Samenvatting van Inhoud voor REMEHA 200 PSL+ HYBRID 4-8
Pagina 1
België Installatie- en servicehandleiding Hybride warmtepomp 200 PSL+ HYBRID 4–8 200 PSL+ HYBRID 11–16...
Pagina 2
Geachte klant, Dank u voor de aanschaf van dit apparaat. Lees deze handleiding zorgvuldig door voordat u het product gebruikt en bewaar deze op een veilige plaats voor toekomstig gebruik. Om te zorgen voor een voortdurende veilige en goede werking, raden wij aan het product regelmatig te laten onderhouden. On ze Service en After Sales organisatie kan hierbij helpen.
Pagina 4
Inhoudsopgave 5.2.4 Bijzondere voorzorgen voor het aansluiten van het sanitair-warmwatercircuit ..... . . 47 5.2.5 Waterbedrijfsdruk ..............48 Keuze van de opstelplaats .
Pagina 7
1 Veiligheid 1 Veiligheid 1.1 Algemene veiligheidsinstructies Gevaar Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van acht jaar en ouder en mensen met lichamelijke, ge voelsmatige of geestelijke beperkingen of met gebrek aan ervaring en kennis als ze begeleiding en instructie krijgen hoe het apparaat op een veilige manier te ge...
Pagina 8
1 Veiligheid Toelichting Breng isolatie om de leidingen aan om warmteverlies tot een minimum te beperken. Opgelet Het systeem moet in elk opzicht voldoen aan de voor schriften die in het land van kracht zijn bij werkzaam heden en reparaties in huizen, woningen en andere gebouwen.
Pagina 9
1 Veiligheid Toelichting Voor de uiterste werktemperaturen van sanitair warm water: raadpleeg het hoofdstuk Technische gegevens, Sanitair warmwaterboiler. Toelichting Richttemperatuur van sanitair warmwater instellen: zie hoofdstuk 'Richtwaarde voor sanitair-warmwatertem peratuur instellen'. Opgelet Drukbegrenzer: raadpleeg hoofdstuk 'Bijzondere voor zorgen voor het aansluiten van het sanitair-warmwa tercircuit' (installatie- en servicehandleiding).
Pagina 10
1 Veiligheid Opgelet Als het apparaat af-fabriek niet is bekabeld, moet het worden bekabeld volgens het elektrisch schema in hoofdstuk 'Elektrische aansluitingen' (installatie- en servicehandleiding). Opgelet Dit apparaat moet worden aangesloten op de aardlei ding. De aarding dient te voldoen aan de geldende installa tievoorschriften.
Pagina 11
1 Veiligheid Opgelet De elektrische aansluitingen moeten altijd spannings loos worden uitgevoerd en alleen door erkende instal lateurs Opgelet Houd de sensorkabels gescheiden van de 230/400 V stroomkabels. Toelichting De vorstbeveiligingsfunctie werkt niet als de warmte pomp is uitgeschakeld. Opgelet Tap de binnenmodule en de CV-installatie af als de woning voor langere tijd onbewoond is en er kans is op vorst.
Pagina 12
1 Veiligheid Waarschuwing Zorg voor aarding. Installeer de warmtepomp op een stevige, stabiele structuur die het gewicht ervan kan dragen. Installeer de warmtepomp niet in een ruimte waarin een hoog zoutgehalte heerst. Installeer de warmtepomp niet in een ruimte die blootgesteld is aan stoomdamp en verbrandingsgas...
Pagina 13
1 Veiligheid Samenstelling / Informatie over de bestanddelen Chemische aard: R-410A bestaat uit Difluormethaan R32 en Pentafluorethaan R125 Tab.1 Samenstelling van R-410A vloeistof Naam Percentage Aantal CE Aantal CAS Difluormethaan R32 200-839-4 75-10-5 Pentafluoroethaan R125 50% 206-557-8 354-33-6 Het aardopwarmingsvermogen van R410A-gas is 2087,5. Tab.2 Voorzorgsmaatregelen voor gebruik Eerste hulp maatregelen Bij inademing:...
Pagina 14
1 Veiligheid Hantering Technische maatregelen: ventilatie Te nemen voorzorgsmaatregelen: rookverbod. Ophoping van elektrostatische lading vermijden. Werk in een goed geventileerde ruimte. Persoonlijke bescher Ademhalingsbescherming: ming Indien ventilatie onvoldoende is: Patronenmasker van type AX. In afgesloten ruimtes: autonoom isolerend ademhalingsmasker. Handbescherming: veiligheidshandschoenen van leer of nitrielrubber Oogbescherming: veiligheidsbril met zijbescherming.
Pagina 15
1 Veiligheid Voer de eerste inbedrijfstelling en eventueel benodigde controles uit. Leg de installatie uit aan de gebruiker. Als onderhoud noodzakelijk is, waarschuw dan de gebrui ker voor de controle- en onderhoudsplicht betreffende het apparaat. Overhandig alle handleidingen aan de gebruiker. 7622028 - v03 - 07102015...
Pagina 16
2 Over deze handleiding Over deze handleiding Algemeen Deze handleiding is bedoeld voor de installateur van een hybride 200 PSL + HYBRID warmtepomp. Aanvullende documentatie Deze handleiding bevat alle instellingen en informatie over de 200 PSL+ HYBRID binnenmodule en tevens wat informatie over de buitenunit. Raadpleeg de bij de ketel meegeleverde handleidingen voor informatie over de ketel.
Pagina 17
2 Over deze handleiding Afb.2 Op het typeplaatje gebruikte symbo 1 Informatie over de warmtepomp: Type koudemiddel, maximale werkdruk en maximaal opgenomen vermogen door de binnenmo dule 2 Informatie over de sanitair-warmwaterboiler: Volume, maximale werkdruk en standby-verliezen van de sanitair warmwaterboiler. 3 Lees voor het installeren en in bedrijf nemen van het apparaat de meegeleverde handleidingen aandachtig door.
Pagina 18
3 Technische specificaties Technische specificaties Goedkeuringen 3.1.1 Richtlijnen Dit product voldoet aan de eisen van de volgende Europese richtlijnen en normen: Laagspanningsrichtlijn 2006/95/EG Generieke norm: EN 60335–1 Relevante norm: EN 60335-2-40 EMC-richtlijn 2004/108/EG Generieke normen: EN 61000-6-3, EN 61000-6-1 Relevante norm: EN 55014 Richtlijn Drukapparatuur 97/23/EG, artikel 3, lid 3 Dit product voldoet aan de eisen van Europese richtlijn 2009/125/EG inza...
Pagina 22
3 Technische specificaties Productnaam 200 PSL+ 200 PSL+ 200 PSL+ Hybrid 4MR + Hybrid 6MR-2 Hybrid 8MR-2 CALORA + CALORA + CALORA TOWER GAS TOWER GAS TOWER GAS ƞ Seizoensgebonden energie-efficiëntie voor ruim teverwarming onder warmere omstandigheden Opgegeven prestatiecoëfficiënt of primaire ener gieverhouding bij deellast, bij een binnentempe...
