Samenvatting van Inhoud voor REMEHA WPR-2/E V200 4-8
Pagina 1
België Deutsche Anleitung auf Anfrage erhältlich Installatiehandleiding Installatie- en servicehandleiding Omkeerbare lucht/water-warmtepomp 'Split Inverter' WPR-2 V200 WPR-2/E V200 4–8 WPR-2/H V200 4-8 WPR-2/E V200 11–16 WPR-2/H V200 11–16...
Pagina 2
Geachte klant, Dank u voor de aanschaf van dit apparaat. Lees deze handleiding zorgvuldig door voordat u het product gebruikt en bewaar deze op een veilige plaats voor toekomstig gebruik. Om te zorgen voor een voortdurende veilige en goede werking, raden wij aan het product regelmatig te laten onderhou den.
1 Veiligheidsinstructies en aanbevelingen Veiligheidsinstructies en aanbevelingen Veiligheid Werking Gevaar Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van acht jaar en ouder en mensen met lichamelijke, gevoelsmatige of gees telijke beperkingen of met gebrek aan ervaring en kennis als ze begeleiding en instructie krijgen hoe het apparaat op een veilige manier te gebruiken en de eraan verbonden gevaren begrijpen.
1 Veiligheidsinstructies en aanbevelingen Tapwater Tap het apparaat als volgt af: 1. Sluit de aanvoerleiding van het sanitair koud water. 2. Open een warmwaterkraan in de installatie. 3. Open een kraan van de veiligheidsgroep. 4. Wanneer er geen water meer uitstroomt, is het apparaat leeg. De drukbegrenzer (veiligheidsventiel of veiligheidsgroep) moet regelmatig wor...
1 Veiligheidsinstructies en aanbevelingen Veiligheid van het koudemiddel Waarschuwing Koelvloeistof en leidingen: Gebruik uitsluitend R410A koelvloeistof voor het vullen van de installatie. Gebruik gereedschap en leidingonderdelen die speciaal ontwor pen zijn voor een gebruik met R410A koelvloeistof. Gebruik leidingen van zuurstofarm fosforkoper voor het trans port van de koelvloeistof.
1 Veiligheidsinstructies en aanbevelingen Wees voorzichtig met het sanitair warmwater. Afhankelijk van de warmte pompinstellingen kan de temperatuur van sanitair warmwater hoger dan 65 °C worden. Om het gevaar voor brandwonden door heet water te beperken moet er een thermostatische mengkraan in de vertrekleiding van het sanitair warmwater worden opgenomen.
1 Veiligheidsinstructies en aanbevelingen Schakel voor alle werkzaamheden aan het koelsysteem het apparaat uit en wacht enkele minuten. Sommige componenten zoals de compressor en de buizen kunnen warmer dan 100 °C worden en een hoge druk op bouwen, wat tot ernstig letsel kan leiden. Lokaliseer en verhelp de oorzaak van de uitschakeling voordat u de veilig...
2 Over deze handleiding Over deze handleiding Aanvullende documentatie Deze handleiding bevat informatie over binnenmodule van de warmte pomp, met inbegrip van het sanitair warmwaterboiler, alsmede informatie over verschillende componenten op de buitenunit. Raadpleeg de handleiding bij de buitenunit voor aanvullende informatie over deze unit.
Pagina 13
2 Over deze handleiding Afb.3 Op de aansluitsticker gebruikte 1 Sensorkabel - laagspanning symbolen 2 Voedingskabel 230 V / 400 V 3 Aanvoer CV 4 Circuit B-aanvoerleidingaansluiting 5 Retour CV 6 Circuit B retourleiding (optioneel) G1" G1" 7 Retour van ketelbijverwarming 8 Sanitair-warmwateruitlaat 9 Aanvoer naar ketelbijverwarming G1"...
3 Technische specificaties Technische specificaties Goedkeuringen 3.1.1 Richtlijnen Dit product voldoet aan de eisen van de volgende Europese richtlijnen en normen: Richtlijn drukapparatuur 2014/68/EU Laagspanningsrichtlijn 2014/35/EG Generieke norm: EN 60335-1 Relevante normen: EN 60335-2-21, EN 60335-2-40 EMC-richtlijn 2014/30/EU Generieke normen: EN 61000-6-3, EN 61000-6-1 Relevante norm: EN 55014 Dit product voldoet aan de eisen van Europese richtlijn 2009/125/EG inza...
Pagina 15
3 Technische specificaties AWHP 4.5 MR AWHP 6 MR-3 AWHP 8 MR-2 AWHP 11 MR-2 AWHP 16 MR-2 AWHP 11 TR-2 AWHP 16 TR-2 Grenstempera -15° C/+35 °C -15° C/+35 °C -20° C/+35 °C -20° C/+35 °C -20° C/+35 °C turen van de buitenlucht bij werking in de...
Pagina 16
3 Technische specificaties Tab.4 Koelingsmodus: buitenluchttemperatuur +35 °C, watertemperatuur bij uitgang +18 °C. Prestaties conform aan EN 14511-2. Metingtype Eenheid AWHP 4.5 AWHP 6 AWHP 8 AWHP 11 AWHP 11 AWHP 16 AWHP 16 MR-3 MR-2 MR-2 TR-2 MR-2 TR-2 Koelingsver...
3 Technische specificaties Metingtype Eenheid AWHP 4.5 AWHP 6 AWHP 8 AWHP 11 AWHP 11 AWHP 16 AWHP 16 MR-3 MR-2 MR-2 TR-2 MR-2 TR-2 (1) Geluid uitgestraald door de behuizing - Test uitgevoerd overeenkomstig norm NF EN 12102, temperatuurcondities: lucht 7 °C, water 55 °C (2) Geluid uitgestraald door de behuizing - Test uitgevoerd overeenkomstig norm NF EN 12102, temperatuurcondities: lucht 7 °C, water 45 °C voor AWHP 4.5 MR alleen (binnen en buiten).
