Pagina 2
Geachte klant, Dank u voor de aanschaf van dit apparaat. Lees deze handleiding zorgvuldig door voordat u het product gebruikt en bewaar deze op een veilige plaats voor toekomstig gebruik. Om te zorgen voor een voortdurende veilige en goede werking, raden wij aan het product regelmatig te laten onderhouden.
Pagina 3
Inhoudsopgave Inhoudsopgave Veiligheidsinstructies en aanbevelingen ..............7 Veiligheid .
Pagina 4
Inhoudsopgave De buitenunit opstellen ............... . . 41 6.6.1 Voor voldoende ruimte zorgen voor de buitenmodule .
Pagina 5
Inhoudsopgave Vorstbeveiliging ................76 Instellingen .
Pagina 7
1 Veiligheidsinstructies en aanbevelingen Veiligheidsinstructies en aanbevelingen Veiligheid Werking Gevaar Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van acht jaar en ouder en mensen met lichamelijke, gevoelsmatige of gees telijke beperkingen of met gebrek aan ervaring en kennis als ze begeleiding en instructie krijgen hoe het apparaat op een veilige manier te gebruiken en de eraan verbonden gevaren begrijpen.
Pagina 8
1 Veiligheidsinstructies en aanbevelingen Tapwater Opgelet Sanitair warmwaterboiler aftappen: 1. Sluit de aanvoerleiding van het sanitair koud water af. 2. Open een warmwaterkraan in de installatie. 3. Open een kraan van de veiligheidsgroep. 4. Wanneer er geen water meer uitstroomt, is de sanitair- warmwaterboiler afgetapt.
Pagina 9
1 Veiligheidsinstructies en aanbevelingen Elektrische veiligheid Leg het apparaat in overeenstemming met de geldende normen aan de aarde voordat elektrische aansluitingen worden aangebracht. Gevaar Gevaar voor elektrische schokken: de lengte van de draden tussen de trekontlasting en de aansluitklemmen moeten zodanig zijn dat eerst de fasegeleiders onder spanning worden gezet en dan pas de aardgeleider.
Pagina 10
1 Veiligheidsinstructies en aanbevelingen Een drukregelaar (niet meegeleverd) is vereist wanneer de aanvoerdruk hoger is dan 80% van de kalibratie van de veiligheidsklep of veiligheidsgroep en deze zich moet stroomopwaarts van het apparaat bevinden. Er mag zich geen enkele vorm van afsluiter bevinden tussen de veiligheidsklep of -groep en de sanitair-warmwaterboiler.
Pagina 11
1 Veiligheidsinstructies en aanbevelingen Specifieke instructies voor service, onderhoud en storingen Onderhoudswerk moet door een erkend installateur worden uitgevoerd. Alleen een erkende professional mag de beveiligingsapparaten instellen, corrigeren of vervangen. Voor alle werkzaamheden eerst de stroom uitschakelen van de warmtepomp, de binnenunit en de hydraulische/elektrische bijverwarming. Wacht ongeveer 20 tot 30 seconden tot de condensatoren van de buitenunit zijn ontladen, en controleer of de lampjes op de besturingsprint van de buitenunit zijn uitgegaan.
Pagina 12
2 Gebruikte symbolen Gebruikte symbolen In de handleiding gebruikte symbolen In deze handleiding worden verschillende gevarenniveaus gebruikt om aandacht op de bijzondere aanwijzingen te vestigen. Wij doen dit om de veiligheid van de gebruiker te verhogen, problemen te voorkomen en om de technische bedrijfszekerheid van het apparaat te waarborgen.
Pagina 13
2 Gebruikte symbolen Afb.2 Op de aansluitsticker gebruikte 1 Sensorkabel - laagspanning symbolen 2 Voedingskabel 230 V / 400 V 3 Aanvoer CV 4 Circuit B-aanvoerleidingaansluiting 5 Retour CV 6 Circuit B retourleiding (optioneel) G1" G1" 7 Retour van ketelbijverwarming 8 Sanitair-warmwateruitlaat 9 Aanvoer naar ketelbijverwarming G1"...
Pagina 15
3 Technische specificaties Buitenunit Bijbehorende/compatibele binnenunits AWHP 16 MR-2 WPR-2/E V200 11–16 WPR-2/H V200 11–16 AWHP 16 TR-2 WPR-2/E V200 11–16 WPR-2/H V200 11–16 3.2.2 Warmtepomp De specificaties zijn geldig voor een nieuw apparaat met schone warmtewisselaars. Maximum werkdruk: 0,3 MPa (3 bar) Tab.3 Werkingsgebied buitenunit Limietwaarden voor de...
Pagina 16
(in kg) koudemiddel vloeistof x GWP / 1000. Het aardopwarmingsvermogen (GWP) van R410A-gas is 2088. 3.2.3 Gewicht warmtepomp Tab.8 Binnenmodule Binnenmodule Eenheid WPR-2/E V200 4–8 WPR-2/H V200 4-8 WPR-2/E V200 11– WPR-2/H V200 11– Gewicht (leeg) Totaal gewicht met water Tab.9...
Pagina 17
3 Technische specificaties Tab.11 Technische specificaties van het secundaire circuit (tapwater) Specificatie Eenheid Waarde Maximum bedrijfstemperatuur °C Minimum bedrijfstemperatuur °C Maximale werkdruk MPa (bar) 1,0 (10,0) Watervoorraad Liter Tab.12 Gemeenschappelijke specificaties (volgens de norm EN 16147). Richttemperatuur van water: 53 °C (behalve voor AWHP 4.5 MR: 54 °C) –...
Pagina 18
3 Technische specificaties Productnaam AWHP 4.5 MR AWHP 6 MR-3 AWHP 8 MR-2 ƞ Seizoensgebonden energie-efficiëntie voor ruimte verwarming onder gemiddelde omstandigheden ƞ Seizoensgebonden energie-efficiëntie voor ruimte verwarming onder koudere omstandigheden ƞ Seizoensgebonden energie-efficiëntie voor ruimte verwarming onder warmere omstandigheden Opgegeven prestatiecoëfficiënt of primaire energie...
