact OT Als het contact OT Logica niv. contact in1 contactlogica onele ingang is van de warmte open is gesloten is (CP640) parameter (AP098) parameter pomp Gesloten...
Pagina 58
< 1 °f 7 - 15 Totale hardheid van het water °dH 4 - 8,5 mmol/l 0,7 - 1,5 Belangrijk Indien waterbehandeling noodzakelijk is, beveelt Remeha de volgende fabrikanten aan: Cillit Climalife Fernox Permo Sentinel 6.9.2 Cv-installatie vullen Spoel het verwarmingssysteem grondig door voordat de cv-installatie wordt gevuld.
Pagina 59
7 Inbedrijfstelling Inbedrijfstelling Algemeen De warmtepomp wordt in bedrijf gesteld: Wanneer het apparaat voor het eerst wordt gebruikt; Na een langere periode in de uitstand; Na voorvallen die een complete herinstallatie vereisen. Bij inbedrijfstelling van de warmtepomp kan de gebruiker zien wat de verschillende instellingen en uit te voeren controles zijn om de warmtepomp in alle veiligheid op te starten.
Pagina 60
7 Inbedrijfstelling Procedure voor inbedrijfstelling Opgelet De eerste inbedrijfstelling moet worden uitgevoerd door een erkend installateur. 1. Monteer alle panelen en afdekkingen op de binnenmodule en buitenunit. 2. Schakel de stroomonderbreker van de binnenmodule en de buitenunit in op het schakelpaneel door deze in de I -stand te zetten. 3.
Pagina 61
7 Inbedrijfstelling Laatste instructies voor de ingebruikname De verschillende parameters voor de warmtepomp zijn in de fabriek vooringesteld. Deze fabrieksinstellingen zijn afgestemd op de meest voorkomende cv-installaties. Voor afwijkende installaties en situaties kunnen de parameters gewijzigd worden. 1. Schakel eventueel de sanitair-warmwatermodus van de warmtepomp uit.
Pagina 62
8 Werking Werking De Gebruikersinterface gebruiken 8.1.1 Beschrijving van de gebruikersinterface Afb.62 1 Draaiknop om een menu of instelling te selecteren 2 Validatieknop 3 Toets om terug te keren naar het vorige niveau of vorige menu 4 Hoofdmenutoets 5 Displayscherm 6 LED voor status indicatie: groen continu = normaal bedrijf groen knipperend = waarschuwing...
Pagina 63
8 Werking 2. Zet de warmtepomp aan met de aan/uit-schakelaar. Afb.64 Taal selecteren 3. Als een warmtepomp voor het eerst wordt ingeschakeld, verschijnt de parameter Selecteer land en taal. Selecteer de gewenste taal door aan de instelknop te draaien. Italiano 4.
Pagina 64
9 Instellingen Instellingen Toegang tot het installateursniveau Sommige parameters die de werking van het apparaat kunnen beïnvloeden zijn beveiligd door een toegangscode. Alleen de installateur mag deze parameters wijzigen. Voor toegang tot het installateursniveau: 1. Selecteer het pictogram. 2. Voer code 0012 in. Het Installateursniveau is actief .
Pagina 65
9 Instellingen 9.2.3 De instellingen voor inbedrijfstelling opslaan U kunt alle installatiespecifieke instellingen op het bedieningspaneel opslaan. Deze instellingen kunnen indien nodig worden hersteld, bijvoorbeeld na de vervanging van het bedieningspaneel. 1. Druk op toets 2. Selecteer Geavanceerd servicemenu > Opslaan als inbedrijfstellingsinstellingen.
Pagina 66
9 Instellingen 9.2.5 Het verwarmingscomfort verbeteren Met dit systeem is geen gelijktijdige productie van verwarmingswarmte en sanitair warm water mogelijk. Wanneer de temperatuur van het sanitair warm water voldoende is en het verwarmingscomfort onvoldoende, kan de installateur de volgende aanpassingen doen: Vergeet niet dat verwarmingscomfort ten koste gaat van het sanitair warmwatercomfort.