3 Technische specificaties Tab.15 Systeemsensor en sanitair-warmwatersensor Type: NTC 10 kilo-ohms Temperatuur °C Weerstand 32014 19691 12474 10000 8080 5372 3661 2535 1791 1290 3.2.6 Circulatiepomp Belangrijk De benchmark voor de meest efficiënte circulatiepompen is EEI ≤ 0,20. De circulatiepomp in de binnenmodule is een pomp met variabel toerental. Deze past het toerental aan het distributienet aan.
4 Beschrijving van het product Beschrijving van het product Werkingsprincipe De buitenunit produceert warmte of koude en geeft deze door aan de bin nenmodule via het koudemiddel in de platenwarmtewisselaar. De binnen module is voorzien van een speciale regelaar waarmee de temperatuur van het verwarmingswater aangepast kan worden aan de behoeften in de woning.
4 Beschrijving van het product 23 Aftapkraan sanitair-warmwaterboiler 24 Ontluchter Afb.12 Plaats van de elektronische bestu 1 EHC–04 besturingsprint centrale unit: Regelaar voor de warmte ringsprints pomp en het eerste verwarmingscircuit 2 Plaats voor optionele SCB-04 besturingsprint: Regelt een tweede verwarmingscircuit 3 HPC–01 besturingsprint: Interfacebesturingsprint voor de buiten...
5 Voor de installatie Voor de installatie Installatievoorschriften Waarschuwing De installatie van de warmtepomp moet door een erkend installa teur worden uitgevoerd volgens de plaatselijk en nationaal gelden de regelgeving. Waarschuwing De componenten die worden gebruikt voor het aansluiten van de koudwatertoevoer moeten voldoen aan de normen en voorschrif...
°f 7 - 15 Totale hardheid van het water °dH 4 - 8,5 mmol/l 0,7 - 1,5 Belangrijk Indien waterbehandeling noodzakelijk is, beveelt Remeha de vol gende fabrikanten aan: Cillit Climalife Fernox Permo Sentinel 5.2.3 Bijzondere voorzorgen voor het aansluiten van het ver...
5 Voor de installatie Waterbedrijfsdruk De boilers van onze SWW-verwarmers kunnen werken onder een maxi male bedrijfsdruk van 1,0 MPa (10 bar). De aanbevolen bedrijfsdruk ligt onder 0,7 MPa (7 bar). Veiligheidsklep Installeer de veiligheidsklep in het koudwatercircuit. Installeer de veiligheidsklep in de nabijheid van de sanitair warmwater boiler op een plek die gemakkelijk toegankelijk is.
5 Voor de installatie Belangrijk Verwijder of bedek nooit de etiketten en typeplaten die op de ap paraten zijn geplakt. De etiketten en typeplaten moeten tijdens de hele levensduur van het apparaat leesbaar blijven. Vervang beschadigde of onleesbare instructie- en waarschu wingsstickers onmiddellijk.
5 Voor de installatie Tab.18 Buitenunit AWHP 4.5 MR AWHP 6 MR-3 AWHP 11 MR-2 AWHP 11 TR-2 AWHP 16 MR-2 AWHP 16 TR-2 AWHP 8 MR-2 2 tot 30 m 2 tot 40 m 2 tot 75 m 2 tot 75 m 2 tot 75 m 2 tot 75 m Maximum-/mini...
Pagina 35
5 Voor de installatie Afb.18 Geluidsscherm MW-C000373-1 Plaats het geluidsscherm zo dicht mogelijk bij de lawaaibron, maar zorg dat de lucht in de wisselaar van de buitenunit vrij kan circuleren en dat toegang voor onderhoudswerkzaamheden mogelijk blijft. Afb.19 Afstand van het apparaat t.o.v. de muur 1000 Tab.19 Minimale afmetingen in mm...
5 Voor de installatie Installatie in koude en besneeuwde gebieden Wind en sneeuw kunnen aanzienlijk afbreuk doen aan de prestaties van de warmtepomp. Zorg ervoor dat de volgende informatie in aanmerking wordt genomen om de buitenunit correct te installeren. Installeer de buitenunit altijd hoog genoeg boven de grond zodat het condenswater goed kan wegstromen.
Pagina 37
5 Voor de installatie Op een gevel van de te verwarmen ruimte, indien mogelijk op het noor den. Halverwege de muur van de te verwarmen ruimte. Onder invloed van wisselende weersomstandigheden. Beschermd tegen direct zonlicht. Gemakkelijk toegankelijk. Afb.22 1/2 Z 1/2 H (min.
6 Aansluitschema's Aansluitschema's Eria Tower elektrisch aansluitschema voor een direct circuit met elektrische bijverwarming Afb.24 WPR-2 V200 met een vloerverwarmingscircuit, een aangesloten eTwist thermostaat en een elektrische bijverwarming 230V 50Hz 230V 230V 50Hz 50Hz MW-1001147-2 1 Aansluitset koeling 1/2" - 1/4" 4 1/4”...
Pagina 39
6 Aansluitschema's 1 Buitentemperatuursensor 3 Thermostaat 2 Bekabelingsset voor directe vloerverwarming 8 Buitenunit-busaansluiting 1. Sluit de accessoires en opties aan op de besturingsprint EHC–04. Houd u aan de juiste kabeldoorvoeren voor 230-400 V en 0-40 V. 2. Stel, bij het eerste opstarten of na het resetten van de fabriekspara meters, de parameters CN1 en CN2 overeenkomstig het vermogen van de buitenunit: Tab.20...