Pagina 19
3 Technische specificaties Productnaam AWHP 11 MR-2 AWHP 16 MR-2 AWHP 11 TR-2 AWHP 16 TR-2 Pekel-water-warmtepomp Lagetemperatuur-warmtepomp Voorzien van een aanvullend verwarmingstoestel Combinatieverwarmingstoestel met warmtepomp Pnom Nominale warmteafgifte onder gemiddelde omstan digheden Pnom Nominale warmteafgifte onder koudere omstandig heden Pnom Nominale warmteafgifte onder warmere omstandig...
Pagina 21
3 Technische specificaties Het toerental van de circulatiepomp wordt aangestuurd om een debiet te bereiken voor de richttemperatuur. Deze waarde wordt automatisch geconfigureerd volgens het vermogen van de buitenunit als de codes CN1 en CN2 worden geconfigureerd als het apparaat voor het eerst wordt gestart.
Pagina 22
3 Technische specificaties 7 Aansluiting voor koudemiddel 3/8" - vloeistofleiding 10 Tweede circuit retour (optioneel) 8 Aansluiting voor koudemiddel 5/8" - gasleiding 11 Condensatie-afvoer 9 Tweede circuit aanvoer (optioneel) (1) Verstelbare poten 3.3.2 AWHP 4.5 MR Afb.6 (417.5) 417.5 10 X 21 MW-1000430-1 1 1/4"...
Pagina 23
3 Technische specificaties 3.3.4 AWHP 8 MR-2 Afb.8 MW-M001442-2 1 3/8" aansluiting voor koelmiddel 2 5/8" aansluiting voor koelmiddel 7682783 - v04 - 12052020...
Pagina 25
3 Technische specificaties Elektrisch schema Afb.10 L1 L2 L3 D3 N L1 L2 L3 D3 N EHC-04 Pump Boiler 3kW 230V~ 3-6kW 230V~ 7681789 EHC-04 ON/OFF L1 L2 L3 D3 N L1 L2 L3 D3 N EHC-04 3-6kW 400V 3N~ 3-9kW 400V 3N~ EHC-04 SENSOR TARGET...
Pagina 26
3 Technische specificaties Tab.19 Legenda elektrisch schema Tekst op het diagram Beschrijving 3 WAY VALVE Driewegklep BL1 MULTIFUNCTION BL1 multifunctionele ingang BL2 MULTIFUNCTION BL2 multifunctionele ingang CONDENSATION SENSOR Condensatiesensor EHC-04 Centrale besturingsprinteenheid hybride warmtepompsysteem ELECTRICAL BACKUP Elektrische back-up FUSE Zekering Gebruikersinterface HPC-01 HPC Besturingsprint (interface voor de buitenunit)
Pagina 27
4 Beschrijving van het product Beschrijving van het product Werkingsprincipe De buitenunit produceert warmte of koude en geeft deze door aan de binnenmodule via het koudemiddel in de platenwarmtewisselaar. De binnenmodule is voorzien van een speciale regelaar waarmee de temperatuur van het verwarmingswater aangepast kan worden aan de behoeften in de woning.
Pagina 28
4 Beschrijving van het product 23 Aftapkraan sanitair-warmwaterboiler 24 Ontluchter Afb.13 Plaats van de elektronische 1 EHC–04centrale eenheid besturingsprint: regelsysteem voor de besturingsprints warmtepomp en het eerste verwarmingscircuit (directe circuit) 2 Positie voor tweede circuit regelsysteem besturingsprint: beheert een tweede verwarmingscircuit 3 HPC–01 besturingsprint: Interfacebesturingsprint met de buitenunit MW-3000480-02 Standaard leveringsomvang...
Pagina 29
5 Aansluitschema's Aansluitschema's Installatie met elektrische bijverwarming en één direct circuit Afb.14 230V 50Hz 230V 230V 50Hz 50Hz MW-1001147-4 1 Aansluitset koelmiddel 1/2" - 1/4" 4 1/4” naar 3/8” aansluiting voor AWHP 4.5 MR en 2 eTwist aangesloten thermostaat AWHP 6 MR-3 3 Bekabelingsset voor directe vloerverwarming 5 Buitenunit 7682783 - v04 - 12052020...
Pagina 30
5 Aansluitschema's 5.1.1 Uitvoering van de elektrische aansluitingen en de parameterinstellingen Afb.15 230V 50Hz 19° 230V 230V 50Hz 50Hz MW-1001152-4 1 Buitentemperatuursensor 3 Thermostaat 2 Bekabelingsset voor directe vloerverwarming 8 Buitenunit-busaansluiting 1. Sluit de accessoires en opties aan op de besturingsprint EHC–04. Houd u aan de juiste kabeldoorvoeren voor 230-400 V en 0-40 V.
Pagina 31
5 Aansluitschema's Installatie met elektrische bijverwarming en twee circuits Afb.16 230V 50Hz EH858 230V 230V 50Hz 50Hz MW-1001148-4 1 Tweede circuit mengklepset 4 Filterset 2 eTwist aangesloten thermostaat 5 Besturingsprintset regeling tweede circuit 3 Koelmiddelaansluiting 5/8" – 3/8", 10 m 7682783 - v04 - 12052020...
Pagina 32
5 Aansluitschema's 5.2.1 Uitvoering van de elektrische aansluitingen en de parameterinstellingen Afb.17 CIRC B CIRC A 230V 50Hz 19° 230V 230V 50Hz 50Hz EHC-04 SCB-04 MW-1001150-05 1 Buitentemperatuursensor 7 Circuit A thermostaat 2 Veiligheidsthermostaat voor vloerverwarming 8 Buitenunit-busaansluiting uitgang 9 Verbinding 230 V-voeding tussen de HPC-01 en de 3 Circuit B thermostaat besturingsprints SCB-04 4 Debietsensor voor de tweede circuitset...
Pagina 33
5 Aansluitschema's 3. Stel, bij het eerste opstarten of na het resetten van de fabrieksparameters, de parameters CN1 en CN2 in overeenkomstig het vermogen van de buitenunit. 4. Kies het nummer dat correspondeert met het installatietype door op de toets te drukken.