Pagina 67
9 Instellingen 9.2.7 Configureren van de functie geschat elektrisch energieverbruik Energiemetingen geven informatie over: elektrisch energieverbruik, de productie van energie voor de verwarmings-, sanitair-warmwater- en koelingsmodi. Met het verbruik van de hydraulische of elektrische bijverwarming wordt rekening gehouden om een totaalbeeld te krijgen van de herwonnen energie.
Pagina 68
9 Instellingen Tab.57 Impulsgewicht Impulsgewicht is in Wh Impulsgewicht is in kWh: Een waarde die verschilt van die in de ta bel zal niet werken. Volgens het type energiemeter dat is geïnstalleerd: Aantal impulsen in kWh aange Waarden die voor de parameter Stel de impulswaarde van de parameter Elektr.
Pagina 69
9 Instellingen Afb.66 Invloed van buitentemperaturen en C EPC: Energie prestatie coëfficiënt bivalentie. Drempelprestatiecoëfficiënt: Indien de prestatiecoëfficiënt van de warmtepomp hoger is dan de drempelprestatiecoëfficiënt, krijgt de warmtepomp voorrang. Anders wordt alleen de bijverwarming ingeschakeld. De prestatiecoëfficiënt van de warmtepomp hangt af van de buitentemperatuur en van de richttemperatuur van het verwarmingswater.
Pagina 70
9 Instellingen 2. Kies de optimalisering voor brandstofverbruik Tab.60 Waarde van de Beschrijving Hybr.status (HP061) parame Primaire energy Optimalisering van het primaire energieverbruik: De regelaar kiest de generator die de minste primaire energie verbruikt. De omschakeling tussen de warmtepomp en de ketel gebeurt bij de drempelprestatiecoëfficiënt COP drempel(HP054)overeenkomstig de optimaliseringsmodus van het primaire energieverbruik.
Pagina 71
9 Instellingen 9.2.11 De vloer drogen met een aangesloten buitenunit Het vloerdroogprogramma verkort de droogtijd van een vers gestorte vloer voor vloerverwarming. Deze functie kan worden geactiveerd voor afzonderlijke zones. Iedere dag om middernacht, wordt de richttemperatuur opnieuw berekend en neemt het resterende aantal dagen af. Volg de specificaties op van de vloerfabrikant voor de vloerdroogtijden.
Pagina 72
9 Instellingen Tab.63 Aansluiting Beschrijving Afb.69 Een sensor Temperatuursensor van het buffervat aan de Tsyst1 connec tor op de SCB-10 besturingsprint SCB-10 MW-1001293-1 Afb.70 Twee sensors Temperatuursensor van de buffervatbodem aan de Tsyst1 connector op de SCB-10 besturingsprint SCB-10 Temperatuursensor van de buffervatbovenkant aan de Tsyst2 connector op de SCB-10 besturingsprint MW-1001295-1 2.
Pagina 73
9 Instellingen 9.2.14 Het buffervat configureren voor opslag Het buffervat wordt gebruikt om energie op te slaan via het tijdprogramma van het buffervat of door een contact dat is verbonden met de TEL digitale invoer. Het buffervat moet worden geïnstalleerd en geconfigureerd met een of twee temperatuursensoren.
Pagina 74
9 Instellingen Tab.71 Buffervatbeheer met één sensor Status buffervat Beschrijving Afb.72 Buffervat vraagt om lading Het buffervat vraagt om lading wanneer de door de sensor gemeten tempera tuur minder is dan het verschil tussen de richttemperatuur van het buffervat en het differentieel. Sensortemperatuur = richttemperatuur buffervat –...
Pagina 75
9 Instellingen 4. Configureer de parameters van de richttemperatuur voor de buffervatbelasting: Tab.73 Parameters die moeten worden geconfigureerd Toegang Parameter Beschrijving Standaardwaarde > Installatie setup > Buf Setpunt buffer verw Setpunt buffertanktemperatuur 70°C fervat > Parameters (BP003) voor verwarming Van 5 °C tot 100 °C Setpunt buffer koel Setpunt buffertanktemperatuur 18°C...