Pagina 23
3 Technische specificaties Productnaam 200 PSL+ 200 PSL+ 200 PSL+ Hybrid 4MR + Hybrid 6MR-2 Hybrid 8MR-2 CALORA + CALORA + CALORA TOWER GAS TOWER GAS TOWER GAS ƞ Energie-efficiëntie van waterverwarming 106,00 106,00 106,00 Dagelijks brandstofverbruik 0,000 0,000 0,000 brandstof Jaarlijks brandstofverbruik (1) De nominale warmteafgifte...
Pagina 24
3 Technische specificaties Productnaam 200 PSL+ Hybrid 200 PSL+ Hybrid 11MR-2 + 16MR-2 + CALORA CALORA TOWER GAS TOWER GAS COPd = -7 °C 1,82 1,88 COPd = +2 °C 3,43 3,33 COPd = +7 °C 4,54 4,34 COPd = +12 °C 6,24 5,82 COPd...
Pagina 25
3 Technische specificaties Productnaam 200 PSL+ Hybrid 200 PSL+ Hybrid 11MR-2 + 16MR-2 + CALORA CALORA TOWER GAS TOWER GAS Jaarlijks brandstofverbruik (1) De nominale warmteafgifte Prated is gelijk aan de ontwerpbelasting voor verwarming Pdesignh, en de nominale warmteafgifte van een aanvullend verwarmingstoestel Psup is gelijk aan het aanvullend verwarmingsvermogen sup(Tj).
Pagina 26
3 Technische specificaties Afmetingen en aansluitingen 3.3.1 AWHP 4 MR – AWHP 6 MR-2 Afb.5 AWHP 4 MR – AWHP 6 MR-2 MW-M002199-1 A 1/4" aansluiting voor koelmiddel B 1/2" aansluiting voor koelmiddel 3.3.2 AWHP 8 MR-2 Afb.6 AWHP 8 MR-2 MW-M001442-1 A 3/8"...
Pagina 28
3 Technische specificaties 3.3.4 Binnenmodule Afb.8 Afmetingen en aansluitingen van de binnenmodule 1040 1200 1168 64,5 MW-2000104-2 1 Sanitair-warmwateruitlaat G 6 Sanitair-koudwaterinlaat G ” " 2 CV-circuituitlaat (G1") 7 Aansluiting voor koudemiddel " - gasleiding 3 Ketelretour naar de binnenmodule G "...
Pagina 29
3 Technische specificaties FLOWMETER Debietmeter HEATER Verwarming HEATING DEPARTURE T° Verwarmingsaanvoertemperatuur Bedieningspaneel Bedieningspaneel PAC-IF020–E PAC–IF020–E Printkaart (interface voor de buitenunit) POWER SUPPLY Elektrische voeding PRESSURE SENSOR Druksensor PUMP Circulatiepomp PWM SIGNAL Stuursignaal van circulatiepomptoerental SENSOR HEAT EXCHANGER Warmtewisselaarsensor SENSOR LIQUID Vloeistofsensor TOP DHW SENSOR Bovenste sanitair-warmwatersensor...
Pagina 30
3 Technische specificaties 3.4.2 Elektrisch schema Afb.9 Elektrisch schema CN20 Sensor Heat Exchanger : switch position 7621006 CN21 300023194 Sensor Liquid PAC-IF020-E CN2A Condenser departure temperature Condenser return CNX2 CNX3 CNX4 temperature Heating departure t° S2 S3 Flowmeter Pressure sensor BLUE TB142 BLACK...
Pagina 31
4 Beschrijving van het product Beschrijving van het product Algemene beschrijving De warmtepomp bestaat uit: Een 200 PSL+ HYBRID binnenmodule met een sanitair warmwaterboi ler. Een gasgestookte condensatieketel die op of naast de binnenmodule wordt geïnstalleerd Een omkeerbare buitenunit voor de productie van energie in de verwar mings- of koelingsmodus.
Pagina 32
4 Beschrijving van het product Afb.10 Temperatuurcurve sanitair warmwater MW-2000086-2 D Minimale duur van verwarmingscyclus voordat een Richttemperatuur sanitair warm water Sanitair warmwatertemperatuur sanitair warmwaterbereidingcyclus mag worden ge A Differentieel voor inschakeling t.o.v. de richttempera start als warm water uit de boiler wordt getapt. tuur van het sanitair warmwater B Maximumduur van de sanitair warmwaterbereiding.
Pagina 33
4 Beschrijving van het product De duur van de sanitair warmwaterbereiding is beperkt om geen onge mak te veroorzaken in de verwarmingsmodus door de vertragingen NA.PRODUC.SWW en NADR.TUSSEN EVU. De richtwaarde BOILER TEMP. mag niet hoger zijn dan 60°C voor 5- tot 12-kW warmtepompen.
Pagina 34
4 Beschrijving van het product Tab.17 Operationele fasen met hydraulische bijverwarming Fase Beschrijving van de werking Als verwarmen is vereist en indien de gemeten temperatuur meer is dan 2°C lager is dan de richt temperatuur, wordt de warmtepomp onmiddellijk opgestart. Tegelijkertijd wordt de vertraging t1 geactiveerd.
Pagina 35
4 Beschrijving van het product Opgelet De bijverwarmingen zijn uitgeschakeld en starten niet op als de parameter ING.BL is ingesteld op ONDERST. en de BL-ingang contact maakt, of is ingesteld op ONDERST+COMP en de BL-ingang is onderbroken. Tab.18 Parameter voor verwarmingsproductie Parameter Beschrijving VERT ONDERST.
Pagina 36
4 Beschrijving van het product 4.2.5 Naverwarming in de sanitair-warmwatermodus Startvoorwaarden voor de bijverwarming Opgelet ING.BL kan worden geactiveerd door een breekcontact of maak contact. De bijverwarmingen starten op, op voorwaarde dat de de finitie van het ING.BL-contact en de definitie toegepast op de ING.BL-aansluitklemmen van dezelfde type is: maak of breek Tab.19 Parameter voor verwarmingsproductie Parameter...
Pagina 37
4 Beschrijving van het product tatiecoëfficiënt wordt berekend aan de hand van de door de gebruiker in gevoerde parameters (kosten, coëfficiënten uitstoot kooldioxide) Indien de prestatiecoëfficiënt van de warmtepomp hoger is dan de drem pelprestatiecoëfficiënt, krijgt de warmtepomp voorrang. Anders wordt al leen de ketel ingeschakeld.
Pagina 38
4 Beschrijving van het product Afb.15 Drempelprestatiecoëfficiënt bereikt voor een buitentemperatuur hoger dan ARRET PAC MW-2000167-2 Hybride werkingsmodus uitgeschakeld Wanneer de hybride werkingsmodus uitgeschakeld is, wordt voor over schakeling van een warmtebron naar een andere geen gebruik gemaakt van de drempelprestatiecoëfficiënt. Als de buitentemperatuur hoger is dan HP SHUT-DOWN, wordt de warmtepomp altijd eerst opgestart en wordt de bijverwarming van de ketel aangestuurd in overeenstemming met de werkingslogica van de bijverwarming.