Pagina 34
5 Aansluitschema's 5.3.1 Uitvoering van de elektrische aansluitingen en de parameterinstellingen Afb.19 230V EHC-04 50Hz 19° 230V 50Hz 230V 50Hz MW-1001151-5 1 Buitentemperatuursensor 4 ON/OFF contact voor de hydraulische back-up 2 Pomp van hydraulische back-up 8 Buitenunit-busaansluiting 3 ThermostaateTwist 1. Sluit de accessoires en opties aan op de besturingsprint EHC–04. Houd u aan de juiste kabeldoorvoeren voor 230-400 V en 0-40 V.
Pagina 35
5 Aansluitschema's Een zwembad wordt elektrisch aangesloten op de optionele SCB-04 besturingsprint. Afb.20 1. Sluit de secundaire pomp van het zwembad aan op de klemmenstrook. 2. Sluit de temperatuursensor van het zwembad aan op de TFlowklemmenstrook. 3. Sluit de primaire pomp van het zwembad aan op de klemmenstrook.
Pagina 36
6 Installatie Installatie Voorbereiding Belangrijk Monteer alle opties op de binnenmodule voordat het apparaat op zijn definitieve positie wordt geplaatst. Installatievoorschriften Waarschuwing De componenten die worden gebruikt voor het aansluiten van de koudwatertoevoer moeten voldoen aan de normen en voorschriften van het land van de installatie. Overeenkomstig de Europese verordening 517/2014 moet de apparatuur door een erkende monteur worden geïnstalleerd indien deze meer dan het equivalent van 5 ton CO...
Pagina 37
6 Installatie Houd de voorgeschreven afstand aan tussen de binnenmodule en de buitenunit. Neem voor de goede werking van de warmtepomp de minimale en maximale aansluitlengtes tussen de binnenmodule en de buitenunit in acht. Afb.23 1. Houd de voorgeschreven afstand aan tussen de binnenmodule 1 en de binnenmodule 2.
Pagina 38
6 Installatie Afb.25 (1) Instelbereik: 0 tot 20 mm Minimum vereist: draai de poot ten minste 10 mm uit. MW-3000464-01 MW-3000520-01 6.5.3 Verwijderen van het bovenpaneel en de voorpanelen. Demonteer het apparaat ter voorbereiding op de installatie. Afb.26 1. Verwijder de twee schroeven van het bovenste paneel. Belangrijk Bewaar de twee tandringen Bij de herinstallatie van het bovenpaneel worden ze gebruikt om de unit te aarden.
Pagina 39
6 Installatie Afb.28 4. Open en verwijder de toegangsdeur van de gebruikersinterface MW-3000465-02 Afb.29 5. Kantel het voorpaneel naar u toe door stevig aan beide kanten te trekken. 6. Verwijder het voorpaneel door het stevig omhoog te trekken. Afb.30 7. Til de steun van bedieningspaneelmodule op en verdraai deze. 8.
Pagina 40
6 Installatie 1. Maak de gebruikersinterface toegankelijk door het bovenpaneel los te schroeven en de deur te verwijderen. Demonteer de binnenmodule. Afb.31 2. Haal de gebruikersinterfacemodule uit zijn behuizing en koppel de verbindingen los. MW-3000466-01 Afb.32 3. Til de steun van bedieningspaneelmodule op en verdraai deze. 4.
Pagina 41
6 Installatie Afb.34 6. Klik de bedieningsmodulebeugel los. 7. Draai de steun van de bedieningspaneelmodule 180° en zet hem terug op zijn plaats. 180° 8. Plaats de zijkanthaken terug en breng de schroeven weer op hun plaats. 9. Klik de bedieningsmodulebeugel terug op zijn plaats. 10.
Pagina 42
6 Installatie 6.6.2 Locatie van de buitenunit selecteren Afb.36 Om ervoor te zorgen dat de buitenunit naar behoren werkt, moet de locatie voldoen aan bepaalde voorwaarden. 1. Houd bij het bepalen van de ideale locatie van de buitenunit rekening met de benodigde ruimte, de van toepassing zijnde wettelijke richtlijnen en de buren omdat de buitenunit een bron van geluid is.
Pagina 43
6 Installatie Afb.38 MW-6000252-2 1. Monteer de buitenunit op voldoende hoogte van de grond zodat het condenswater op de juiste wijze kan worden afgevoerd. 2. Zorg ervoor dat het voetstuk aan de volgende specificaties voldoet: Specificaties Reden Maximale breedte komt overeen met de breedte van de bui tenunit.
Pagina 44
6 Installatie 6.7.2 Verwarmingscircuit aansluiten Verwarmingsinstallaties moeten te allen tijde een minimum debiet kunnen garanderen. Dit wordt bepaald door de parameter HP010. Het nominaal door de warmtepomp gewenste debiet voor een optimale werking wordt bepaald door de parameter HP069. Als het debiet te laag is, kan de warmtepomp zichzelf uitschakelen voor zijn eigen veiligheid;...
Pagina 45
6 Installatie Belangrijk De componenten die worden gebruikt voor het aansluiten van de koudwatertoevoer moeten voldoen aan de normen en voorschriften van het land van de installatie. Waterbedrijfsdruk De boilers van onze SWW-verwarmers kunnen werken onder een maximale bedrijfsdruk van 1,0 MPa (10 bar). De aanbevolen bedrijfsdruk ligt onder 0,7 MPa (7 bar).
Pagina 46
6 Installatie Veiligheidsgroep (alleen voor Frankrijk) Afb.43 9 Afsluiter 28 Sanitair-koudwaterinlaat 29 Drukbegrenzer 30 Veiligheidsgroep 54 Uiteinde van de afvoerleiding 2 tot 4 cm vrij en zichtbaar boven de afvoertrechter 2 cm a Koudwaterinlaat met ingebouwde terugslagklep (54) b Aansluiting op de koudwaterinlaat op de sanitair-warmwaterboiler c Stopkraan d Veiligheidsklep 0,7 MPa (7 bar) MW-C000711-F...
Pagina 47
6 Installatie 6.8.2 Koppel de koudemiddelleidingen vast op de binnenmodules Afb.46 Opgelet Houd de koelmiddelaansluiting op zijn plaats op de binnenmodule met behulp van een sleutel, zodat de binnenbuis zich niet verdraait. Afb.47 5/8" 3/8" 1/2" 1/4" EH146 100015480 5/8" 3/8"...