Pagina 76
9 Instellingen 1. Activeer de functie automatisch vullen: Tab.76 Toegang Parameter Aanpassing vereist Autom vullen aan/uit Automatisch > Installatie setup > Automatisch (AP014) vullen > Instellingen 2. Indien nodig, begint u met het vullen van de installatie: Tab.77 Toegang Parameter Water vullen starten: Selecteer deze parameter om te beginnen >...
Pagina 77
9 Instellingen 2. De parameters voor de warmtepomp instellen Tab.79 Invoerparameters Toegang Parameter Beschrijving Aanpassing vereist Functie blok.ingang Geeft de functie van de Alleen fotovolt. WP (AP001) blokkerende ingang weer. FV WP en back-up Air Src warmtepomp > 23.5 Parameters, tellers, signalen > Bl 2 invoerinstell Blokkering ingang 2 Alleen fotovolt.
Pagina 78
9 Instellingen 4. De parameters voor de warmtepomp instellen Toegang Parameter Aanpassing vereist Air Src warmtepomp Functie blok.ingang Smart grid gereed 23.5 Parameters, tellers, signalen> (AP001) Parameters > Geavanceerde Bl 2 invoerinstell Smart grid gereed parameters (AP100) Bl in1 contactlogica Blokkering ingang 1 contact richting configuratie (AP098) 0 = ingang actief op Open contact...
Pagina 79
9 Instellingen De bijverwarmingen kunnen ook werken als ontdooien nodig is om de veiligheid van de platenwarmtewisselaar te garanderen, zonder rekening te houden met temperatuurwaarden, bivalentie en de ingangen BL1en BL2. Voorwaarden voor het actief opheffen van bijverwarming: Als de Functie blok.ingang (AP001) of Bl 2 invoerinstell (AP100) parameters zijn ingesteld op Backup vrijgegeven, WP &...
Pagina 80
9 Instellingen Afb.77 1 Minimale duur van de vertraging voor het schakelen van de bijverwarming Instelbaar van 0 tot 60 minuten 30’ 2 Maximale duur van de vertraging voor het schakelen van de bijverwarming. 20’ Instelbaar van 0 tot 60 minuten 3 Minimale buitentemperatuur voor de vertraging voor het schakelen 10’...
Pagina 81
9 Instellingen Tab.86 Toegang Parameter Beschrijving Aanpassing vereist Functie Geeft de functie van de blokkerende De werking van de BL1 blokkerende ingang blok.ingang ingang weer. kan worden ingesteld op: Air Src 23.5 (AP001) warmtepomp > Volledig geblokkeerd Parameters, Gedeelt. blokkering tellers, signalen Resetvergr.
Pagina 82
9 Instellingen Tab.87 Gedrag van de hydraulische of elektrische bijverwarming Toegang Parameter Beschrijving van de werking Aanpassing vereist Installatie setup > Boost functie SWW Als de spaarstand is ingeschakeld, geeft het systeem (DP051) voorrang aan de warmtepomp tijdens de productie van sanitair warm water.
Pagina 83
9 Instellingen Tp SWW tank temp bodem (DM001): Temperatuur SWWTankTemp Top (DM006): Temperatuur sanitair sanitair warm water (lage temperatuursensor) warm water (hoge temperatuursensor) t Tijd D Hysterese sww (DP120): Richttemperatuur inschakelingsdifferentieel van het te laden sanitair warm water Tab.88 Fase Beschrijving van de werking Uitsluitend sanitair-warmwaterbereiding.
Pagina 84
10 Onderhoud 10 Onderhoud 10.1 Standaard inspectie- en onderhoudswerkzaamheden Opgelet Alleen een erkend installateur mag werkzaamheden aan de warmtepomp en de verwarmingsinstallatie verrichten. Opgelet Schakel voor alle werkzaamheden aan het koelsysteem het apparaat uit en wacht enkele minuten. Sommige componenten zoals de compressor en de buizen kunnen warmer dan 100°C worden en een hoge druk opbouwen, wat tot ernstige letsel kan leiden.