Pagina 39
4 Beschrijving van het product Afb.17 Vloer drogen-grafiek 1 Aantal dagen 2 Richttemperatuur verwarming (°C) 3 Begintemperatuur voor het drogen van de vloer 4 Eindtemperatuur voor het drogen van de vloer 5 Begin van de functie 6 Aantal dagen dat de DROGEN VLOER-functie actief is 7 Einde van de functie: DROGEN VLOER (normale werking) 00:00 00:00...
Pagina 40
4 Beschrijving van het product 4.2.9 Systeemoververhitting Wanneer goedkope elektrische energie voorhanden is (zonne-energie of daluren), kunnen het verwarmingscircuit en de sanitair warmwaterboiler oververhit worden. De contactrichting van de BL-ingang maakt het mogelijk om apparaten aan te sluiten met maak- en breekcontacten. De contactrichting van de BL-ingang wordt ingesteld met behulp van de parameters ING.BL die bepalen of de BL-ingang wordt ingeschakeld al naargelang het contact een maakcontact (0) of een breekcontact (1) is.
Pagina 41
4 Beschrijving van het product Voornaamste componenten Afb.19 Voornaamste componenten 1 Regelkaart verwarmingsgenerator (EHC-02) 2 Dompelbuis voor bovenste sanitair warmwatersensor 3 Stromingsmeter 4 Platenwarmtewisselaar (condensor) 5 Dompelbuis voor onderste sanitair warmwatersensor 6 3-weg omkeerklepmotor voor sanitair warmwater 7 Hoofdcirculatiepomp 8 Veiligheidsventiel 9 Corrosiebeschermingsanode 10 Automatische ontluchter 11 Interfaceprintkaart voor de buitenunit (PAC-IF020–E)
Pagina 42
4 Beschrijving van het product Beschrijving van het bedieningspaneel 4.4.1 Beschrijving van de toetsen Afb.21 Toetsen op het bedieningspaneel AUTO 1 TemperatuurInstellingstoets (verwarming, sanitair 5 Toetsen die horen bij de pictogrammen weergege warmwater of zwembad) ven op het display: de pictogrammen variëren afhan 2 Selectietoets voor de werkingsmodus kelijk van het menu 3 Toets voor afwijking sanitair warm water...
Pagina 43
4 Beschrijving van het product Status van de compressor Afb.24 Werkingsindicator van de compres Symbool brandt ononderbroken: compressor in werking Knipperend symbool: compressor is Uit, inschakeling aangevraagd < AUTO Druk in de installatie Afb.25 Waterdrukindicatoren Drukindicator: een hydraulische druksensor is aangesloten Knipperend symbool: voldoende hydraulische druk Knipperend symbool: onvoldoende hydraulische druk Waterdrukniveau...
Pagina 44
4 Beschrijving van het product Werkingsmodi Afb.28 Werkingsmodus pictogrammen Automatische modus is geactiveerd op basis van het klokprogram DAG modus: DAG afwijking geactiveerd Symbool brandt ononderbroken: permanente afwijking Symbool knippert: tijdelijke afwijking NACHT modus: NACHT afwijking geactiveerd. Symbool brandt ononderbroken: permanente afwijking Symbool knippert: tijdelijke afwijking VAKANTIE modus: VAKANTIE afwijking geactiveerd.
Pagina 45
4 Beschrijving van het product Tab.21 Opties en accessoires voor de binnenmodule Beschrijving Collo nr. 3-wegklepset voor tweede circuit EH 528 AAN/UIT condensatiesensor HK 27 Aanvoersensor AD 199 Kraan met filter 1” EH 61 Aansluitset (ketel geïnstalleerd bovenop de binnenmodule) EH 524 Aansluitset (ketel geïnstalleerd naast de binnenmodule) EH 525...
Pagina 46
5 Voor de installatie Voor de installatie Installatievoorschriften Waarschuwing De installatie van de warmtepomp moet door een erkend installa teur worden uitgevoerd volgens de plaatselijk en nationaal gelden de regelgeving. Waarschuwing De componenten die worden gebruikt voor het aansluiten van de koudwatertoevoer moeten voldoen aan de normen en voorschrif...
Pagina 47
5 Voor de installatie Toelichting Indien waterbehandeling noodzakelijk is, beveelt Remeha de vol gende fabrikanten aan: Cillit Climalife Fernox Permo Sentinel 5.2.3 Bijzondere voorzorgen voor het aansluiten van het verwar mingscircuit Voor de aansluiting is het absoluut noodzakelijk de normen en de lokale voorschriften in acht te nemen.
Pagina 48
5 Voor de installatie Geadviseerd wordt de drukverminderaar direct na de watermeter te instal leren, zodat de druk in alle leidingen van de installatie gelijk is. Veiligheidsventiel Toelichting Overeenkomstig de veiligheidsvoorschriften is er een op 0,7 MPa (7 bar) geijkte veiligheidsklep op de sanitair koudwateringang van de boiler gemonteerd.
Pagina 49
5 Voor de installatie Opgelet De binnenmodule en de ketel moeten in vorstvrije ruimten worden geïnstalleerd. 5.3.1 Typeplaat Typeplaten moeten altijd toegankelijk zijn. Ze identificeren het product en bevatten de volgende informatie: Type apparaat Fabricagedatum (Jaar - Week) Serienummer CE identificatienummer Elektrische voeding Toelichting Verwijder of bedek nooit de etiketten en typeplaten die op de ap...
Pagina 50
5 Voor de installatie 5.3.2 Benodigde ruimte voor een hybride systeem Zorg voor voldoende ruimte rond de hybride warmtepomp voor goede be reikbaarheid en vereenvoudiging van het onderhoud. Afb.33 Afmetingen 5 0 0 m i n 5 0 0 2 5 0 5 0 0 m i n 2 5 0...
Pagina 51
5 Voor de installatie Afb.35 Opstelplaats van de buitenunit Waarschuwing Geen enkel obstakel mag de vrije luchtcirculatie rond de buiten unit hinderen (aanzuiging en uitmonding) Plaats de buitenunit niet in de buurt van slaapkamers. Plaats de unit niet tegenover een wand met beglazing Vermijd plaatsing in de buurt van een terras, enz.
Pagina 52
5 Voor de installatie Afb.37 Opstelafstanden 1000 Tab.24 Minimale afmetingen in mm AWHP 4 MR – AWHP 6 MR-2 – AWHP 8 MR-2 AWHP 11 MR-2 – AWHP 16 MR-2 – AWHP 11 TR-2 – AWHP 16 TR-2 1000 1000 1500 Installatie in koude en besneeuwde gebieden Wind en sneeuw kunnen aanzienlijk afbreuk doen aan de prestaties van...