Pagina 48
6 Installatie 6.8.3 De koudemiddelverbindingen aansluiten op de buitenunit Afb.49 1. Verwijder de beschermende zijpanelen van de buitenunit. 2. Draai de moeren van de afsluiters los. Opgelet Houd de koelmiddelaansluiting op zijn plaats op de buitenunit met behulp van een sleutel, zodat de binnenbuis zich niet verdraait. MW-5000512-2 Afb.50 (1) Gebruik voor dit deel van de klep geen moersleutel, er bestaat...
Pagina 49
6 Installatie Tab.28 Toe te voegen hoeveelheid koelvloeistof Lengte van koudemiddelleiding 11 tot 20 m 21 tot 30 m 31 tot 40 m 41 tot 50 m 51 tot 60 m 61 tot 75 m AWHP 6 MR-3 0,2 kg 0,4 kg 0,6 kg niet toege...
Pagina 50
6 Installatie Afb.52 1. Controleer of de A en B / C afsluitkleppen zijn gesloten. 2. Sluit de vacuümmeter en de vacuümpomp aan op het servicekoppelstuk op afsluiter A . 3. Zorg voor een vacuüm in de interne module en de koelverbindingsleidingen.
Pagina 51
6 Installatie Voer de elektrische aansluitingen op het apparaat uit overeenkomstig de aanbevelingen van deze handleiding. Belangrijk De aarding dient te voldoen aan de geldende installatievoorschriften. België: RGEI Opgelet De installatie moet voorzien zijn van een hoofdschakelaar. Krachtstroommodellen moeten altijd van een nulleider voorzien zijn.
Pagina 52
6 Installatie Toestel Voedingskabeltype Doorsnede van de Uitschakelautomaat Maximale stroom grafiek C (A) sterkte (A) kabel (mm AWHP 11 MR-2 Eenfase 3 x 6 29,5 AWHP 11 TR-2 Driefasen 5 x 2,5 AWHP 16 MR-2 Eenfase 3 x 10 29,5 AWHP 16 TR-2 Driefasen 5 x 2,5...
Pagina 53
6 Installatie X27 230-V voeding voor de besturingsprintSCB-04 en de besturingsprint HPC–01 T buiten: Buitentemperatuursensor T sww 1: Temperatuursensor aan de bovenkant van de sanitair warmwaterboiler T sww 2: Temperatuursensor aan de onderkant van de sanitair warmwaterboiler Optionele SCB-04 aansluitklem van besturingsprint Afb.56 X1 Voeding voor de pomp/driewegklep/ingang veiligheidsklep X2 PWM pomp...
Pagina 54
6 Installatie 6.9.6 Kabels aansluiten op de printplaten. Afb.58 Aangesloten connectoren zijn standaard aanwezig op verschillende klemmenstroken. Gebruik deze om de kabels op de besturingsprinten aan te sluiten. Als er geen connectoren op het aansluitblok kunnen worden gebruikt, maakt u gebruik van de bij de set meegeleverde connector. Er worden gekleurde stickers meegeleverd bij bepaalde accessoires.
Pagina 55
6 Installatie Afb.60 D AWHP 4.5 MR E AWHP 6 MR-3 F AWHP 8 MR-2 / AWHP 11 MR-2 / AWHP 16 MR-2 AWHP 11 TR-2 / AWHP 16 TR-2 1. Verwijder het onderhoudspaneel. 2. Alleen AWHP 4.5 MR: verwijder de aardaansluiting van het apparaat en gooi deze weg als afval.
Pagina 56
6 Installatie 6.9.8 Bus van buitenunit aansluiten Afb.61 1. Sluit de bus van de buitenunit aan tussen de klemmen S2 en S3 op de X23connector op de EHC–04 besturingsprint in de binnenmodule. 2. Zet de SW8–3 schakelaar (behalve met de AWHP 4.5 MR) voor de buitenunit besturingsprint op ON.
Pagina 57
6 Installatie Afb.63 1/2 Z 1/2 H (min. 2,5 m) MW-8800N001-3 1/2 H (min. 2,5 m) 1 Optimale locatie H Bewoonde hoogte gecontroleerd door de sensor 2 Mogelijke locatie Z Bewoond oppervlak gecontroleerd door de sensor Afgeraden locaties Plaats de buitensensor liever niet op een locatie met de volgende kenmerken: Afgeschermd door een deel van het gebouw (balkon, dak, enz.).
Pagina 58
6 Installatie 6.9.11 Hydraulische bijverwarming aansluiten Afb.66 1. Sluit de bijverwarmingsketelpomp (fase / nul / aarde) aan op de X4 connector op de EHC–04 centrale besturingsprint in de binnenmodule. 2. Sluit het spanningsvrije ON/OFF contact in de bijverwarmingsketel aan op de X5 connector in de EHC–04centrale besturingsprint in de binnenmodule.
Pagina 59
6 Installatie Afb.68 6-kW eenfase voeding 4. Monteer de brug op zijn plaats. Belangrijk De draadbrug bevindt zich in een in de binnenunit opgehangen zakje. 5. Leg de voedingskabel van de elektrische back-up in de kabelgoot gereserveerd voor de 230- / 400V-circuitkabels. 6.
Pagina 60
6 Installatie 6.10 Opties aansluiten Afb.70 1. Sluit de opties aan volgens de configuratie van de installatie op de X12 of X19-connector op de EHC–04 besturingsprint in de binnenmodule. Tab.33 Opties aansluiten op X12 T dhw 1 T dhw 2 Connector X12 Beschrijving T out...
Pagina 61
6 Installatie Tab.37 Waarde Waarde Ingangsstatus Bedieningsmo Wanneer het R-Bus contact Wanneer het R-Bus contact van de pa van de pa blokkeren dus van de open is gesloten is rameter rameter warmtepomp CP640 AP098 Open Koeling Geen koeling Koeling (stan (stan...