6 Aansluitschema's Eria Tower aansluitschema voor twee circuits met elektrische bijverwarming Afb.26 WPR-2 V200 met een direct circuit, een circuit met mengklep, twee aangesloten eTwistthermostaten en een elektri sche back-up 230V 50Hz EH858 230V 230V 50Hz 50Hz MW-1001148-2 1 Tweede circuit mengklepset (V200) 4 Filter en afsluitklepset 2 Aangesloten thermostaat 5 Besturingsprintset regeling tweede circuit (V200)
6 Aansluitschema's 6.2.1 Aansluiten en configureren van een Eria Tower voor twee circuits met elektrische bijverwarming Afb.27 CIRC B CIRC A 230V 50Hz 19° 230V 230V 50Hz 50Hz MW-1001150-2 1 Buitentemperatuursensor 7 Circuit A thermostaat 2 Veiligheidsthermostaat voor vloerverwarming uit 8 Buitenunit-busaansluiting gang 9 Verbinding 230 V voeding tussen de EHC–04 en de...
Pagina 42
6 Aansluitschema's 3. Stel, bij het eerste opstarten of na het resetten van de fabriekspara meters, de parameters CN1 en CN2 overeenkomstig het vermogen van de buitenunit: Tab.21 Vermogen Type bijverwarming van de buitenunit 4,5 kW Elektrisch 6 kW Elektrisch 8 kW Elektrisch 11 kW...
6 Aansluitschema's Eria Tower elektrisch aansluitschema voor een direct circuit met hydraulische bijverwarming Afb.28 WPR-2 V200 met een direct circuit, aangesloten eTwist thermostaat en een hydraulische bijverwarming 230V 50Hz 230V 50Hz 230V 50Hz MW-1001149-2 1 Aansluiting koeling 5/8" – 3/8", 10 m 3 AWHP 11 MR-2 buitenunit 2 Aangesloten thermostaat 4 Staande ketel op gas of olie...
Pagina 44
6 Aansluitschema's 1. Sluit de accessoires en opties aan op de besturingsprint EHC–04. Houd u aan de juiste kabeldoorvoeren voor 230-400 V en 0-40 V. 2. Stel, bij het eerste opstarten of na het resetten van de fabriekspara meters, de parameters CN1 en CN2 overeenkomstig het vermogen van de buitenunit: Tab.22 Waarde van de parameters CN1 en CN2...
7 Installatie Installatie Algemeen Opgelet De installatie van de warmtepomp moet door een erkende vak man worden uitgevoerd volgens de geldende plaatselijke en natio nale voorschriften. Voorbereiding Belangrijk Monteer alle opties op de binnenmodule voordat het apparaat op zijn definitieve positie wordt geplaatst. 7.2.1 Binnenmodule waterpas stellen Zet de binnenmodule waterpas met behulp van de vier verstelbare poten.
Pagina 46
7 Installatie Afb.32 3. Til het bovenpaneel op. MW-3000482-01 Afb.33 4. Open en verwijder de toegangsklep van het bedieningspaneel. MW-3000465-01 Afb.34 5. Kantel het voorpaneel naar u toe door stevig aan beide kanten te trekken. 6. Verwijder het voorpaneel door het stevig omhoog te trekken. 7682783 - v02 - 18012018...
7 Installatie Afb.35 7. Til de steun van bedieningspaneelmodule op en verdraai deze. 8. Kantel de steun van de bedieningsmodule naar voren en hang deze in een horizontale positie. Belangrijk Houd de bedieningspaneelbeugel goed vast om de elektrische aansluitingen in het bedieningspaneel niet los te trekken of los te koppelen.
7 Installatie Afb.37 3. Til de steun van bedieningspaneelmodule op en verdraai deze. 4. Verwijder het steun van het bedieningspaneel. MW-3000472-01 Afb.38 5. Draai de vier bevestigingsschroeven aan de zijkant los en verwijder de zijkanthaken. MW-3000469-01 Afb.39 6. Klik de bedieningsmodulebeugel los. 7.
7 Installatie Afb.40 2. Sluit de verwarmingsretourleiding voor de binnenmodule aan. 3. Sluit de verwarmingsaanvoerleiding voor de binnenmodule aan. Opgelet Op een direct circuit met radiatoren met thermostaatkranen moet een differentieelklep worden geïnstalleerd om debiet te garande ren. In geval van standaardkranen moet een radiator permanent geopend zijn zodat het water kan circuleren en om voor een mini...
7 Installatie 7.3.3 Sanitair-warmwatercircuit aansluiten Waarschuwing Voor de aansluiting is het absoluut noodzakelijk de normen en de lokale voorschriften in acht te nemen. Opgelet Maximumtemperatuur bij het tappunt: de maximale temperatuur van sanitair warmwater bij het tappunt is onderworpen aan specia le voorschriften in de verschillende landen waar dit apparaat wordt verkocht om de consument te beschermen.
7 Installatie 7.3.4 Aansluiten van de afvoerpijp van de veiligheidsklep Afb.44 1. Sluit de afvoerpijp aan op de riolering. Opgelet De afvoerpijp van de veiligheidsklep mag niet worden afgesloten. De afvoerpijp kan links of rechts worden gemonteerd. 7.3.5 Bijverwarmingsketel aansluiten Afb.45 Bijverwarmingsketel aansluiten 1.
7 Installatie 7.4.2 Koelleidingen aansluiten Belangrijk Gebruik een steeksleutel om de buizen tijdens de verschillende handelingen op hun plaats te houden. Afb.46 Dop uit de moer schroeven 1. Schroef de dop in de 5/8 inch moer los. MW-6000326-1 Afb.47 Sissend geluid 2.