Pagina 53
5 Voor de installatie Opgelet Neem, wanneer de buitentemperatuur onder nul komt, de nodi ge voorzorgsmaatregelen om bevriezing in de afvoerleidingen te voorkomen. Vermijd dat condenswater bevriest in op plekken waar doorstro ming noodzakelijk is. Een of meerdere buitenunits installeren 1.
Pagina 54
5 Voor de installatie Dicht bij een storende warmtebron (zon, schoorsteen, ventilatierooster, enz.). Afb.39 Afgeraden locaties voor de buitensensor MW-3000014-2 Transport Afb.40 Voorzorgen bij transport Opgelet Zorg voor minstens twee personen om te helpen. >45° Hanteer het apparaat met handschoenen. Vervoer de pallet met daarop het apparaat met behulp van een pallet...
Pagina 55
5 Voor de installatie Uitpakken en eerste voorbereidingen Opgelet Zorg voor 2 personen. Hanteer het apparaat met handschoenen Afb.41 Uitpakken 1. Verwijder de verpakking van de binnenmodule, maar laat de module wel op de transportpallet staan. 2. Verwijder de beschermende verpakking van de accessoires en handleidingen.
Pagina 56
5 Voor de installatie Afb.43 Voorpanelen openen 4. Verwijder het voorpaneel door stevig aan beide kanten te trekken. 5. Verwijder het onderste voorpaneel door stevig aan beide kanten te trekken. MW-2000100-1 Afb.44 SWW-boiler opstellen 6. Til de binnenmodule op en zet hem op de grond op de gewenste op stelplaats.
Pagina 57
5 Voor de installatie Afb.45 Binnenmodule waterpas stellen 7. Zet de binnenmodule waterpas met behulp van de verstelbare po ten. Opgelet De binnenmodule niet naar links of naar rechts kantelen anders kan de onderkant van de zijpanelen worden beschadigd. Kantel de binnenmodule alleen naar voren of achteren.
Pagina 58
5 Voor de installatie Manometer Debietmeter Automatische ontluchter Afsluiter Drieweg mengkraan Verwarmingspomp Gesloten expansievat Aftapkraan Buitentemperatuursensor Aanvoertemperatuursensor na mengklep Terugslagklep Drukregelaar - indien de voordruk hoger is dan 80% van de veilig heidsklep-ijkwaarde (Zwitserland: volgens DIN 1988, deel 2) Veiligheidsgroep gekalibreerd en verzegeld op 7 bar met waterlo zing met controlelampje.
Pagina 59
6 Installatie Installatie Algemeen Opgelet De installatie van de warmtepomp moet door een erkende vak man worden uitgevoerd volgens de geldende plaatselijke en natio nale voorschriften. Voorbereiding Toelichting Voordat de binnenmodule definitief wordt opgesteld, moeten eerst de opties worden geïnstalleerd die volgens het systeem zijn geko zen.
Pagina 60
6 Installatie 6.2.3 Aftapkraan plaatsen 1. Installeer de aftapkraan en de pakkingen voor het sanitair warmwa tercircuit op het koppelstuk dat daartoe is aangebracht aan de ach terkant van de binnenmodule. Toelichting De aftapkraan en pakkingen worden meegeleverd bij het appa raat.
Pagina 61
6 Installatie Afb.50 Printkaart installeren D4 CAN 4. Zet de D4 CAN printkaart op zijn plaats in de ketel (deze wordt mee geleverd bij de binnenmodule). MW-2000176-2 Afb.51 Connectors opnieuw aansluiten 5. Sluit de connectors weer aan die eerder waren losgekoppeld van de oorspronkelijke printkaart.
Pagina 62
6 Installatie 500 mm aanbevolen 2. Zet de EH525 op zijn plaats. Handleiding van aansluitset. 6.2.6 Ketel bovenop de binnenmodule plaatsen Afb.53 Ketel bovenop de binnenmodule plaatsen MW-2000103-1 Plaats de ketel op de binnenmodule. 2. Breng de schroeven op hun plaats om de ketel op de binnenmodule te bevestigen.
Pagina 63
6 Installatie Wateraansluitingen 6.3.1 Verwarmingscircuit aansluiten Afb.54 Verwarmingscircuit aansluiten 1. Monteer een handmatige ontluchter en sluit de verwarmingretourlei ding aan die van de binnenmodule komt. 2. Sluit de verwarmingsaanvoerleiding voor de binnenmodule aan. Opgelet Bij het aansluiten van het verwarmingscircuit moet de aansluiting aan het binnenmodule-uiteinde met een sleutel worden tegenge...
Pagina 64
6 Installatie 6.3.3 Sanitair warmwaterkring aansluiten Waarschuwing Voor de aansluiting is het absoluut noodzakelijk de normen en de lokale voorschriften in acht te nemen. Opgelet Als de waterleidingen van koperen buis zijn gemaakt, moet een koppelstuk van staal, gietijzer of ander isolerend materiaal tussen de SWW-uitlaat van de sanitair-warmwaterboiler en deze leidin...
Pagina 65
6 Installatie Tab.25 Hoeveelheid koelmiddel AWHP 4 MR – AWHP 6 AWHP 8 MR-2 AWHP 11 MR-2 – AWHP MR-2 16 MR-2 – AWHP 11 TR-2 – AWHP 16 TR-2 Toegestane leidinglengte 40 m 40 m 75 m Toegestane opvoerhoogte 10 m 10 m 30 m...
Pagina 66
6 Installatie Afb.60 Moeren of doppen weggooien 4. Afhankelijk van elk specifiek geval: Geval Model Handeling Alleen voor AWHP 4 MR- Gooi de moeren weg als modellen AWHP 6 MR-2 afval. Voor andere modellen Verwijder de " en " doppen en gooi deze weg als afval.
Pagina 67
6 Installatie Afb.64 Zijpanelen verwijderen 9. Verwijder de beschermende zijpanelen van de buitenunit. MW-M002209-1 Afb.65 Moeren van de afsluiters 10. Draai de moeren van de afsluiters los. 11. Steek de moeren op de leidingen. 12. Ril de leidingen. MW-M002210-1 Afb.66 Buizen aansluiten 13.
Pagina 68
6 Installatie 6.4.3 Lekdichtheidstest Afb.67 Afsluiters 1. Open de stoppen in de afsluiters A en B / C. 2. Controleer of de afsluiters A en B / C dichtgedraaid zijn. 35 bar 3. Verwijder de stop uit het servicekoppelstuk op afsluiter A 4.
Pagina 69
6 Installatie 6.4.5 Kranen open zetten Afb.69 Beschermdoppen van afsluiters 1. Verwijder de beschermdop van de koudemiddelkraan, vloeistofzijdig 2. Open kraan A met een inbussleutel door deze tegen de klok in tot de aanslag te draaien. 3. Plaats de beschermdop terug. 4.