Pagina 85
10 Onderhoud 10.2 De onderhoudsmelding instellen Het bedieningspaneel van de ketel geeft aan wanneer een servicebeurt vereist is. De onderhoudsmelding instellen: 1. Selecteer het onderhoudspictogram 2. Selecteer Servicemelding. 3. Selecteer de gewenste Type melding: Type melding: Beschrijving Geen Geen onderhoudsmelding Zelf ingesteld De onderhoudsmelding wordt weergegeven na het aantal bedrijfsuren van de warmte...
Pagina 86
10 Onderhoud 10.5 Specifieke onderhoudswerkzaamheden 10.5.1 Verwarmingscircuit aftappen 1. Een slang aansluiten (binnendiameter: 8 mm) op de aftapkraan van het verwarmingscircuit. 2. Open de aftapkraan. 3. Wacht op het volledig leeglopen van het verwarmingscircuit. 10.5.2 Reiniging van het 500-µm filter Reinig de filters tijdens de jaarlijkse onderhoudsbeurt.
Pagina 87
10 Onderhoud Afb.81 4. Verwijder de batterij die zich in de achterplaat van het bedieningspaneel bevindt, door deze voorzichtig naar voren te duwen. 5. Plaats een nieuwe batterij. Belangrijk Batterijtype: CR2032, 3V Gebruik geen oplaadbare batterijen. Gooi afgedankte batterijen niet weg in de vuilnisbak. Breng ze naar een geschikte inzamelplaats.
Pagina 88
11 Bij storing 11 Bij storing 11.1 Veiligheidsthermostaat resetten Gevaar Onderbreek de netvoeding van de binnenmodule en de dompelaars van de elektrische bijverwarming voordat er met werkzaamheden wordt begonnen. Indien u vermoedt dat de veiligheidsthermostaat werd geactiveerd: 1. Onderbreek de netvoeding van de binnenmodule en de dompelaars van de elektrische bijverwarming door de uitschakelautomaten te verlagen op de verdeelkast.
Pagina 89
11 Bij storing 1. Druk op toets 2. Selecteer Storingshistorie. De lijst met 32 meest recente storingen wordt weergegeven met de storingscode, een korte beschrijving en de datum. 3. Voer de volgende handelingen uit volgens uw behoeften: Foutinformatie weergeven: kies de gewenste fout. Druk op de draaiknop en houd deze ingedrukt om het storingsgeheugen te wissen.
Pagina 90
12 Afdanken en afvoeren 12 Afdanken en afvoeren 12.1 Procedure voor uitbedrijfname Om de warmtepomp tijdelijk of definitief uit bedrijf te nemen: 1. Schakel de warmtepomp uit. 2. Schakel de stroom naar de verwarmingspomp uit: buitenunit en binnenmodule. 3. Schakel de stroom naar de elektrische bijverwarming uit als er een elektrische bijverwarming aanwezig is.
Pagina 91
13 Reserveonderdelen 13 Reserveonderdelen 13.1 Algemeen Als inspectie- of onderhoudswerkzaamheden aantonen dat een onderdeel van de warmtepomp moet worden vervangen, gebruikt u alleen de aanbevolen reserveonderdelen en -apparatuur. Opgelet Er mogen alleen originele reserveonderdelen worden gebruikt. Belangrijk Bij bestelling van een onderdeel moet het codenummer uit de lijst worden opgegeven.
Pagina 92
13 Reserveonderdelen Item nr. Referentie Beschrijving 7652670 Greep 7652671 Voorpaneel 7652672 Ventilatorrooster 7652673 Onderstel 7652674 Set anti-trillingsflens voor compressor 7652675 SNB130FGBMT-compressor 7652676 1/2" afsluiter (gas) Ø 12,7 mm 7652677 1/4" afsluiter (hydraulisch) Ø 6,35 mm 7652678 Expansieventiel 7652679 Spoel expansieklep LEV 7652680 Spoel magneetklep 21S4 7652681...