Pagina 53
7 Installatie Afb.51 Moeren plaatsen 6. Steek de moeren op de leidingen. 7. Ril de leidingen. MW-M002207-1 Afb.52 Leidingen aansluiten 8. Verbind de buizen en draai de moeren vast met een momentsleutel. Geval Model AWHP 4.5 MR AWHP 6 MR-3 Voor andere modellen Aanwijzing Breng koelolie aan op de gerilde delen om het vastdraaien te ver...
7 Installatie Afb.54 Moeren van de afsluiters 10. Draai de moeren van de afsluiters los. 11. Steek de moeren op de leidingen. 12. Ril de leidingen. MW-M002210-1 Afb.55 Leidingen aansluiten 13. Verbind de buizen en draai de moeren vast met een momentsleutel. Breng koelolie aan op de gerilde delen om het vastdraaien te verge...
7 Installatie 7.4.4 Vacuüm trekken Afb.57 Afsluiters 1. Controleer of de afsluiters A en B / C dichtgedraaid zijn. 2. Sluit de vacuümmeter en de vacuümpomp aan op het servicekop pelstuk op afsluiter A. 3. Trek een vacuüm in de binnenmodule en de koelleidingen. 4.
7 Installatie Opgelet Vermijd olie-sifon situaties. Als u de leidingen niet onmiddellijk aansluit, moet u ze voorzien van een stop, zodat er geen vocht in de leidingen komt. Tab.26 Voor AWHP 4.5 MR Lengte van kou 10 m 15 m 20 m 30 m Yg/m...
7 Installatie Opgelet De installatie moet voorzien zijn van een hoofdschakelaar. Krachtstroommodellen moeten altijd van een nulleider voorzien zijn. Opgelet Sluit het apparaat aan op een circuit dat voorzien is van een meerpolige schakelaar met een contactopeningsafstand van 3 mm of meer. Eenfase modellen: 230 V (+6%/-10%) 50 Hz Diiefase modellen: 400 V (+6%/-10%) 50 Hz Neem bij het uitvoeren van de elektrische aansluitingen de volgende pola...
7 Installatie 7.5.3 Beschrijving van de aansluitklemmenstrook EHC–04 Klemmenstrook van besturingsprint Afb.60 X1 230 V - 50 Hz voeding Hydraulische versie: Pomp van hydraulische bijverwarming Elektrische versie: Elektrische bijverwarming - fase 1 Hydraulische versie: Hydraulische bijverwarming ON/OFF-con tact Elektrische versie: Elektrische bijverwarming - fase 2 R-Bus X7 CAN bus naar de SCB-04 besturingsprint BL1 IN...
7 Installatie Afb.63 Connector monteren 1. Steek de draden in de betreffende ingangen van de connector en schroef deze vast. 2. Steek de connector in de betreffende klemmenstrook. 3. Leg de kabel in de kabelgoot en pas de lengte van de kabel dieno vereenkomstig aan.
Pagina 61
7 Installatie Afb.65 1. Verwijder het onderhoudspaneel. Servicepaneel voor AWHP 4.5 MR Servicepaneel voor AWHP 6 MR-3, AWHP 8 MR-2, AWHP 11 MR-2 , AWHP 16 MR-2 Servicepaneel voor AWHP 11 TR-2, AWHP 16 TR-2 MW-1000787-1 2. Deze stap geldt alleen voor AWHP 4.5 MR: Verwijder de aardeaan sluiting van het apparaat en gooi deze weg als afval.
7 Installatie 7.5.8 Bus van buitenunit aansluiten Afb.66 1. Sluit de bus van de buitenunit aan op de X23 connector op de EHC– 04 CPU-besturingsprint in de binnenmodule. 2. Zet de SW8–3 schakelaar (behalve met de AWHP 4.5 MR) voor de buitenunit besturingsprint op ON.
Pagina 63
7 Installatie Een diiefase binnenmodule met elektrische bijverwarming wordt aangeslo ten op 6 of 9 kW. 1. Kies het totale vermogen van de elektrische bijverwarming aan de hand van de grootte en de energieprestatie van de woning. Er zijn 2 vermogenstrappen volgens onderstaande tabel: Tab.32 Voeding van de elektrische bijverwarming...
7 Installatie Afb.69 Eenfase voeding 5. Een-fase voeding: Plaats de brug die overeenkomt met het vermogen van de elektri sche bijverwarming. Druk de brug goed vast op de bodem van de connector. Sluit de voeding van de elektrische bijverwarming aan (druk op de oranje knop B om de draad goed in de connector te kunnen plaat...
7 Installatie Afb.71 Een zwembad aansluiten Een zwembad wordt elektrisch aangesloten op de optionele besturings print SCB-04. + TS 1. Sluit de secundaire pomp van het zwembad aan op klemmenstrook 2. Sluit de temperatuursensor van het zwembad aan op klemmen strook TFlow.
7 Installatie Waarde van de parameter Waarde van de parameter Verwarming indien het contact Koeling indien het contact OT CP640 CP690 OT is gesloten open open gesloten 7.6.2 Een thermostaat aansluiten op de verwarming/koeling De thermostaat AC is verbonden met de klemmen R-Bus en BL1 van slechts de EHC–04 besturingsprint, met een enkelvoudig verwarmingscir...
7 Installatie Belangrijk Gebruik geen glycol. Wanneer glycol in het cv-circuit wordt gebruikt, vervalt de garan tie. 1. Vul de installatie tot een druk van 1,5 tot 2 bar bereikt is. Controleer de druk op de manometer. Belangrijk De manometer naast het expansievat wordt alleen gebruikt bij het vullen van de binnenunit met water.