Pagina 70
6 Installatie Kleur van de draad Polariteit Groen/gele draad Aarde Waarschuwing Bevestig de kabel met de meegeleverde kabelklem. Zorg dat de draden niet met verwisseld worden. 6.5.2 Beschrijving van de aansluitklemmenstrook Klemmenstrook van binnenmodule Afb.70 Klemmenstrook van binnenmodule X1 230 V - 50 Hz voeding X2 Driewegklep verwarming/sanitair warmwater X8 Aansluitbus met de printkaart (D4 CAN) van de ketel X9 Sensoren...
Pagina 71
6 Installatie Gevaar Niets aansluiten op S1. 6.5.3 Aanbevolen doorsnede van de kabel De elektrische eigenschappen van de beschikbare netvoeding moeten overeenkomen met de op de typeplaat aangegeven waarden. De kabel moet zorgvuldig worden uitgekozen aan de hand van de volgen de criteria: Maximale stroomsterkte van de buitenunit.
Pagina 72
6 Installatie Afb.73 Connector monteren 1. Steek de draden in de betreffende ingangen van de connector en schroef deze vast. 2. Steek de connector in de betreffende klemmenstrook. 3. Leg de kabel in de kabelgoot en pas de lengte van de kabel dieno vereenkomstig aan.
Pagina 73
6 Installatie Opgelet Houd de sensorkabels gescheiden van de 230/400 V kabels. 6.5.6 Plaatsing van de verbindingskabels tussen de ketel en de binnenmodule Afb.75 Plaatsing van de kabel MW-6000288-2 1 Kolomconfiguratie 2 Configuratie met ketel naast de binnenmodule 6.5.7 Toegang tot de aansluitklemmenstrook van de ketel 1.
Pagina 74
6 Installatie 6.5.8 Elektrische aansluitingen maken voor een buitenunit: AWHP 4 MR – AWHP 6 MR-2 Afb.76 Onderhoudspaneel verwijderen 1. Verwijder het onderhoudspaneel. 2. Controleer de doorsnede van de gebruikte kabel en ook de bescher ming ervan in de verdeelkast, afhankelijk van de gebruikte unit. 3.
Pagina 75
6 Installatie 6.5.11 Ketelbus aansluiten Afb.79 Regelkaarten aansluiten 1. Sluit de connector X2/X3 aan op de D4 CAN-printplaat. 2. Sluit de stekker J1 aan op de interne 'verlichtings'-printkaart. 3. Sluit de X11-connector aan op de regelkaart (PCU-192) van de ke tel.
Pagina 76
6 Installatie 1. Sluit de corrosiebeschermingsanode aan op de X12-connector op de D4 CAN printkaart van de ketel. D4 CAN MW-2000177-2 6.5.14 Een zwembad aansluiten Afb.80 Een zwembad aansluiten 0-10V S AMB C S AMB B S AMB A 4 3 2 1 2 1 TS + S.AUX S SYST...
Pagina 77
6 Installatie Toelichting Wanneer parameter T.ING is ingesteld op 0/1 B, wordt het zwem bad niet meer verwarmd als het contact open is (fabrieksinstel ling). Alleen de vorstbeveiligingsfunctie blijft werken. De contac trichting (breek of maak) kan nog steeds ingesteld worden met be hulp van parameter CTC.TEL.
Pagina 78
6 Installatie 2. Spoel de installatie door. 3. Reinig de installatie met een universeel reinigingsmiddel om onge rechtigheden uit de installatie te verwijderen (koperdeeltjes, vlas draad, soldeersel). 4. Spoel de installatie goed door totdat het water helder is en geen vuildeeltjes meer bevat.
Pagina 79
7 Inbedrijfstelling Inbedrijfstelling Algemeen Een speciale inbedrijfstellingsprocedure is vereist voor de hybride warmte pomp: Wanneer het apparaat voor het eerst wordt gebruikt; Na een langere periode in de uitstand; Na voorvallen die een complete herinstallatie vereisen. Tijdens de inbedrijfstellingsprocedure kan de gebruiker zien wat de ver schillende instellingen en uit te voeren controles zijn om de warmtepomp in alle veiligheid op te starten.
Pagina 80
7 Inbedrijfstelling 3. Zorg ervoor dat de evacuatiedruk is gecontroleerd door te vullen. 4. Zorg ervoor dat de evacuatietijd en de buitentemperatuur zijn gecon troleerd tijdens de evacuatie. Procedure voor inbedrijfstelling Opgelet De eerste inbedrijfstelling moet worden uitgevoerd door een er kend installateur.
Pagina 81
7 Inbedrijfstelling 4. Open het menu #KRING A en stel de parameters in met betrekking tot circuit A. Toelichting Het configureren van het type voor circuit B wordt op soortgelijke wijze gedaan: parameter KRING B daarna menu #KRING B. 7.4.3 Toerental van de ketelverwarmingspomp instellen Het minimale en het maximale toerental van de circulatiepomp van de ke...
Pagina 82
7 Inbedrijfstelling Stel parameter ELEK START in het menu #PRIMAIRE INST.PARA in volgens het type energiemeter dat is geïnstalleerd. Inbedrijfstelling afronden 1. Schakel de sanitair-warmwatermodus van de warmtepomp uit. Gebruikershandleiding 2. Simuleer een warmtevraag om de verwarmingsmodus op te starten. 3.
Pagina 83
8 Werking Werking Algemeen Wanneer de binnenmodule eenmaal is aangesloten op de ketel, wordt het geheel bestuurd vanaf het bedieningspaneel van de ketel. Rechtstreeks op de binnenmodule hoeft niets te worden gedaan. Het bedieningspaneel van de ketel: geeft alle informatie weer over de hybride warmtepomp als geheel (ke tel, binnenmodule en buitenunit) wordt gebruikt om de noodzakelijke parameters in te stellen voor het functioneren van de hybride warmtepomp.
Pagina 84
8 Werking Afb.85 Terug naar het hoofdscherm 7. Druk tweemaal op toets om terug te keren naar het hoofd scherm. Toelichting Het is mogelijk om de toetsen te gebruiken in plaats LUNDI 11:45 van de instelknop. < AUTO C002224-D-06 8.2.2 Toegang tot het installateursniveau De informatie en de instellingen van het installateursniveau zijn toeganke...
Pagina 85
8 Werking Afb.88 Toegang tot het installateursniveau 1. Open het installateursniveau door ongeveer 5 seconden lang op toets te drukken met behulp van een geschikt werktuig. 2. Selecteer het menu #SYSTEEM door aan de instelknop te draaien. 3. Bevestig de selectie door op de instelknop te drukken. ZONDAG 11:45 4.
Pagina 86
9 Instellingen Instellingen Parameterlijst 9.1.1 Installateursniveau Bepaalde menu's en parameters worden weergegeven: volgens bepaalde systeemconfiguraties, volgens de opties, circuits of sensoren die op dat moment zijn aangeslo ten. Beschikbare menu's op het installateursniveau: Menu's Menu #TAAL Menu #SYSTEEM Menu #PRIMAIRE GRENZEN Menu #PRIMAIRE INST.PARA Menu #SECONDARY Menu #KETEL...
