lucht in de passagiersruimte wordt ook tijdens
de recirculatie door het combifilter gereinigd.
Wanneer de Interior Air Quality
Sensor actief is, brandt het
groene lampje bij AUT.
Bediening:
Druk op AUTO om de Air Quality Sensor te
activeren (normale instelling).
Of:
Kies uit drie verschillende functies door
verschillende malen op de knop
drukken:
•
Het lampje bij MAN brandt om aan te
geven dat de recirculatiefunctie
opnieuw ingeschakeld is.
•
Geen van de lampjes brandt om aan te
geven dat de recirculatiefunctie niet is
ingeschakeld (voor zover recirculatie
niet nodig is om voor verkoeling te zor-
gen bij warm weer).
•
Het lampje bij AUT brandt om aan te
geven dat de Air Quality Sensor
opnieuw ingeschakeld is.
Let erop dat:
•
U de Air Quality Sensor altijd hebt inge-
schakeld.
•
Er bij koud weer beperkingen voor de recir-
culatiefunctie gelden om te voorkomen dat
de ruiten beslaan.
•
U de Air Quality Sensor uitschakelt, wan-
neer de ruiten beslaan.
•
Wanneer de ruiten beslaan, u beter ook de
ontwaseming van de voorruit, de zijruiten
en de achterruit kunt inschakelen.
•
Raadpleeg het serviceprogramma van
Volvo voor het aanbevolen vervangingsin-
terval voor het combifilter. In zeer sterk ver-
ontreinigde gebieden moet u het combifil-
ter mogelijk vaker vervangen.
te
3. Recirculatie
U kunt de recirculatie inschakelen als u vieze
lucht, uitlaatgassen en dergelijke buiten wilt
houden. De lucht in de passagiersruimte wordt
dan gerecirculeerd. Er komt met andere woor-
den geen lucht van buiten de auto in, wanneer
deze functie actief is.
Als u de recirculatie lang laat aanstaan, kan er
met name in de winter wasem en ijs op de bin-
nenkant van de ruiten ontstaan.
Met de timerfunctie (op modellen met een
combifilter en Air Quality Sensor ontbreekt de
timerfunctie) beperkt u de kans op ijs, wasem
en een slechte lucht.
03 Klimaatregeling
Elektronische klimaatregeling, ECC
Ga als volgt te werk om deze te activeren:
1. Druk de knop
langer dan 3 secon-
den in. Het lampje knippert 5 seconden. De
lucht in de auto wordt afhankelijk van de
buitentemperatuur 3–12 minuten lang
gerecirculeerd.
2. Telkens wanneer u op
de timerfunctie geactiveerd.
Doe het volgende om de timerfunctie uit te
schakelen:
Druk de knop
nogmaals maar dan
langer dan 3 seconden in. Het lampje gaat
5 seconden branden ter bevestiging van
uw keuze.
4. AUTO
Bij activering van de functie AUTO wordt de
klimaatregeling automatisch dusdanig inge-
steld dat de gewenste temperatuur wordt
bereikt. De automatische functie regelt de ver-
warming, de airconditioning, de Air Quality
Sensor, de ventilatorsnelheid, de recirculatie
en de luchtverdeling. Als u een of meer hand-
matige functies selecteert, worden de overige
functies nog steeds automatisch geregeld. Alle
handmatige instellingen worden uitgescha-
keld, wanneer u op AUTO drukt.
03
drukt, wordt
89