8 Inbedrijfstelling Inbedrijfstelling Algemeen De warmtepomp wordt in bedrijf gesteld: Wanneer het apparaat voor het eerst wordt gebruikt; Na een langere periode in de uitstand; Na voorvallen die een complete herinstallatie vereisen. Bij inbedrijfstelling van de warmtepomp kan de gebruiker zien wat de ver schillende instellingen en uit te voeren controles zijn om de warmtepomp in alle veiligheid op te starten.
8 Inbedrijfstelling Procedure voor inbedrijfstelling Opgelet De eerste inbedrijfstelling moet worden uitgevoerd door een er kend installateur. 1. Plaats het voorpaneel terug op de binnenmodule. 2. Plaats de deur van het bedieningspaneel terug. 3. Zet de bovendeksel terug op zijn plaats. 4.
8 Inbedrijfstelling Afb.74 1. Weergave van de bedieningspaneelversie Afb.75 2. SCANom te zoeken naar de verschillende opties die zijn aangesloten Afb.76 3. LOAD om informatie op te halen van de diverse besturingsprints Afb.77 4. Softwareversie van de besturingsprint van de centrale unit Afb.78 5.
8 Inbedrijfstelling Afb.81 Afb.82 3. Kies het nummer dat correspondeert met het installatietype door op de toets te drukken. Door de keuze van het installatietype is de automatische configuratie van de parameters mogelijk die nodig 19° zijn voor de goede werking van het bedieningspaneel (stooklijn, maximum circuittemperatuur, etc.).
Pagina 72
8 Inbedrijfstelling 2. Simuleer een warmtevraag om de verwarmingsmodus op te starten. 3. Controleer of de buitenunit en de aangesloten bijverwarmingen op starten. 4. Controleer het debiet in de installatie in vergelijking met het mini mum debiet. 5. Zet de warmtepomp in de modus uitstand/vorstbeveiliging. 6.
9 Werking Werking Gebruik van het bedieningspaneel 9.1.1 Beschrijving van het bedieningspaneel Beschrijving van de toetsen Afb.83 : terug naar vorig niveau zonder de aangebrachte wijzigingen op te slaan : handmatige reset : toegang tot de verwarmingsparameters : waarde verlagen : toegang tot de parameters voor het sanitair-warmwater : waarde verhogen : MODUS-weergave...
9 Werking Sanitair-warmwaterfunctie uitgeschakeld Waterdruk in het systeem Het display geeft afwisselend de waterdruk in het systeem en de gemeten aanvoertemperatuur weer. Afb.88 Constant weergegeven symbool: verschijnt wanneer de waarde van de waterdruk van het systeem is weergegeven Knipperend symbool: druk in het systeem is te laag XXX Druk in het systeem (in bar) of stromingstemperatuur (in °C) Koelingsmodus Afb.89...
9 Werking TELLER / TIJDS PROG / KLOK submenu's Afb.94 TELLER submenu (CNT) TIJDS PROG submenu: Klokprogrammering specifiek voor de verwarming en voor de sanitair warmwaterbereiding (CIRC A, CIRC B, ECS) Klokprogramma voor maandagen Klokprogramma voor dinsdagen Klokprogramma voor woensdagen Klokprogramma voor donderdagen Klokprogramma voor vrijdagen Klokprogramma voor zaterdagen...
9 Werking Menu besturingsprintkeuze Belangrijk Het pictogram wordt alleen weergegeven als een optionele besturingsprint is geïnstalleerd. Belangrijk De verschillende menu's zijn alleen toegankelijk als de pictogram men knipperen. Afb.98 Druk op toets toegang te krijgen tot het volgende menu, toegang te krijgen tot het volgende submenu, toegang te krijgen tot de volgende parameter, MW-1000576-1 de waarde te verhogen.
9 Werking Opstarten 1. Schakel de stroom van de buitenunit en de binnenmodule tegelijker tijd in. 2. De warmtepomp begint zijn opstartcyclus. Als de opstartcyclus normaal werkt, wordt een automatische ont luchtingscyclus gestart. Anders wordt er een storingsmelding weergegeven. Uitschakelen 9.3.1 Verwarming uitschakelen Belangrijk...
9 Werking 9.3.2 Sanitair-warmwaterbereiding uitzetten Belangrijk De koelfunctie kan worden geregeld via het TIJDS PROG-subme nu dat dient voor het programmeren van het klokprogramma. Afb.106 1. Ga naar de stopmodus door op de toets te drukken. MW-5000135-3 Afb.107 2. Selecteer de sanitair-warmwaterbereidingsmodus door op toets te drukken.
9 Werking Vorstbeveiliging Indien de verwarmingswatertemperatuur in de warmtepomp te veel daalt, wordt de ingebouwde beveiligingsvoorziening ingeschakeld. Deze voorzie ning werkt als volgt: Bij een watertemperatuur lager dan 5°C gaat de circulatiepomp werken. Als de watertemperatuur lager is dan 3°C, start de bijverwarming op. Bij een watertemperatuur hoger dan 10°C schakelt de bijverwarming uit en draait de circulatiepomp kort na.
10 Instellingen 10 Instellingen 10.1 Het wijzigen van de installateursparameters Opgelet Het wijzigen van de fabrieksinstellingen kan de werking van het apparaat nadelig beïnvloeden. De parameters van het menu Installateur mogen uitsluitend door een be voegde vakman worden gewijzigd. Afb.109 1.
10 Instellingen 10.2.2 CIRCA / CIRCB submenu's in het installateursmenu CP : Circuits Parameters = verwarmingscircuitparameters Tab.43 Parameter Beschrijving Fabrieksinstelling Fabrieksinstelling CIRCA CIRCB CP000 Instelling maximale aanvoertemperatuur voor deze groep Elektrische bijver Voor circuit A: Instelbaar van 7 øC tot 100 øC warming:90 Hydraulische bijver...