Pagina 87
9 Instellingen volgens de opties, circuits of sensoren die op dat moment zijn aangeslo ten. Tab.38 Menu#SYSTEEM in modus UITGEBREID Parameters Beschrijving Fabrieksinstelling Instelling klant KRING A Circuit A-type: DIRECT AFWEZIG : geen gegevens over het weergegeven circuit. DIRECT : gebruik als direct verwarmingscircuit. VERWARM.VL.
Pagina 88
9 Instellingen Parameters Beschrijving Fabrieksinstelling Instelling klant KRING B Circuit B-type: AFWEZIG : geen gegevens over het weergegeven circuit. DIRECT : gebruik als directe verwarmingskring. MGK : aansluiting van een circuit met driewegklep (zoals een vloerverwarming). ZWEMBAD : gebruik van het circuit voor het beheer van een zwembad.
Pagina 89
9 Instellingen Parameters Beschrijving Fabrieksinstelling Instelling klant UITG.P.C Configuratie van pomp C-uitlaat: POMP KRING POMP KRING : werkt als een circulatiepomp op het betref fende circuit. KRING AUX : gebruikt om de functies over te nemen van de parameter S.HULP zonder de optie UC-printplaat + sensor toe te voegen (pakket AD249).
Pagina 90
9 Instellingen Parameters Beschrijving Fabrieksinstelling Instelling klant S.HULP Configuratie van de uitgang van het hulpcircuit en de uitgang PROGRAM. van het sanitair-warmwatercircuit: S.OMLO. : gebruikt voor het bedienen van de pomp van het sanitaire wateromloopcircuit volgens het sanitair warm water-klokprogramma en voor het forceren van de werking hiervan tijdens een sanitair warmwaterafwijking.
Pagina 91
9 Instellingen Parameters Beschrijving Fabrieksinstelling Instelling klant T.ING Configuratie van de telefooningang: VORSTBEV. VORSTBEV. : schakelt de vorstbeveiliging van de genera tor in. 0/1A : On/Off-contact; maakt gebruik mogelijk van T.ING als vorstbeveiligingsingang op circuit A. 0/1 B : On/Off-contact; maakt gebruik mogelijk van T.ING als vorstbeveiligingsingang op circuit B.
Pagina 92
9 Instellingen Parameters Beschrijving Fabrieksinstelling Instelling klant MIN.OPFR.WP Minimale aanvoertemperatuur in koelingsmodus. 10°C Instelbaar van 7 tot 30°C MAX.SYSTEM SWW Maximum richttemperatuur sanitair warmwater 65°C Instelbaar van 50 tot 80°C MAX.SYSTEM VER Maximum richttemperatuur verwarming 65°C Instelbaar van 20 tot 80°C Menu #PRIMAIRE INST.PARA Bepaalde parameters worden weergegeven: volgens bepaalde systeemconfiguraties,...
Pagina 93
9 Instellingen Parameters Beschrijving Fabrieksinstelling Instelling klant KOELEN Koelingsmodus: NEE : geen koelingsmodus IN : koelingsmodus PASSIEV.OPFRI. : passieve koelingsmodus CONDENS.SENS. Type condensatiesensor: NEE : geen condensatiesensor TOR : AAN/UIT condensatiesensor 0-10V : 0 - 10 V condensatiesensor VERSC.OPFR.WP Maximale verschuiving voor koeling (aanpassing van koe lingrichttemperatuur met 0 - 10 V condensatiesensor).
Pagina 94
9 Instellingen Parameters Beschrijving Fabrieksinstelling Instelling klant OFFSET SWW Aanvoertemperatuur oververhit in de sanitair warmwaterboi 20°C (4 kW) ler voor sanitair warmwaterbereiding. 15°C (6 kW) Instelbaar van 0 tot 20°C 9°C (8 kW) 10°C (11 kW) 14°C (16 kW) NADR.MGK.SWW Schakelvertraging op de omkeerklep aan het einde van een 3 minuten sanitair warmwaterbelasting.
Pagina 95
9 Instellingen Parameters Beschrijving Fabrieksinstelling Instelling klant LOW/NOISE Geluidsarme modus van warmtepomp. Inschakeltijd van de functie 22 uur BEGI.LOW/NOISE EIND LOW/NOISE Uitschakeltijd van de functie 6 uur (1) De parameters BEGI.LOW/NOISE en EIND LOW/NOISE worden alleen weergegeven als de LOW/NOISE is ingeschakeld. #SECONDARY menu - Installateursniveau Bepaalde parameters worden weergegeven: volgens bepaalde systeemconfiguraties,...
Pagina 96
9 Instellingen Tab.43 ING.0-10V verschillend van NEEN Parameters Beschrijving Fabrieksinstelling Instelling klant ING.0-10V Dient om de generator te regelen door middel van een ex NEEN tern systeem bestaande uit een 0-10V-uitgang verbonden met 0-10V-ingang van de generator. NEEN TEMPERATUUR VMIN/OFF 0-10V Voltage overeenkomend met de minimale richttemperatuur 0,5 V voor uitschakeling van de generator.
Pagina 97
9 Instellingen Gebruikte gas Parameter Eenheid AGC 10/15 AGC 15 AGC 25 AGC 35 soort SNELH.BEP toeren per mi 3200 3700 3000 4000 nuut Propaan (G31) MIN.VENT. toeren per mi 2200 2200 1800 1700 nuut MAX.VENT.VE toeren per mi 3200 4400 5300 6200...
Pagina 98
9 Instellingen Parameters Beschrijving Fabrieksinstelling Instelling klant MINI KOELEN A Richttemperatuur vertrekleiding voor het circuit. 18°C NEE : Een circuit kan geen koeling Instelbaar van 7 tot 22°C Tab.47 Als een tweede sanitair warmwaterboiler is aangesloten: KRING A = SWW Parameters Beschrijving Fabrieksinstelling Instelling klant...
Pagina 99
9 Instellingen Parameters Beschrijving Fabrieksinstelling Instelling klant SWW.IN A Voorkomt afkoeling van de sanitair warmwaterboiler bij op starten: NEE : functie uitgeschakeld KETEL TEMP : in de sanitair warmwatermodus start de laadpomp alleen als de verwarmingsaanvoertemperatuur hoger is dan de richtwaarde BOILER TEMP. + 5°C. TEMP.SYST : in de sanitair warmwatermodus start de laadpomp alleen als de verwarmingsaanvoertemperatuur hoger is dan de richtwaarde BOILER TEMP.
Pagina 100
9 Instellingen Parameters Beschrijving Fabrieksinstelling Instelling klant MTKG N B Stooklijn basistemperatuur 's nachts voor het circuit: NEE : geen stooklijn basistemperatuur Instelbaar van 20 tot 90°C MINI KOELEN B Richttemperatuur vertrekleiding voor circuit B: 18°C NEE : circuit B kan geen koeling leveren Instelbaar van 11 tot 22°C Tab.49 Als een tweede sanitair warmwaterboiler is aangesloten: KRING B = SWW Parameters...