Pagina 62
°f 7 - 15 Totale hardheid van het water °dH 4 - 8,5 mmol/l 0,7 - 1,5 Indien waterbehandeling noodzakelijk is, beveelt Remeha de volgende fabrikanten aan: Cillit Climalife Fernox Permo Sentinel Doorspoelen van nieuwe installaties en installaties niet ouder...
Pagina 63
6 Installatie 6. Ontlucht alle sanitair-warmwaterleidingen door voor iedere warmwaterkraan de stappen 2 t/m 5 te herhalen voor iedere warmwaterkraan in de installatie. Belangrijk Ontlucht de sanitair-warmwaterboiler en het leidingnet zorgvuldig om geluiden en stoten te voorkomen die veroorzaakt worden door luchtbellen die zich tijdens het tappen door de leidingen verplaatsen.
Pagina 64
7 Inbedrijfstelling Inbedrijfstelling Algemeen De warmtepomp wordt in bedrijf gesteld: Wanneer het apparaat voor het eerst wordt gebruikt; nadat het apparaat langdurig buiten bedrijf was. Bij inbedrijfstelling van de warmtepomp kan de gebruiker zien wat de verschillende instellingen en uit te voeren controles zijn om de warmtepomp in alle veiligheid op te starten.
Pagina 65
7 Inbedrijfstelling 4. Zorg ervoor dat de evacuatietijd en de buitentemperatuur zijn gecontroleerd vóór de evacuatie. Procedure voor inbedrijfstelling Opgelet De eerste inbedrijfstelling moet worden uitgevoerd door een erkend installateur. 1. Monteer alle panelen en afdekkingen op de binnenmodule en buitenunit.
Pagina 66
7 Inbedrijfstelling 7.3.2 Opstartcyclus Tijdens de opstartcyclus vertoont het display verschillende korte informatie-items voor controle. Deze informatie-items worden achter elkaar weergegeven. Afb.72 1. Weergave van de bedieningspaneelversie Afb.73 2. SCANom te zoeken naar de verschillende opties die zijn aangesloten Afb.74 3.
Pagina 67
7 Inbedrijfstelling Afb.79 3. Kies het nummer dat correspondeert met het installatietype door op de toets te drukken. Door de keuze van het installatietype is de automatische configuratie van de parameters mogelijk die nodig zijn voor de goede werking van het bedieningspaneel (stooklijn, maximum circuittemperatuur, etc.).
Pagina 68
7 Inbedrijfstelling 4. Stel de differentieeldrukkleppen in om een waterdebiet te verkrijgen dat ligt tussen het drempelwaterdebiet en het gewenste waterdebiet. Tab.42 Waterdebiet Eenheid AWHP 4.5 AWHP 6 AWHP 8 AWHP 11 AWHP 11 AWHP 16 AWHP 16 MR-3 MR-2 MR-2 TR-2 MR-2...
Pagina 69
7 Inbedrijfstelling 4. Schakel de warmtepomp uit en voer de volgende handelingen uit: Ontlucht de cv-installatie na circa 10 minuten. Controleer de waterdruk op de gebruikersinterface. Indien nodig: vul de cv-installatie bij met water. Controleer het vervuilingsniveau van het filter/de filters in de warmtepomp en op de installatie.
Pagina 70
8 Werking Werking Beschrijving van het bedieningspaneel 8.1.1 Beschrijving van de toetsen Afb.82 : terug naar vorig niveau zonder de aangebrachte wijzigingen op te slaan : handmatige reset : toegang tot de verwarmingsparameters : waarde verlagen : toegang tot de parameters voor het sanitair-warmwater : waarde verhogen : MODUS-weergave : toegang tot het geselecteerde menu of bevestiging van de...
Pagina 71
8 Werking Waterdruk in het systeem Het display geeft afwisselend de waterdruk in het systeem en de gemeten aanvoertemperatuur weer. Afb.87 Constant weergegeven symbool: verschijnt wanneer de waarde van de waterdruk van het systeem is weergegeven Knipperend symbool: druk in het systeem is te laag XXX Druk in het systeem (in bar) of stromingstemperatuur (in °C) Koelingsmodus Afb.88...
Pagina 72
8 Werking TELLER / TIJDS PROG / KLOK submenu's Afb.93 TELLER submenu (CNT) TIJDS PROG submenu: Klokprogrammering specifiek voor de verwarming en voor de sanitair warmwaterbereiding (CIRC A, CIRC B, ECS) Klokprogramma voor maandagen Klokprogramma voor dinsdagen Klokprogramma voor woensdagen Klokprogramma voor donderdagen Klokprogramma voor vrijdagen Klokprogramma voor zaterdagen...
Pagina 73
8 Werking Belangrijk De verschillende menu's zijn alleen toegankelijk als de pictogrammen knipperen. Afb.97 Druk op toets toegang te krijgen tot het volgende menu, toegang te krijgen tot het volgende submenu, toegang te krijgen tot de volgende parameter, MW-1000576-2 de waarde te verhogen. Afb.98 Druk op toets toegang te krijgen tot het vorige menu,...
Pagina 74
8 Werking Uitschakelen 8.5.1 Verwarming uitschakelen Belangrijk De verwarmingsmodus kan worden beheerd via het TIJDS PROG-submenu dat dient voor het programmeren van het klokprogramma. Belangrijk Als u de verwarmingsfunctie uitschakelt, wordt ook de koelfunctie uitgeschakeld. Afb.102 1. Ga naar de stopmodus door op de toets te drukken.
Pagina 75
8 Werking 8.5.2 Sanitair-warmwaterbereiding uitzetten Belangrijk De koelfunctie kan worden geregeld via het TIJDS PROG- submenu dat dient voor het programmeren van het klokprogramma. Afb.105 1. Ga naar de stopmodus door op de toets te drukken. MW-5000135-3 Afb.106 2. Selecteer de sanitair-warmwaterbereidingsmodus door op toets drukken.
Pagina 76
8 Werking Vorstbeveiliging Indien de verwarmingswatertemperatuur in de warmtepomp te veel daalt, wordt de ingebouwde beveiligingsvoorziening ingeschakeld. Deze voorziening werkt als volgt: Als de watertemperatuur lager is dan 8 °C, start de circulatiepomp. Als de watertemperatuur lager is dan 6 °C, start de bijverwarming op. Bij een watertemperatuur hoger dan 10°C schakelt de bijverwarming uit en draait de circulatiepomp kort na.