Pagina 82
10 Instellingen Parameter Beschrijving Fabrieksinstelling Fabrieksinstelling CIRCA CIRCB CP340 Werking in de gereduceerde modus (of ECO-modus): 0 = Stop warmtevraag 1 = Continue warmtevraag CP370 Instelbaar van 10 øC tot 40 øC niet beschikbaar Wijzig deze afstelling niet CP380 Antilegionella setpunt voor tank niet beschikbaar Instelbaar van 40 øC tot 80 øC Wijzig deze afstelling niet...
10 Instellingen Parameter Beschrijving Fabrieksinstelling Fabrieksinstelling CIRCA CIRCB CP620 Hysterese uitgeschakeld voor proceswarmte per groep niet beschikbaar Instelbaar van 1 øC tot 15 øC Wijzig deze afstelling niet CP630 Startdag van de antilegionellafunctie niet beschikbaar 1 = Maandag 2 = Dinsdag 3 = Woensdag 4 = Donderdag 5 = Vrijdag...
10 Instellingen Beschrijving van de ADV geavanceerde parameters Fabrieksinstelling SCB-04 CP520 Vermogenssetpunt Instelbaar van 0 % tot 100 % Wijzig deze afstelling niet CP530 Pulsbreedtemodulatie van pomptoerental Instelbaar van 0 % tot 100 % Wijzig deze afstelling niet CP730 Opwarmsnelheid 0 = Extra langzaam 1 = Langzaamst 2 = Langzamer...
10 Instellingen DP : Direct Hot Water Parameters = Parameters sanitair-warmwaterboiler Tab.46 Lijst met parameters in het submenu ADV van het installateursmenu Beschrijving van de ADV geavanceerde parameters EHC- -04 fabrieksin stelling DP004 Legionellamodus De legionella-preventiefunctie gaat de ontwikkeling van de Legionella bacterie in de sanitair-warmwaterboiler tegen.
Pagina 86
10 Instellingen Tab.47 Parameter Beschrijving Fabrieksinstelling Fabrieksinstelling EHC-04 SCB04-B AP001 Geeft de functie van de blokkerende ingang weer. BL1 : niet beschikbaar 1 = Volledig geblokkeerd van de installatie – vorstbeveiliging niet gegarandeerd 2 = Gedeeltelijk geblokkeerd van de installatie – vorstbeveiliging actief 3 = Gebruikers reset vergrendeling 4 = Backup vrijgegeven...
10 Instellingen 10.2.8 EHC--04 submenu's met parameters CIRCA in het in stallateursmenu HP : Heat-pump Parameters = warmtepompparameters Tab.48 Parameter Beschrijving Fabrieksinstelling EHC--04 HP000 Buiten bivalente temperatuur Bivalente temperatuur waarboven alleen warmtepomp is toegestaan HP054 COP drempel waarboven de warmtepomp mag werken als hybride modus primaire energie is Instelbaar van 1 tot 5 Waarde geaccepteerd wanneer HP061=2...
Pagina 89
10 Instellingen ADV parameter Beschrijving van de ADV geavanceerde parameters Fabrieksinstelling EHC-04 HP011 Waarschuwing dat de aanvoer laag wordt 7 voor 4,5 kW Instelbaar van 0 l/m tot 95 l/m 7 voor 6 kW 9 voor 8 kW 14 voor 11 kW 14 voor 16 kW HP031 Vertraging voor stoppen van de volgende generator...
10 Instellingen ADV parameter Beschrijving van de ADV geavanceerde parameters Fabrieksinstelling EHC-04 HP094 Start tijd van de stille werking als optie is geactiveerd 22:00 Instelbaar van 00:00 tot 23:59 HP095 Stop tijd van de stille werking als optie is geactiveerd 06:00 Instelbaar van 00:00 tot 23:59.
Pagina 91
10 Instellingen Parameter Beschrijving Eenheid EHC-04 SCB04-B AC009 Energielevering sanitair warm water AC010 Energielevering koeling AC013 Seizoens COP AC026 Aantal pompuren AC027 Aantal pompstarts AC028 Totale werktijd van de eerste back-up trap AC029 Totale werktijd van de tweede back-up trap AC030 Totaal aantal starts van de eerste back-up trap AC031...
10 Instellingen CLK parameter Eenheid DATE Instelbaar van 1 t/m 31 beschikbaar MAAND Instelbaar van 1 t/m 12 beschikbaar JAAR Instelbaar van 2000 tot 2100 beschikbaar 10.3 Beschrijving van de parameters 10.3.1 Naverwarming in de verwarmingsmodus Startvoorwaarden voor de bijverwarming Belangrijk Als de parameters AP001 en AP100 zijn geconfigureerd op 4, 6 of 8 en de bijbehorende BL ingang is geactiveerd, worden de...
10 Instellingen Werking van de bijverwarming tijdens het ontdooien van de buitenunit Wanneer de buitenunit wordt ontdooid, zorgt het bedieningspaneel voor een volledige bescherming van het systeem door eventueel de bijverwar mingen op te starten. Extra bescherming wordt geboden als de watertemperatuur te snel daalt. In dit geval wordt de buitenunit uitgezet.
10 Instellingen Fase Beschrijving van de werking Uitsluitend verwarming. De sanitair-warmwaterbereiding is uit. Zelfs indien de richttemperatuur voor sa nitair warmwater nog niet bereikt is, wordt een minimum opwarmingsduur geforceerd. Deze duur is in stelbaar via parameter DP048. Na deze verwarmingsperiode kan eventueel het warmwatertoestel weer geladen worden.
10 Instellingen 10.4 Parameters instellen 10.4.1 Taal selecteren 1. Toegang tot het menu Gebruiker. 2. Selecteer het submenu HMI. Afb.114 3. Selecteer de parameter AP103 die correspondeert met de taalkeuze door de toetsen in te drukken. 4. Bevestig met de toets Afb.115 5.