Pagina 101
9 Instellingen Parameters Beschrijving Fabrieksinstelling Instelling klant SWW.IN B Voorkomt afkoeling van de sanitair warmwaterboiler bij op starten: NEE : functie uitgeschakeld KETEL TEMP : in de sanitair warmwatermodus start de laadpomp alleen als de verwarmingsaanvoertemperatuur hoger is dan de richtwaarde BOILER TEMP. + 5°C. TEMP.SYST : in de sanitair warmwatermodus start de laadpomp alleen als de verwarmingsaanvoertemperatuur hoger is dan de richtwaarde BOILER TEMP.
Pagina 102
9 Instellingen Parameters Beschrijving Fabrieksinstelling Instelling klant MTKG N C Stooklijn basistemperatuur 's nachts voor het circuit: NEE : geen stooklijn basistemperatuur Instelbaar van 20 tot 90°C MINI KOELEN C Richttemperatuur vertrekleiding voor circuit C: 18°C NEE : circuit C kan geen koeling leveren Instelbaar van 11 tot 22°C Tab.51 Als een tweede sanitair warmwaterboiler is aangesloten: KRING C = SWW Parameters...
Pagina 103
9 Instellingen Parameters Beschrijving Fabrieksinstelling Instelling klant SWW.IN C Voorkomt afkoeling van de sanitair warmwaterboiler bij op starten: NEE : functie uitgeschakeld KETEL TEMP : in de sanitair warmwatermodus start de laadpomp alleen als de verwarmingsaanvoertemperatuur hoger is dan de richtwaarde BOILER TEMP. + 5°C. TEMP.SYST : in de sanitair warmwatermodus start de laadpomp alleen als de verwarmingsaanvoertemperatuur hoger is dan de richtwaarde BOILER TEMP.
Pagina 104
9 Instellingen volgens de opties, circuits of sensoren die op dat moment zijn aangeslo ten. Tab.54 Menu #KRING.AUX Parameters Beschrijving Fabrieksinstelling Instelling klant KRING AUX Aanpassing van de naam van het hulpcircuit PRIM.BOI.T.AUX Richttemperatuur op het verwarmingscircuit tijdens de berei 65°C ding van sanitair warmwater: NEE : geen richttemperatuur...
Pagina 105
9 Instellingen 9.1.2 Servicedienstniveau Bepaalde parameters worden weergegeven: volgens bepaalde systeemconfiguraties, volgens de opties, circuits of sensoren die op dat moment zijn aangeslo ten. Menu's beschikbaar op het servicedienstniveau: Menu's Menu #PARAMETERS Menu #HISTORIEK GEBR. Menu #HISTORIEK BERICHTEN Menu #TEST UITGANG Menu #TEST INGANG Menu #CONFIGURATIE Menu #INSTALLATEUR...
Pagina 106
9 Instellingen Parameters Beschrijving Eenheid COP GEMIDDELD Gemiddelde berekende energie prestatiecoëfficiënt(EPC) COP DREMPEL Waarde van de prestatiecoëfficiënt (EPC) waarboven de warmtepomp kan wor den ingeschakeld DEBIETMETER Vertrekdebietmeting l/min KAART SCU Softwareversie van de CU-printkaart SCU OPEENVOLGING Regelaarcyclus ST SU Substatus status BOILER TEMP.B Sensormeting in de tweede sanitair warmwaterboiler aangesloten op circuit B °C...
Pagina 107
9 Instellingen Parameters Beschrijving P.KRING.AUX Werking van de hulpuitgang IN : Aan NEE : Uit MGK B Status van de driewegklep op circuit B: RUSTT. : geen bediening OPEN : open SLUIT : gesloten MGK C Status van de driewegklep op circuit C: RUSTT.
Pagina 108
9 Instellingen Parameter Beschrijving CN1 CN2 Keuze van de buitenunit van de hybride warmtepomp Hoofdstuk over de inbedrijfstellingsprocedure van het hybride warmte pompsysteem De waarde van CN1 en CN2 kan worden geselecteerd met behulp van de draaiknop. De 4- cijferige weergave heeft een bereik van 0000-9999. Voorbeeld: Draai aan de knop totdat 0107 wordt weergegeven om CN1 = 1 en CN2 = 7 in te stellen.
Pagina 109
9 Instellingen Parameters Beschrijving Eenheden UREN WP Aantal bedrijfsuren van de compressor UREN KETEL Aantal bedrijfsuren van de pomp KETEL STARTS Aantal startpogingen van de pomp UREN BRANDER Aantal bedrijfsuren van brander BRANDER STARTS Aantal startpogingen van de brander ELEK.ENERG.WARM Elektriciteitsverbruik voor verwarming ELEK.ENERG.SWW Elektriciteitsverbruik voor sanitair warmwater...
Pagina 110
9 Instellingen Beschrijving van de parameters 9.2.1 NACHT functie: NACHT A / NACHT B / NACHT C Deze parameter NACHT wordt weergegeven indien minstens één circuit geen kamertemperatuursensor heeft. Voor circuits zonder kamertemperatuursensor Voor circuits met kamertemperatuursensor NACHT VER. = ABAISSEMENT Wanneer de omgevingstemperatuur lager is dan de richtwaar...
Pagina 111
9 Instellingen Afb.91 Menukeuze 3. Bevestig de selectie door op de instelknop te drukken. 4. Selecteer de parameter waarvan u de naam wilt wijzigen door aan de instelknop te draaien. #KRING A #KRING #KRING C #KRING SWW #KRING AUX < MW-5000002-1 Afb.92 Parameter selecteren 5.
Pagina 112
9 Instellingen Afb.94 Circuitnaam bevestigen 10. Bevestig de nieuwe naam door op de instelknop te drukken wanneer het symbool is weergegeven op het scherm. Toelichting Zodra de naam 6 tekens bevat, wordt hij automatisch gevalideerd wanneer het laatste teken bevestigd is. Het symbool wordt weergegeven door het draaien van de in...
Pagina 113
9 Instellingen Afb.97 Parameter selecteren Bevestig de selectie door op de instelknop te drukken. KRING A MAX.T KRING A 75.0° INSTEL CURVE A VERVROE.A NACHT A VER. < MW-5000004-1 Afb.98 Stooklijn wijzigen 6. Wijzig de waarde van de helling van de stooklijn door aan de instel knop te draaien.
Pagina 114
9 Instellingen Stooklijn zonder basisrichttemperatuur Afb. Stooklijn 1 Maximum temperatuur van het circuit 2 Watertemperatuur van het circuit voor een buitentemperatuur van 0°C 3 DAG Richtwaarde voor het circuit C° 4 Buitentemperatuur waarvoor de maximale watertemperatuur van het circuit bereikt is 5 Waarde van de helling van de stooklijn Buitentemperatuur Verwarmingswatertemperatuur...