Pagina 77
9 Instellingen Instellingen Het wijzigen van de installateursparameters Opgelet Het wijzigen van de fabrieksinstellingen kan de werking van het apparaat nadelig beïnvloeden. De parameters van het menu Installateur mogen uitsluitend door een bevoegde vakman worden gewijzigd. Afb.108 1. Ga naar het menu Installateur Afb.109 2.
Pagina 78
9 Instellingen 9.2.1 Installateur \CIRCA en CIRCB menu CP : Circuits Parameters = verwarmingscircuitparameters Tab.47 Parameter Beschrijving Fabrieksinstelling Fabrieksinstelling CIRCA CIRCB CP000 Instelpunt maximale aanvoertemperatuur groep Elektrische bijver Voor circuit A: Instelbaar van 7 °C tot 100 °C warming: 75 Hydraulische bijver...
Pagina 79
9 Instellingen Parameter Beschrijving Fabrieksinstelling Fabrieksinstelling CIRCA CIRCB CP370 Gewenste temperatuur sanitair warm water in de niet beschikbaar vakantieperiode CP380 Antilegionella setpunt voor tank niet beschikbaar CP390 Starttijd van de functie Antilegionella is Tijdstempel CanOpen niet beschikbaar CP400 Duur van de functie Antilegionella niet beschikbaar CP420 Hysterese vullen van de tank met sanitair warm water...
Pagina 80
9 Instellingen 9.2.2 Installateurs \CIRCA en CIRCB\ADV menu Tab.48 Beschrijving van de ADV geavanceerde parameters Fabrieksinstelling CIRCB CP330 De benodigde tijd voor de klep om volledig te openen Instelbaar van 0 Sec tot 240 Sec Wijzig deze afstelling niet CP520 Vermogenssetpunt Instelbaar van 0 % tot 100 % Wijzig deze afstelling niet...
Pagina 81
9 Instellingen Parameter Beschrijving Fabrieksinstelling DP051 Boost functie sanitair warm water 0 = Eco 1 = Comfort DP120 Hysterese temperatuur die hoort bij sww temperatuur setpunt Instelbaar van 0 °C tot 40 °C DP160 Anti legionella setpunt Instelbaar van 60 °C tot 75 °C Wijzig deze instelling niet ADV geavanceerde parameters 9.2.4...
Pagina 82
9 Instellingen Parameter Beschrijving Fabrieksinstelling Fabrieksinstelling EHC–04 SCB-04 AP079 Instelling aanwarm- en afkoelsnelheid. Tijdconstante van het gebouw voor weersafhankelijk regelen. Instelbaar van 0 tot 10 0 = 10 uur voor een gebouw met een lage thermische inertie, 3 = 22 uur voor een gebouw met een normale thermische inertie, 10 = 50 uur voor een gebouw met een hoge thermische inertie.
Pagina 83
9 Instellingen Parameter Beschrijving Fabrieksinstelling EHC–04 HP066 CO2-emissie elektriciteit in SWW-modus Instelbaar van 0 t/m 100 (x0,01) Waarde geaccepteerd wanneer HP061=3 HP067 CO2-emissie gas of olie Instelbaar van 0 t/m 100 (x0,01) Waarde geaccepteerd wanneer HP061=3 HP068 Rendement apparaat Instelbaar van 0 tot 100% HP086 Activering van de hydraulische regelmodus voor de configuratie met een laag...
Pagina 84
9 Instellingen Beschrijving van de ADV geavanceerde parameters Fabrieksinstel Fabrieksinstel lingEHC–04 lingSCB-04 AP058 Waarschuwing dat druk laag is niet beschikbaar Instelbaar van 0 bar tot 2 bar AP063 Maximum CV aanvoertemperatuur setpunt Hydraulische bij niet beschikbaar Instelbaar van 20 °C tot 90 °C verwarming: 90 Elektrische bij...
Pagina 85
9 Instellingen ADV parameter Beschrijving van de ADV geavanceerde parameters Fabrieksinstel lingEHC–04 HP035 Capaciteit van 2e elektrische back-uptrap Instelbaar van 0 kW tot 10 kW Waarde geaccepteerd wanneer HP031 = 0 HP036 Percentage glycol in de koelvloeistof 0 = 0% glycol 1 = 20% glycol 2 = 30% glycol 3 = 40% glycol...
Pagina 86
9 Instellingen Afb.112 5. Toon de beschikbare talen door op de toets te drukken. Afb.113 6. Om de taal te selecteren drukt u op toets totdat de gewenste taal verschijnt. 7. Bevestig met de toets 8. Ga terug naar het hoofdscherm door te drukken op de toets 9.3.2 Selecteren van het type buitenunit en het type bijverwarming(CN1 et CN2)
Pagina 87
9 Instellingen Afb.116 1. Ga naar het menu Installateur . 2. Open het menu Installateur door de code 0012 in te voeren met de toetsen 3. Bevestig het openen met de toets 4. Selecteer het gewenste circuit of besturingsprint door op toets te drukken.
Pagina 88
9 Instellingen 6. Configureer de parameter HP033 volgens het type energiemeter dat is geïnstalleerd. Standaard is het impulsgewicht ingesteld op 1 Wh, het instelbereik van de parameter HP033 verloopt van 0 (geen meting) tot 1000 Wh. Als het impulsgewicht in kWh is, gebruik dan de volgende tabel.
Pagina 89
9 Instellingen 2. Schakel het bedieningspaneel uit. 3. Maak de buitentemperatuursensor los. 4. Monteer een 1 kOhm weerstand op de plaats van de buitensensor. Installatiehandleiding van de verwarmingsketel. Configureren van een ketel zonder een kamerthermostaatingang 1. Stel de volgende installateurparameters af op het bedieningspaneel van de verwarmingsketel.