10 Instellingen Menu CNF Het CNF menu dient om de hybride warmtepomp te configureren afhanke lijk van het type bijverwarming en het vermogen van de geïnstalleerde bui tenunit. Tab.58 Waarde van de CN1 en CN2 parameter met een hydraulische bijverwarming Vermogen van de buitenunit 4,5 kW 6 kW...
10 Instellingen 10. Ga terug naar het hoofdscherm door te drukken op de toets 10.4.4 Configureren van de functie geschat elektrisch energie verbruik De thermische energie van de binnenmodule wordt berekend Om de waarden voor het geschatte energieverbruik te kunnen door de twee PT1000 sensoren en de debietmeter aangeslo...
10 Instellingen 2. Open het menu Installateur door de code 0012 in te voeren met de toetsen 3. Bevestig het openen met de toets 4. Open de SCB-04 besturingsprintparameters van circuit B door op de toetsen te drukken. 5. Bevestig de selectie door op de toets te drukken.
10 Instellingen 10.4.7 Configureren van de hybride werkingsmodus van een hy draulische bijverwarming Belangrijk De hybride werkingsmodus is alleen beschikbaar voor apparaten met hydraulische bijverwarming. De hybride functie bestaat uit het automatisch overschakelen tussen de warmtepomp en de ketel op grond van de verbruikskosten of CO -uitstoot van elke warmtegenerator.
10 Instellingen Afb.120 Invloed van buitentemperaturen en C EPC: Energie prestatie coëfficiënt bivalentie. Drempelwaarde prestatiecoëfficiënt T Buitentemperatuur HP051 parameter: Minimum buitentemperatuur voor stoppen van warmtepomp HP000 parameter: Buiten bivalente temperatuur MW-5000542-1 10.4.8 Configureren van een convectieventilator of vloerkoeling Deze functie is alleen beschikbaar wanneer het geselecteerde circuit vloerverwarming of convectieventilator is: CP020 parameter ingesteld op 2 of 5.
10 Instellingen 10.4.9 Vloer drogen met behulp van de warmtepomp Het vloerdroogprogramma verkort de droogtijd van een vers gestorte vloer. De temperatuurinstellingen voor het drogen van de vloer moeten de aanbevelingen volgen van de firma die de vloer heeft gestort. Activering van deze functie via de parameter CP470 (andere instelling dan 0) zorgt voor permanente weergave van de vloerdrogenfunctie en deactiveert alle andere regelaarfuncties.
10 Instellingen 10.4.10 Vloer drogen zonder de buitenunit van de warmtepomp Afb.125 De binnenmodule kan worden gebruikt voor het drogen van de vloer met behulp van de elektrische bijverwarming in geforceerde bedrijfsmodus. De buitenunit hoeft niet te worden aangesloten. 1. Schakel de warmtepomp in en activeer de vloerdroogfunctie. 2.
10 Instellingen 2. Stel de parameters AP001 en AP100 in op 10. De warmtepomp kan nu signalen Smart Grid ontvangen en ver werken. 3. Kies de contactrichtingen van de BL1 IN en BL2 IN multifunctionele ingangen door de parameters AP098 en AP099 in te stellen. Tab.68 Parameter Beschrijving...
10 Instellingen Afb.126 6. Selecteer de automatische detectieparameter door de op de toet te drukken. 7. Bevestig automatische detectie met de toets De automatische detectie wordt uitgevoerd. 10.5 Gemeten waarden uitlezen De gemeten waarden zijn beschikbaar in het menu Informatie van de verschillende besturingsprints.
Pagina 105
10 Instellingen Parameter Beschrijving Eenheid EHC-04 SCB04-B AM101 Intern aanvoertemperatuur setpunt CM030 Ruimtetemperatuur van de groep °C CM040 Aanvoertemperatuur in de groep °C CM060 Huidige pomptoerental van de groepspomp CM120 Bedrijfsmodus van de groep: 0 = Klokprogramma = Handmatig 2 = Vorstbeveiliging 3 = Tijdelijk CM130 Actuele acitiviteit van de groep:...
10 Instellingen Tab.73 Beschikbare waarden (X) in het submenu Parameter Beschrijving EHC--04 SCB04-B F02.01 HMI softwareversie P00.01 HMI parameterversie 10.5.1 Regelaarcyclus Tab.74 Lijst van statussen en substatussen Actuele status van het toestel.: AM012-pa Actuele substatus van het toestel.: AM014 parameter rameter 00= totale systeemuitschakeling 1= vraag naar verwarming/koeling/sanitair...
Pagina 107
10 Instellingen Actuele status van het toestel.: AM012-pa Actuele substatus van het toestel.: AM014 parameter rameter 4= werking in sanitair-warmwatermodus 30= normale werking De compressor of de bijverwarmingen werken. 31= beperkt intern nominaal richtpunt Als de verwarmingsrichttemperatuur op de warmtepomp verschilt van de sys teemrichttemperatuur.
Pagina 108
10 Instellingen Actuele status van het toestel.: AM012-pa Actuele substatus van het toestel.: AM014 parameter rameter Blokkering 30= normale werking. De compressor of de bijverwarmingen werken. 31= beperkt intern nominaal richtpunt Als de verwarmingsrichttemperatuur op de warmtepomp verschilt van de sys teemrichttemperatuur.
Pagina 109
10 Instellingen Actuele status van het toestel.: AM012-pa Actuele substatus van het toestel.: AM014 parameter rameter Vorstbeveiliging 30= normale werking De compressor of de bijverwarmingen werken. 31= beperkt intern nominaal richtpunt Als de verwarmingsrichttemperatuur op de warmtepomp verschilt van de sys teemrichttemperatuur.