Pagina 115
9 Instellingen Weergave van de gemeten waarden Ketelinstallatie- en onderhoudshandleiding 7622028 - v03 - 07102015...
Pagina 116
10 Onderhoud 10 Onderhoud 10.1 Algemeen Onderhoudswerkzaamheden zijn belangrijk om de volgende redenen: Om optimale prestaties te garanderen. Om de levensduur van de apparaten te verlengen. Om een installatie te leveren die het beste gebruikerscomfort in de loop van de tijd biedt. Opgelet Onderhoudswerk moet door een erkend installateur worden uitge...
Pagina 117
10 Onderhoud 10.2.1 Veiligheidsthermostaat controleren 1. Controleer de goede werking van de veiligheidsonderdelen, in het bijzonder de veiligheidsklep van het verwarmingscircuit. 2. Controleer of het koelcircuit lekdicht is met behulp van een snuiver. 3. Controleer de elektrische aansluitingen. 4. Controleer de goede werking van het bedieningspaneel. 5.
Pagina 118
10 Onderhoud Afb. Steunring en filter verwijderen 3. Verwijder de steunring. 4. Verwijder het filter. 5. Controleer en reinig het filter. Vervang het indien nodig. 6. Plaats het filter terug. 7. Draai de aansluiting goed aan. 8. Open de kraan op de wisselaar. MW-L000333-1 10.4 Aftappen van de installatie 10.4.1 Verwarmingscircuit aftappen...
Pagina 119
10 Onderhoud Afb. Sanitair warmwatercircuit aftappen 2. Sluit een geschikte slang aan (binnendiameter: 14 mm) op de aftap kraan van het sanitaire warmwatercircuit. 3. Open de aftapkraan van het sanitaire warmwatercircuit. 4. Open de warmwaterkraan om de binnenmodule volledig af te tap pen.
Pagina 120
11 Bij storing 11 Bij storing 11.1 Storingscodes 11.1.1 Storingsmeldingen Bij een storing geeft het bedieningspaneel een melding en een bijbehoren de code weer. 1. Noteer de weergegeven code. De code is belangrijk voor het correct en snel opsporen van het type storing en voor een eventuele technische assistentie.
Pagina 121
11 Bij storing Afb. Toegang tot het servicedienstniveau 1. Druk 10 seconden op toets voor toegang tot het servicedienstni veau. 2. Selecteer het menu #HISTORIEK BERICHTEN door aan de instel knop te draaien. ZONDAG 11:45 TEMP.: _ _ _ _ <...
Pagina 122
11 Bij storing Meldingen Code Beschrijving GEBR.AANV.V.C Storing van de debietsensor op circuit C: de circuitpomp is in werking en de motor van de driewegklep krijgt geen stroom meer en moet handmatig worden bediend: Los contact: Controleer of de sensor is aangesloten Controleer de verbinding en de connectors Controleer of de sensor goed gemonteerd is Defecte sensor:...
Pagina 123
11 Bij storing Meldingen Code Beschrijving GEBR.RUIM.V.C Storing van kamertemperatuursensor op circuit C: circuit C werkt zonder te worden be invloed door de kamertemperatuursensor op circuit C: Slecht contact Controleer of de sensor is aangesloten Controleer de verbinding en de connectors Controleer of de sensor goed gemonteerd is Defecte sensor Controleer de weerstandswaarde van de sensor...
Pagina 124
11 Bij storing Meldingen Code Beschrijving ANODE SLUITING Kortsluiting in het Titan Active System: Bereiding van sanitair warmwater is uit: Herstart de sanitair warmwaterbereiding-modus door op toets te drukken. De boiler is niet meer beveiligd: Controleer of er geen kortsluiting is op de verbindingskabel tussen de SCU-print kaart en de anode Controleer of anode misschien kortsluiting heeft Een boiler zonder Titan Active System is op de verwarmingsketel aangesloten:...
Pagina 125
11 Bij storing Meldingen Code Beschrijving BL.VERT.SYS..KS Storing aanvoerdebietsensor van hybride warmtepomp of sensor ontbreekt BL.VERT.SYS..VER Storing aanvoerdebietsensor van hybride warmtepomp of sensor ontbreekt BL.RET.V.WP.OPEN Storing retourtemperatuursensor van hybride warmtepomp of sensor ontbreekt BL.RET.V.WP.KS Storing retourtemperatuursensor van hybride warmtepomp of sensor ontbreekt BL.RET.V.WP.VER Storing retourtemperatuursensor van hybride warmtepomp of sensor ontbreekt BL.SWW.TOP S.OPEN...
Pagina 126
11 Bij storing Afb. Storing selecteren 4. Selecteer het gewenste storing door aan de instelknop te draaien. 5. Bevestig de storing door op de instelknop te drukken om de informa tie te raadplegen die daarmee verband houdt. Toelichting GEB.HUL.1.V. 21/10 Blader door de storing door aan de insteltoets te draaien.
Pagina 127
11 Bij storing 11.4.3 Parameters en ingangen/uitgangen in testmodus controle Afb. Toegang tot het servicedienstniveau 1. Open het servicedienstniveau door 10 seconden lang op toets drukken met behulp van een geschikt werktuig. 2. Selecteer het menu #PARAMETERS door aan de instelknop te draaien.
Pagina 128
11 Bij storing Statusbeschrijving Substatus en beschrijving 09: Vergrendeling XX Storingscode 10: Vergrendeling 00: Uitschakeling 11: Geforceerde werking in de verwarmings 30: Normaal bedrijf modus 12: Geforceerde werking in de koelingsmo 30: Normaal bedrijf 16: Ketelvorstbeveiliging 30: Normaal bedrijf 79: Stroom naar compressor uitgeschakeld 80: Stroom naar bijverwarmingen uitgeschakeld 81: Stroom naar compressor of bijverwarmingen uitgeschakeld 17: Ontluchting...
Pagina 129
12 Uitbedrijfname 12 Uitbedrijfname 12.1 Procedure voor uitbedrijfname Om de warmtepomp tijdelijk of definitief uit bedrijf te nemen: 1. Schakel de warmtepomp uit. 2. Onderbreek de netvoeding naar de warmtepomp. 3. Tap de cv-installatie af. 7622028 - v03 - 07102015...
Pagina 130
13 Reserveonderdelen 13 Reserveonderdelen 13.1 Algemeen Als bij inspectie- of onderhoudswerk wordt vastgesteld dat er een onder deel in de warmtepomp moet worden vervangen, gebruik dan uitsluitend originele onderdelen of aanbevolen onderdelen en materialen. Toelichting Bij bestelling van een onderdeel moet het codenummer uit de lijst worden opgegeven.
Pagina 148
14 Verwijdering 14 Verwijdering 14.1 Verwijdering en recycling Afb. Recycling Waarschuwing Het verwijderen en afvoeren van de warmtepomp moet door een erkende vakman worden uitgevoerd volgens de plaatselijke en na tionale regelgeving. 1. Schakel de warmtepomp uit. MW-3000179-03 2. Onderbreek de netvoeding naar de warmtepomp. 3.