Pagina 90
9 Instellingen Afb.117 C EPC: Energie prestatie coëfficiënt Drempelwaarde prestatiecoëfficiënt T Buitentemperatuur HP051 parameter: Minimale buitentemperatuur voor het stoppen van de warmtepomp HP000 parameter: Bi-valentie buitentemperatuur MW-5000542-1 9.3.7 Configureren van een convectieventilator of vloerkoeling Deze functie is alleen beschikbaar wanneer het geselecteerde circuit vloerverwarming of een convectieventilator is: CP020 parameter ingesteld op 2 of 5.
Pagina 91
9 Instellingen Voor meer informatie, zie CN1 en CN2 parameters, pagina 65 Beschrijving van de besturingsprints, pagina 73 9.3.8 Vloer drogen met behulp van de warmtepomp Het vloerdroogprogramma verkort de droogtijd van een vers gestorte vloer. De temperatuurinstellingen voor het drogen van de vloer moeten de aanbevelingen volgen van de firma die de vloer heeft gestort.
Pagina 92
9 Instellingen 9.3.9 Vloer drogen zonder de buitenunit van de warmtepomp Afb.122 De binnenmodule kan worden gebruikt voor het drogen van de vloer met behulp van de elektrische bijverwarming. De buitenunit hoeft niet te worden aangesloten. 1. Schakel de binnenmodule in en activeer de vloerdroogfunctie. 2.
Pagina 93
9 Instellingen 1. Sluit de Smart Grid signaalingangen aan op BL1 IN en BL2 IN ingangen op de EHC–04 besturingsprint. Smart Grid signalen zijn afkomstig van droge contacten. Duitsland: Sluit de SG1 en SG2 klemmenstroken respectievelijk van de elektriciteitsmeter aan op de BL1 IN en BL2 IN ingangen op het EHC–04 stroomcircuitkaart.
Pagina 94
9 Instellingen 4. Selecteer de EHC–04 hoofdbesturingsprint door op de toets drukken. 5. Bevestig de selectie door op de toets te drukken. Afb.123 6. Selecteer de automatische detectieparameter door de op de toetsen te drukken. 7. Bevestig automatische detectie met de toets De automatische detectie wordt uitgevoerd.
Pagina 95
9 Instellingen Parameter Beschrijving Eenheid EHC–04 SCB-04 DC004 Aantal starts van de compressor tijdens de sani tair-warmwaterproductie DC005 Aantal startpogingen van de compressor PC003 Aantal bedrijfsuren van de compressor CODE Voer de installateurscode in om naar de volgende parameters te gaan. AC002 Aantal bedrijfsuren sinds laatste service AC003...
Pagina 96
9 Instellingen Beschrijving van de parameters 9.5.1 Naverwarming in de verwarmingsmodus Startvoorwaarden voor de bijverwarming Belangrijk Als de AP001 en AP100 parameters zijn ingesteld op 4, 6 of 8 en de overeenkomstige BL invoer actief is, zullen de bijverwarmingen worden gedeactiveerd en uitsluitend worden opgestart voor veiligheidsredenen en voor vorstverwijdering.
Pagina 97
9 Instellingen Werking van de back-up tijdens het ontdooien van de buitenunit Wanneer de buitenunit wordt ontdooid, zorgt het bedieningspaneel voor een volledige bescherming van het systeem door eventueel de bijverwarmingen op te starten. Extra bescherming wordt geboden als de watertemperatuur te snel daalt. In dit geval wordt de buitenunit uitgezet.
Pagina 98
9 Instellingen Tab.74 Fase Beschrijving van de werking Uitsluitend sanitair-warmwaterbereiding. Bij het inschakelen wordt een sanitair-warmwaterbereidingscy clus opgestart indien de sanitair-warmwaterbereiding op Aan staat en indien een versnelde warmwater bereiding niet is vereist (DP051 ingesteld op 0) voor een maximale duur die instelbaar is via de parame ter DP047.
Pagina 99
9 Instellingen volgens de opties, circuits of sensoren die op dat moment zijn aangesloten. Tab.77 Menu kiezen Tellers Selectie Gemeten waarde in circuit A Kies het EHC–04 menu Gemeten waarde in circuit B Kies het SCB-04 menu Gemeten waarden verbonden aan Kies het EHC–04 menu de werking van de warmtepomp Tab.78...
Pagina 100
9 Instellingen Parameter Beschrijving Eenheid EHC–04 SCB-04 DM009 Huidige modus warmwaterbedrijf : °C 0 = Klokprogramma 1 =Handmatig 2 =Vorstbeveiliging 3 = Tijdelijk DM029 Setpunt temperatuur sanitair warm water °C HM001 Aanvoertemperatuur warmtepomp °C HM002 Retourtemperatuur warmtepomp °C HM033 Setpunt warmtepomp koeling °C HM046 Warmtepomp 5V signaaluitgang setpunt...
Pagina 101
9 Instellingen Actuele status van het toestel.: AM012-pa Actuele substatus van het toestel. : AM014-parameter rameter 3= werking in verwarmingsmodus 30= normale werking De compressor of de bijverwarmingen werken. 31= beperkt intern nominaal richtpunt Als de verwarmingsrichttemperatuur op de warmtepomp verschilt van de sys teemrichttemperatuur.
Pagina 102
9 Instellingen Actuele status van het toestel.: AM012-pa Actuele substatus van het toestel. : AM014-parameter rameter 4= werking in sanitair-warmwatermodus 30= normale werking De compressor of de bijverwarmingen werken. 31= beperkt intern nominaal richtpunt Als de verwarmingsrichttemperatuur op de warmtepomp verschilt van de sys teemrichttemperatuur.
Pagina 103
9 Instellingen Actuele status van het toestel.: AM012-pa Actuele substatus van het toestel. : AM014-parameter rameter 8= gecontroleerde uitschakeling van de 00= uit: de verwarmings- of koelingsrichttemperatuur is bereikt compressor 01= antipendelcyclus De verwarmingsrichttemperatuur is bereikt. De compressor krijgt geen toe stemming om op te starten.
Pagina 104
9 Instellingen Actuele status van het toestel.: AM012-pa Actuele substatus van het toestel. : AM014-parameter rameter 12 = test van werking op maximaal vermo 30= normale werking. De compressor of de bijverwarmingen werken. 31= beperkt intern nominaal richtpunt Als de verwarmingsrichttemperatuur op de warmtepomp verschilt van de sys teemrichttemperatuur.