11 Onderhoud 11 Onderhoud 11.1 Algemeen Onderhoudswerkzaamheden zijn belangrijk om de volgende redenen: Om optimale prestaties te garanderen. Om de levensduur van de apparaten te verlengen. Om een installatie te leveren die het beste gebruikerscomfort in de loop van de tijd biedt. Opgelet Onderhoudswerk moet door een erkend installateur worden uitge...
11 Onderhoud 11.3 Waterdruk controleren Gedurende het onderhoud is het apparaat ingeschakeld: de waterdruk wisselt op het hoofdscherm van het S-control bedieningspaneel. De druk kan ook in het informatiemenu (AM019) worden uitgelezen. Als het apparaat is uitgeschakeld, gebruik dan de mechanische manome ter op het expansievat.
11 Onderhoud 11.4 Aftappen van de installatie 11.4.1 Verwarmingscircuit aftappen 1. Sluit een geschikte slang (binnendiameter: 8 mm) op de aftapkraan van het verwarmingscircuit. Belangrijk Een slang is meegeleverd in het zakje met accessoires. 2. Open de aftapkraan. 3. Wacht op het volledig leeglopen van het verwarmingscircuit. MW-3000484-01 11.4.2 Sanitair-warmwatercircuit aftappen...
11 Onderhoud 2. Controleer of het koelcircuit lekdicht is met behulp van een snuiver. 3. Controleer de elektrische aansluitingen. 4. Controleer de goede werking van het bedieningspaneel. 5. Verander alle onderdelen en kabels die als defect moeten worden beschouwd. 6. Controleer alle schroeven en moeren (kap, houder, enz...). 7.
11 Onderhoud 11.6 Specifieke onderhoudswerkzaamheden 11.6.1 Reinigen van de 500 µm-filters In de fabriek is een 500 µm-filter gemonteerd in de binnenmodule om ver stopping van de warmtewisselaar te voorkomen. Een (optioneel) extra 500 µm-filter moet worden gemonteerd in de retourleiding op de binnenmodu le.
Pagina 115
11 Onderhoud Afb.137 Toegang tot de achterkant van het 3. Kantel de bedieningspaneelbeugel naar voren en hang deze in een bedieningspaneel horizontale positie. Belangrijk Houd de bedieningspaneelbeugel goed vast om de elektrische aansluitingen in het bedieningspaneel niet los te trekken of los te koppelen.
12 Bij storing 12 Bij storing 12.1 Veiligheidsthermostaat resetten Gevaar Onderbreek de netvoeding van de binnenmodule en de dompe laars van de elektrische bijverwarming voordat er met werkzaam heden wordt begonnen. Als de veiligheidsthermostaat is uitgeschakeld: 1. Onderbreek de netvoeding van de binnenmodule en de dompelaars van de elektrische bijverwarming.
Pagina 117
12 Bij storing Tab.75 Lijst van tijdelijke storingscodes Fout Melding Beschrijving code H00.17 Tboiler kortgsl Temp.sensor tank sanitair warm water is kortgesloten of meet een temperatuur boven het bereik Controleer de bedrading tussen de centrale besturingsprint en de sensor. Controleer of de sensor goed gemonteerd is. Controleer de weerstandswaarde van de sensor.
Pagina 118
12 Bij storing Fout Melding Beschrijving code H00.58 T DHW Top Closed Bovenste temp.sensor sanitair warm water is kortgesloten of meet een temperatuur boven het bereik Controleer de bedrading tussen de centrale besturingsprint en de sensor. Controleer of de sensor goed gemonteerd is. Controleer de weerstandswaarde van de sensor.
12 Bij storing Fout Melding Beschrijving code H02.23 System flow error Waterdoorstromingsfout van systeem is actief Debietprobleem Geen doorstroming: Controleer of de circulatiepomp werkt, Controleer of de afsluiters en de thermostatische radiatorkranen open staan, Controleer de bedrading, Controleer de pompaanvoer: vervang de pomp als deze niet werkt. Te veel lucht: ontlucht de binnenmodule en de installatie volledig voor een optimale werking.
12 Bij storing Tab.76 Lijst van storingscodes Storingcode Melding Beschrijving E00.00 Aanvoersensor open De aanvoertemperatuursensor is verwijderd of meet een temperatuur beneden het bereik E00.01 Aanvtemp.sensor kortgesl of De aanvoertemperatuursensor is kortgesloten of meet een boven bereik temperatuur boven het bereik E02.13 Blokkerende ingang extern Blokkerende ingang van besturingsautomaat door...
12 Bij storing 12.3 Het foutgeheugen openen De fout- en storingscodes staan in het geheugen. Afb.142 1. Druk gelijktijdig op de twee toetsen rechts om de menu's te openen. MW-2000369-1 Afb.143 2. Selecteer het storingsmenu door op toets te drukken. Afb.144 3.
13 Afdanken en afvoeren 13 Afdanken en afvoeren 13.1 Procedure voor uitbedrijfname Om de warmtepomp tijdelijk of definitief uit bedrijf te nemen: 1. Schakel de warmtepomp uit. 2. Schakel de stroom naar de verwarmingspomp uit: buitenunit en bin nenmodule. 3. Schakel de stroom naar de elektrische bijverwarming uit als er een elektrische bijverwarming aanwezig is.
14 Reserveonderdelen 14 Reserveonderdelen 14.1 Algemeen Als inspectie- of onderhoudswerkzaamheden aantonen dat een onderdeel van de warmtepomp moet worden vervangen, gebruikt u alleen de aanbe volen reserveonderdelen en -apparatuur. Opgelet Er mogen alleen originele reserveonderdelen worden gebruikt. Belangrijk Bij bestelling van een onderdeel moet het codenummer uit de lijst worden opgegeven.