Pagina 105
9 Instellingen Actuele status van het toestel.: AM012-pa Actuele substatus van het toestel. : AM014-parameter rameter 16 = vorstbeveiligingsmodus 30= normale werking De compressor of de bijverwarmingen werken. 31= beperkt intern nominaal richtpunt Als de verwarmingsrichttemperatuur op de warmtepomp verschilt van de sys teemrichttemperatuur.
Pagina 106
10 Onderhoud 10 Onderhoud 10.1 De werking van het apparaat controleren U kunt de verwarmings- of koelmodus voor de warmtepomp en bijverwarming geforceerd gebruiken om te controleren of ze naar behoren functioneren. Afb.126 1. Druk gelijktijdig op de twee toetsen aan de linkerkant om het testmenu te openen.
Pagina 107
10 Onderhoud Opgelet Tap de installatie niet af, tenzij dit absoluut nodig is. Bijvoorbeeld bij meerdere maanden afwezigheid terwijl er vorstgevaar in het gebouw is. 10.2.1 Controleren van de veiligheidscomponenten 1. Controleer de goede werking van de veiligheidscomponenten, in het bijzonder de veiligheidsklep van het verwarmingscircuit.
Pagina 108
10 Onderhoud 10.2.3 Controleer de hydraulische druk Belangrijk De aanbevolen waterdruk is tussen 1,5 en 2 bar. De waterdruk moet ten minste 0,8 bar zijn. Als het apparaat is ingeschakeld, controleer de weergegeven hydraulische druk die wisselt op het hoofdscherm van het bedieningspaneel S-control. De druk kan ook in het informatiemenu (AM019) worden uitgelezen.
Pagina 109
10 Onderhoud Afb.131 5. Meet de diameter van de anode. Vervang de anode indien de diameter kleiner dan 15 mm is. 6. Vervang de lippakking en steunring en plaats het geheel in de Ø > 15 mm = inspectieopening; denk er daarbij om dat het lipje van de lippakking zich aan de buitenkant van de SWW-boiler bevindt.
Pagina 110
10 Onderhoud Afb.134 3. Kantel de bedieningspaneelbeugel naar voren en hang deze in een horizontale positie. Belangrijk Houd de bedieningspaneelbeugel goed vast om de elektrische aansluitingen in het bedieningspaneel niet los te trekken of los te koppelen. MW-3000516-02 Afb.135 4. Verwijder de batterij die zich in de achterplaat van het bedieningspaneel bevindt, door deze voorzichtig naar voren te duwen.
Pagina 111
11 Bij storing 11 Bij storing 11.1 Veiligheidsthermostaat resetten Gevaar Onderbreek de netvoeding van de binnenunit en van de elektrische bijverwarming voordat er met werkzaamheden wordt begonnen. Indien u vermoedt dat de veiligheidsthermostaat werd geactiveerd: 1. Onderbreek de netvoeding van de binnenunit en de dompelaars van de elektrische bijverwarming door de uitschakelautomaten te verlagen op het schakelpaneel.
Pagina 112
11 Bij storing Tab.81 Lijst van foutcodes Foutcode Melding Beschrijving Code ge Code ge koppeld koppeld aan de aan de EHC–04 SCB-04 besturings besturings print print H00.00 Aanvtempsens open De aanvoertemperatuursensor is verwijderd of meet een temperatuur beneden het bereik Controleer de bekabeling tussen de hoofdbesturingsprint en de sensor Controleer of de sensor goed gemonteerd is...
Pagina 113
11 Bij storing Foutcode Melding Beschrijving Code ge Code ge koppeld koppeld aan de aan de EHC–04 SCB-04 besturings besturings print print H00.47 ATV WP verwijd. of Aanvoertemperatuurvoeler warmtepomp is verwijderd of meet ben. bereik een temperatuur beneden het bereik Controleer de bedrading tussen de centrale besturingsprint en de sensor.
Pagina 114
11 Bij storing Foutcode Melding Beschrijving Code ge Code ge koppeld koppeld aan de aan de EHC–04 SCB-04 besturings besturings print print H02.02 Wacht op config. nr. Wacht op configuratienummer Wacht op invoer van configuratieparameters Configureer CN1 / CN2 afhankelijk van het vermogen van de geïnstalleerde buitenunit (CNF menu).
Pagina 115
11 Bij storing Foutcode Melding Beschrijving Code ge Code ge koppeld koppeld aan de aan de EHC–04 SCB-04 besturings besturings print print H02.23 Systeemdebiet fout Waterdoorstromingsfout van systeem is actief Debietprobleem Te gering debiet: open een radiatorkraan. Verstopt verwarmingscircuit: Controleer of de filters niet verstopt zijn en reinig ze indien nodig.
Pagina 116
11 Bij storing 11.2.2 Foutcodes verbonden aan de EHC–04-besturingsprint Als nog steeds een storingscode verschijnt na meerdere automatische opstartpogingen, schakelt de pomp over op de storingsmodus. De verwarmingspomp gaat pas weer verder in de normale werking als de oorzaak van de storing door de installateur is verholpen. Als resultaat van: een handmatige reset, een reset door een servicemelding.
Pagina 117
11 Bij storing Tab.83 Lijst van alarmcodes Storingscode Melding Beschrijving A02.06 Waarschuw. Waterdr Waarschuwing waterdruk is lager dan de minimale waterdruk A02.22 Systeemdebiet wrsch Waterdoorstromingswaarschuwing van het systeem is actief A02.55 SR fout Ongeldig of ontbrekend serienr. apparaat Voor meer informatie, zie Het foutgeheugen openen, pagina 117 11.3 Het foutgeheugen openen...
Pagina 118
12 Afdanken en afvoeren 12 Afdanken en afvoeren 12.1 Procedure voor uitbedrijfname Om de warmtepomp tijdelijk of definitief uit bedrijf te nemen: 1. Schakel de warmtepomp uit. 2. Schakel de stroom naar de verwarmingspomp uit: buitenunit en binnenmodule. 3. Schakel de stroom naar de elektrische bijverwarming uit als er een elektrische bijverwarming aanwezig is.